De rechter heeft de bezwaren van de Nederlandse Vereniging van Waterschapsbestuurders namens Bedrijven tegen de initiatiefwet geborgde zetels afgewezen. De NVWB spande een procedure aan omdat zij het niet eens is met de onmiddellijke inwerkingtreding van het initiatiefwetsvoorstel Bromet/De Groot om de geborgde zetels voor bedrijven in de waterschapsbesturen te schrappen.
De reden hiervoor is dat de rechter niet wil ingrijpen in het wetgevingsproces, schrijft de NVWB in een brief aan de leden. Zij wil hierin terughoudendheid betrachten omdat naar haar mening het proces correct gevolgd is en het aan de wetgever is hoe zij dit inricht.
Daarbij was de rechter volgens de NVWB niet overtuigd van het feit dat de bestuurders in het passief kiesrecht zijn aangetast. Zij gebruikte hiervoor ook de term dat alles onderdruk vloeibaar wordt. Zelfs als de bestuurders in hun rechten geschonden zouden zijn heeft inwerkingtreding voorrang.
De rechter is niet overtuigd dat de NVWB geen actie meer kan ondernemen om met een lijst te komen. Daarom is er onvoldoende grond om de inwerkingtreding te blokkeren.
Politiek feit
De Eerste Kamer nam 29 november de initiatiefwet van GroenLinks en D66 over het afschaffen van de geborgde waterschapszetels voor bedrijven aan Lambert Zwiers, voorzitter van de NVWB, benadrukt dat de vereniging de wet die door de Eerste en de Tweede Kamer is aanvaard niet bestrijdt. “Dat is een politiek feit. Het gaat ons om het moment van de invoering van de wet.”
De wet zou volgens de vereniging pas moeten worden ingevoerd na de waterschapsverkiezingen in maart 2023. Hiervoor dragen de bestuurders twee redenen aan. Zo zijn er twee vaste momenten waarop wetten volgens de Tweede Kamer in werking mogen treden: 1 januari en 1 juli. Nieuwe wetten hebben immers vaak grote consequenties en vragen veel voorbereiding van de betrokken partijen.
“Daarom moet de aankondiging van een nieuwe wet uiterlijk twee maanden van tevoren in het Staatsblad worden gepubliceerd”, licht Zwiers toe. Wanneer lagere overheden, zoals provincies, erbij betrokken zijn, is het zelfs drie maanden van tevoren. “Het had dus uiterlijk 1 oktober in de Staatscourant moeten staan. En dat is niet het geval. De wet kan daarom in onze ogen niet eerder dan 1 juli 2023 worden ingevoerd.”
Kieslijsten staan vast
De tweede reden die de vereniging aandraagt, is dat vertegenwoordigers van het bedrijfsleven niet meer in de gelegenheid zijn om een plaats te verwerven op de kieslijsten van politieke partijen. “De kieslijsten staan immers al lang vast”, benadrukt Zwiers. “Zo kunnen wij onze bestuurlijke betrokkenheid bij de waterschappen niet meer continueren. En worden we in onze ogen afgesloten van ons recht op passief kiesrecht.” Laura Bromet van GroenLinks stelt in een tweet dat ‘wij ons houden aan de kieswet. Ik neem aan dat de rechter daar naar kijkt.”
Juridische deadline
In de debatten over de initiatiefwet in zowel de Tweede als de Eerste Kamer, heeft minister Harbers (VVD, Infrastructuur en Waterstaat) steeds aangegeven dat de wet uiterlijk 1 december in het Staatsblad gepubliceerd moet zijn om inwerkingtreding met ingang van de verkiezingen in 2023 mogelijk te maken. Zijn argument daarvoor (“Mensen die door de nieuwe wet geen aanspraak meer kunnen maken op een geborgde zetel, moeten de tijd hebben om een nieuwe partij op te richten om deel te nemen aan de reguliere verkiezingen.”) werd op 21 en 22 november in de Eerste Kamer echter terzijde geschoven. De juridische ‘deadline’ ligt op 19 december en geen dag eerder.
Op 16 december is de wet in het Staatsblad gepubliceerd. Dat betekent dat deze vanaf 17 december van kracht is geworden.