
Zoals eerder aangekondigd, baseert het RIVM de input van in rioolwater aangetroffen erfelijk coronamateriaal in het nationale coronadashboard, sinds deze week op de metingen op 80 rioolwaterzuiveringsinstallaties in plaats van 29. Ondanks die uitbreiding kunnen er nog steeds geen harde conclusies aan worden verbonden. Het fijnmazige detectienetwerk van minister De Jonge is nog ver weg.

De waarden van 10 augustus, die op 19 augustus door het ministerie van Volksgezondheid in het coronadashboard zijn opgenomen, lijken te wijzen op een afvlakkende curve. Dat zou kunnen betekenen dat Nederland het virus weer wat beter onder controle krijgt. In het begin van de coronacrisis bleek de stijging van de coronaconcentratie in rioolwater namelijk indicatief voor een latere stijging van het aantal ziekenhuisopnames. Dat zou betekenen dat het monitoren van de rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) kan zorgen voor een vroegtijdige signalering van een nieuwe virusgolf, maar ook voor de signalering van een afname, een afvlakkende curve. De vraag is echter of metingen op 80 rwzi’s daarvoor voldoende zijn. In ieder geval zijn er nog geen niveaus vastgesteld waarop de alarmbellen zouden moeten gaan rinkelen of waarbij het ‘sein veilig’ kan worden gegeven. “Uit het huidige onderzoek kan nog geen signaalwaarde worden vastgesteld zoals dat voor bepaalde andere gegevens op het dashboard het geval is”, zegt het RIVM. “Hiervoor zijn meer gegevens nodig, die nu worden verzameld.”
Aanvulling coronadashboard
Op 23 juni stelde minister Hugo de Jonge dat wat hem betreft vanaf 1 september op alle 323 Nederlandse rwzi’s dagelijks de hoeveelheid coronamateriaal wordt gemeten. “Door alle rioolwaterzuiveringsinstallaties dagelijks te monitoren, kunnen we op regionaal en lokaal niveau oplevingen van het virus vroegtijdig opsporen, zelfs voordat mensen klachten krijgen”, zei De Jonge. “De informatie uit het rioolwater is een mooie aanvulling aan het dashboard, omdat we hiermee anoniem, snel en op grote schaal het virus kunnen opsporen.”
Dagelijkse monitoring voorlopig onhaalbaar
Inmiddels is allang gebleken dat monitoring van alle 323 rwzi’s op 1 september onhaalbaar is. Het RIVM communiceert inmiddels dat “het de bedoeling is dat het aantal meetpunten vanaf september wordt uitgebreid naar meer dan 300”. Pas als het onderzoek volledig loopt, kunnen er volgens het instituut conclusies aan worden verbonden. Een tweede wens van minister De Jonge, namelijk dagelijkse monitoring, lijkt voorlopig al helemaal een illusie. Al op 8 juli, in de vergadering van de Stuurgroep Water – het bestuurlijk overleg dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat voert met bestuurders van de waterschappen, provincies, gemeentes en drinkwaterbedrijven – hebben de Nederlandse waterschappen laten weten dat zij niet alle rioolwaterzuiveringsinstallaties dagelijks gaan monitoren. Dat zou onder meer te kapitaalintensief zijn.
Aangepaste rekenmethode
Onderzoekers van het RIVM testen nu eens per week op 80 locaties rioolwater dat over 24 uur verzameld is. “Niet alle besmette personen scheiden het virus ook uit, de virusdeeltjes zijn dus afkomstig uit ontlasting van een deel van de besmette personen”, stelt het RIVM. “In het huidige onderzoek kunnen trends in aantallen virusdeeltjes, zoals een stijging of daling, worden gezien.” Nu met de uitbreiding naar 80 meetlocaties meer kwantitatieve gegevens beschikbaar komen, kan het aantal virusdeeltjes nauwkeuriger worden bepaald. De cijfers van vóór 20 juli zijn gebaseerd op 29 locaties, die daarna op 80 locaties. Daarom hanteert het RIVM sinds 18 augustus een aangepaste rekenmethode om het aantal virusdeeltjes per milliliter te bepalen. Met terugwerkende kracht zijn ook alle historische gegevens volgens dezelfde methode herrekend.
Tien miljoen mensen
Met de uitbreiding van van 29 naar 80 rwzi’s wordt volgens het RIVM het rioolwater van ongeveer 10 miljoen mensen in Nederland, bijna 60 procent van de Nederlandse bevolking, op het coronavirus onderzocht. Bij de nieuw toegevoegde locaties is gekozen voor een gelijke verdeling van rwzi’s van verschillende grootte. Zo zijn plaatsen met veel en weinig inwoners vertegenwoordigd. Ook is gekozen voor meer landelijke spreiding van de locaties. Nu er steeds meer meetpunten bijkomen en er dus steeds meer rioolwatermonsters moeten worden geanalyseerd, heeft het RIVM veel tijdrovende handmatige handelingen geautomatiseerd.