Nederlandse huishoudens betalen in de ogen van de Algemene Waterschapspartij (AWP) te veel waterschapsbelasting. Dat zou blijken uit eigen onderzoek door de partij. In het huidige stelsel betalen huishoudens bijna 80 procent van de watersysteemheffing. De AWP pleit er daarom voor het aandeel van de huishoudens bevriezen, om zo tot een eerlijkere verdeling te komen.
De AWP-waterschapsbestuurders Hans Middendorp en Ron van Megen hebben de waterschapsheffingen van alle 21 Nederlandse waterschappen onder de loep genomen. Ze komen tot de conclusie dat alle Nederlandse huishoudens samen bijna 80 procent betalen van de anderhalf miljard euro die deze belasting jaarlijks opbrengt. De landbouw en het bedrijfsleven betalen elk ongeveer 10 procent. De watersysteemheffing voor de natuur komt uit op 0,3 procent. “Wij hadden een betere afspiegeling van profijt, economische waarde en schaderisico verwacht”, constateert Middendorp.
In de Randstad en op de Veluwe betalen de huishoudens het meest
In de Randstad en op de Veluwe zijn de lasten voor de huishoudens het hoogst. Daar betalen huishoudens 85 procent van de watersysteemheffing in hun regio’s. Inwoners van Flevoland betalen van alle Nederlanders het minst. Zij betalen 64 procent. Vergeleken met het nationale gemiddelde is het aandeel van de landbouwsector in Flevoland juist groot: 22 procent.
‘Iedereen profiteert van de waterschappen’
De ongelijke verdeling van de watersysteemheffing is AWP-bestuursvoorzitter Van Megen een doorn in het oog. “Iedereen profiteert van het werk van de waterschappen: de huishoudens, het bedrijfsleven, de landbouw en de natuur. Dat rechtvaardigt ook een meer evenredige verdeling van de lasten.” Volgens de voorzitter worden huishoudens op twee manieren belast door de waterschappen: “Als eerste betaalt, per woning, één belastingplichtige een vast bedrag als inwoner van het waterschap: het ingezetenentarief. Als tweede betaalt elk huishouden een watersysteemheffing voor de eigen woning, op basis van de WOZ-waarde. Verhuurders berekenen die watersysteemheffing, via de huur, weer door aan de huishoudens. Daarnaast betaalt ieder huishouden ook nog voor de zuivering van het rioolwater.”

AWP wil bevriezing van het tarief voor huishoudens
De AWP ziet het op de nullijn houden van de watersysteemheffing voor huishoudens als een oplossing om geleidelijk tot een eerlijker toedeling van de watersysteemheffing te komen. “Dat wordt in elk geval onze inzet voor de waterschapsverkiezingen en de periode daarna”, zegt Van Megen. “De waterschapsbelastingen gaan jaarlijks met zo’n 2 tot 3 procent omhoog. Als we dit voor de huishoudens op nul houden, komt stap-voor-stap ons doel van een eerlijker verdeling van de waterschapslasten binnen bereik.” Volgens AWP-secretaris Hans Middendorp kan de maatregel meteen ingezet kan worden: “De huidige wetgeving biedt al mogelijkheden. We hoeven daarvoor niet te wachten op de nieuwe wetgeving voor de waterschapsbelasting.”
‘Bedrijven voor een dubbeltje op de eerste rang’
Daarnaast zien de twee AWP-bestuurders nog een andere mogelijkheid om de watersysteemheffing te corrigeren. “Bedrijven zitten voor een dubbeltje op de eerste rang”, zegt Middendorp. Het bedrijfsleven krijgt de watersysteemheffing namelijk alleen via de WOZ-waarde doorberekend. Het tarief is hetzelfde als voor woningen. Daar zit volgens de AWP de weeffout, want met hetzelfde tarief, op basis van de WOZ-waarde, komt de totale bijdrage van bedrijven aan de watersysteemheffing landelijk gemiddeld op minder dan 10 procent uit. De AWP wil daarom dat er nog eens goed wordt gekeken naar de grondslag voor de watersysteemheffing voor bedrijven. “Daar zit de sleutel voor een eerlijker verdeling van de lasten”, stelt Middendorp.
Het volledige rapport is te vinden op www.AWP.nu