
De grootschalige aanpassing van de waterheffingen, zoals voorgesteld door de Commissie Aanpassing Belastingstelsel, gaat voorlopig niet door. Volgens de Unie van Waterschappen is hier binnen de waterschappen namelijk te weinig draagvlak voor. De Algemene Waterschapspartij is teleurgesteld en spreekt van een ‘gemiste kans’. Water Natuurlijk ziet de voordelen van een adempauze, maar heeft ook zorgen.
In een bericht op de website van Binnenlands Bestuur geeft Unievoorzitter Rogier van der Sande aan waarom de herziening voorlopig ‘on hold’ is gezet: “Het was een majeure stelselwijziging, in een poging het nog beter te krijgen. Maar de reactie van de meeste waterschappen was: het is te veel. We moeten even pas op de plaats maken. Als je al niet voldoende draagvlak vindt binnen de Unie, dan moet je je meteen afvragen of je dat wel zult vinden in de rest van de samenleving.”
Nieuw stelsel moet aansluiten bij OESO-rapport
De Commissie Aanpassing Belastingstelsel onder voorzitterschap van Hetty Klavers, dijkgraaf van Waterschap Zuiderzeeland, onderzocht vanaf begin 2016 hoe het belastingstelsel van de waterschappen toekomstbestendiger gemaakt kan worden. Een nieuw stelsel zou moeten aansluiten bij het rapport ‘Water Governance in the Netherlands’ van de OESO (2014), waarin een tekort aan waterbewustzijn in Nederland werd vastgesteld. De CAB bracht in mei 2018 haar eindadvies uit aan het bestuur van de Unie van Waterschappen. Op basis van de bevindingen van de CAB heeft het Uniebestuur in juni 2018 een voorstel voor een nieuw belastingstelsel voorgelegd aan de waterschappen. Dit voorstel is op basis van de inbreng van de waterschappen in oktober 2018 nog een keer aangepast.
Over de verkiezingen heen getild
In het nieuwe stelsel dat de CAB en het Uniebestuur adviseerden, moesten vervuilers via de waterzuiveringsheffing voor een groter deel van de kosten opdraaien. Wie meer dan gemiddeld baat heeft bij het waterbeheer zou daar via de watersysteemheffing ook extra voor moeten betalen. Dat past geheel in de lijn van het OESO-rapport. Over de concrete invulling van het stelsel werd door waterschappen en stakeholders volop overlegd. In december 2018 bleken de waterschappen niet gelijk te denken over de urgentie van de aanpassingen en de manier waarop het belastingstelsel zou moeten worden aangepast. Er is toen, met de waterschapsverkiezingen voor de deur, besloten om de beraadslaging en besluitvorming over de aanpassing van het belastingstelsel minimaal een half jaar stil te leggen. Zo zouden ook de nieuwe besturen, die na de verkiezingen zijn ontstaan, zich kunnen uitspreken over de gewenste aanpassingen. “Ik weet dat er begin juli een overleg stond gepland”, zegt Ron van Megen, voorzitter van de Algemene Waterschapspartij (AWP). “Kennelijk is het daar vastgelopen.”

Het gevoel van rechtvaardigheid
Op de website van Binnenlands Bestuur legt de Unievoorzitter uit waar de schoen knelt: “De principes van de CAB zijn goed uit te leggen, maar het gaat om de concrete invulling ervan. Daar zagen we dat het draagvlak verloren ging. Een aantal groeperingen, waaronder natuurorganisaties, moest beduidend meer gaan betalen. Terwijl wij als waterschappen ons werk niet veel anders zouden gaan doen. Dan kloppen de principes, maar raak je het gevoel van rechtvaardigheid toch snel kwijt”, aldus Van der Sande.
Voorgestelde bekostigingssystematiek ‘onnodig ingewikkeld’
Al in augustus 2018 noemde de Vereniging van Bos- en Natuureigenaren (VBNE) het plan van de Unie van Waterschappen ‘disproportioneel’. Volgens de VBNE ontbrak een adequate onderbouwing van de lastenverzwaring en was de voorgestelde bekostigingssystematiek voor de watersysteemheffing ‘onnodig ingewikkeld’, hetgeen volgens de belangenvereniging een gevoel van onrechtvaardigheid en subjectiviteit voedt. De VBNE verwachtte dat de waterlasten voor natuureigenaren door de stelselwijziging gemiddeld met een factor vijf of zes zullen stijgen.

‘Inwoners betalen als categorie nu veel te veel’
“Erg jammer dat er voorlopig geen stelselwijziging komt”, reageert AWP-voorzitter Ron van Megen. “Wij vrezen dat er nu weer een lange periode volgt waarin er om de hete brij van een eerlijker verdeling van de watersysteemheffing wordt heen gedraaid.” Van Megen benadrukt dat de AWP de uitgangspunten van de Unie van Waterschappen voor het moderniseren van de waterschapsheffingen onderschrijft: de vervuiler betaalt en de gebruiker betaalt. In november 2018 publiceerde de AWP al een eigen onderzoek naar de verdeling van de waterschapslasten. “Wij vinden dat de inwoners als categorie nu veel te veel betalen”, vervolgt Van Megen. “De gebruikers (lees: boeren) en de vervuilers (lees: bedrijven) betalen landelijk gemiddeld slechts circa 10 procent van de totale opbrengst van de watersysteemheffing. Ook zijn we van mening dat de categorie Natuur vrijgesteld zou moeten worden van de watersysteemheffing – principieel, omdat natuur een gemeenschappelijk goed is, en praktisch, omdat de opbrengst van de Natuurheffing verwaarloosbaar klein is. Dit voorstel zou onverkort kunnen worden doorgevoerd, omdat het nauwelijks een verschil maakt voor de tarieven van de andere categorieën.”
Verschillende interpretaties van het Gebiedsmodel
De belastingwerkgroep van Water Natuurlijk, de partij die de grote winnaar was van de waterschapsverkiezingen, is al zo’n negen maanden bezig met meningsvorming over het nieuwe stelsel. “Dat is best lastig”, zegt werkgroepvoorzitter Jan Nieuwenhuis, tevens bestuurslid van Waterschap Zuiderzeeland. “Want waterschappen geven verschillende interpretaties van het Gebiedsmodel uit de plannen van de CAB.” Het Gebiedsmodel is een kostentoedelingsmethode die is gebaseerd op de aard van het beheergebied van een waterschap en de voorzieningen die een waterschap aan de betalende categorieën biedt. Zo is het belang van de categorie ingezetenen groter in een gebied met een hoge inwonerdichtheid dan in een gebied met een lage inwonerdichtheid. In het laatstgenoemde gebied zal het belang van de categorie ongebouwd waarschijnlijk juist groter zijn.
Boeren lijken extra voordeel te krijgen
Net als de AWP stelt ook Water Natuurlijk vast dat een onevenredig groot deel van de lasten bij de burger terecht dreigt te komen, waar bijvoorbeeld de boeren extra voordeel lijken te krijgen. “Dat is in strijd met het OESO-rapport”, stelt Nieuwenhuis. “De OESO pleit daarin immers voor een rechtvaardigere verdeling en daar is Water Natuurlijk het van harte mee eens.”
‘Te gemakkelijk om het als te complex te kwalificeren’
Heemraad Goos den Hartog van Waterschap Rivierenland geeft op de website van Binnenlands Bestuur aan dat de nieuwe opzet van de watersysteemheffing in de praktijk ‘ontzettend lastig is te hanteren’, vooral in een gemengd, deels stedelijk en deels agrarisch gebied. “Wil je daar het profijtbeginsel toepassen, dan moet je precies kunnen bepalen wat aan de categorie gebouwd en wat aan de categorie ongebouwd valt toe te schrijven. Dat is een enorm ingewikkelde rekensom”, stelt Den Hartog. Daar wil AWP-voorzitter Ron van Megen graag op reageren: “Het zal best een ingewikkelde rekensom zijn. Die kwalificatie wordt er steeds aan gegeven vanuit de Unie. Maar door het antwoord op de vraag steeds uit de weg te gaan, zal je nooit weten of het eerlijk is dat huishoudens 80 procent van de watersysteemheffing bijdragen. Bedrijven en boeren zullen het niet in hun belang vinden om zo’n rekenexercitie aan te gaan. Een te gemakkelijke weg is dan om het als te complex te kwalificeren en zo een smoes te hebben om het niet te doen.”

‘CDA en VVD gevoelig voor ketelmuziek’
Water Natuurlijk vindt dat de voorstellen van de CAB nu veel te snel dreigen te worden afgeserveerd. Nieuwenhuis: “De LTO en de VBNE lijken het op een akkoordje te hebben gegooid en hebben zich uitgesproken tegen het Gebiedsmodel. Dan heb je de geborgde zetels in de meeste waterschapsbesturen al tegen. Verder zijn partijen als CDA en VVD behoorlijk gevoelig voor de ketelmuziek die door de landbouw- en natuurbeheerdersorganisaties wordt gemaakt. ‘Dat Gebiedsmodel is niks en het wordt niks’, roepen die partijen al. Erg jammer, want het Gebiedsmodel, gebaseerd op het rechtvaardigheidsbeginsel, verdient het om serieus te worden genomen.”
Aanpassing van het belastingstelsel is nog niet van de baan
De Unie van Waterschappen laat weten dat in oktober in de ledenvergadering verder wordt gesproken over de scope en het proces van de gewenste aanpassing van het belastingstelsel. “Het is dus niet zo dat de aanpassing van het belastingstelsel van de baan is”, zegt de Unie in een nadere toelichting op haar website. “Wel kan het zo zijn dat er in de ledenvergadering van de Unie wordt besloten tot een beperktere scope van de aanpassing. In het najaar moet hier binnen de Unie nog verder over gesproken en besloten worden.”
‘Hopelijk niet het einde van het Gebiedsmodel’
Water Natuurlijk vindt een adempauze zo gek nog niet en stelt dat dit het moment is om de systematiek van het Gebiedsmodel serieus op te pakken en de tijd te nemen die daarvoor nodig is. Maar Jan Nieuwenhuis heeft ook zorgen: “Al met al is wel duidelijk dat de Unie nooit met hetzelfde voorstel terug zal komen. Hopelijk is dit niet het definitieve einde van het Gebiedsmodel. In ieder geval zullen wij ons hard blijven maken voor een rechtvaardigere verdeling van de waterschapslasten. Het kan niet zo zijn dat de burger het grootste deel van de rekening blijft betalen.”