Europa’s hoogste waterambtenaar Veronica Manfredi bracht het via Twitter als een kerstcadeau: de publicatie van de herziening van de Europese Drinkwaterrichtlijn, nadat deze half december met een ruime meerderheid door het Europees Parlement was aangenomen. Voor Nederland is nu minister Van Nieuwenhuizen aan zet. Belangrijke vraag: mogen de tien Nederlandse drinkwaterbedrijven hun exclusieve leveringsrecht behouden?
Another welcome Christmas gift🎄🎁: the new #DrinkingWater Directive (EU) 2020/2184 is now published – more transparency, enhanced access to💧and better protection of human #health! Transposition due by 12/1/2023 EUR-Lex – 32020L2184 – EN – EUR-Lex https://t.co/KvbItb2hAN
— Veronica Manfredi (@veromanfrve) December 23, 2020
Minister Van Nieuwenhuizen, of haar opvolger, heeft tot 12 januari 2023 de tijd om te komen met een herziene versie van de Nederlandse Drinkwaterwet, waarin de nieuwe Europese richtlijn is opgenomen. Voor een aantal regels geldt zelfs een overgangstermijn van drie jaar, bijvoorbeeld voor een aantal chemische en biologische parameters zoals bisfenol-A, chloraat, chloriet, gehalogeneerde azijnzuren, microcystine-LR, PFAS-totaal en uraan.
Lokale waterbronnen
Verschillende bedrijven in de Nederlandse watersector zullen met spanning afwachten welk wetsvoorstel de minister aan de Tweede Kamer gaat sturen. Behouden de tien Nederlandse drinkwaterbedrijven hun exclusieve leveringsrecht op leidingwater of komt er meer speelruimte voor andere bedrijven en innovatieve oplossingen? Nu de droogte toeneemt, groeit het belang van lokale waterbronnen die zoetwater kunnen leveren uit bijvoorbeeld afvalwater, maar ook van in-huis-apparatuur, zoals de Upfallshower, de Hydraloop en Hemel(s)Water. Momenteel moet de Inspectie Leefomgeving en Transport nog handhavend optreden tegen sommige toepassingen van dergelijke innovaties, omdat leidingwater van drinkwaterkwaliteit alleen geleverd mag worden door de tien wettelijk erkende drinkwaterbedrijven.
Verschillen in infrastructuur
In de herziene Europese richtlijn zijn onder andere minimumvereisten opgenomen voor materialen, producten en chemicaliën die in contact komen met drinkwater, maar er staat niet in dat drinkbaar leidingwater enkel door drinkwaterbedrijven geleverd mag worden. Op zich is dat niet vreemd, want tussen de Europese lidstaten bestaan grote verschillen in de drinkwaterinfrastructuur en de richtlijn moet in alle aangesloten landen kunnen gelden. Het is aan de afzonderlijke lidstaten om de Europese richtlijn te implementeren in nationale wetgeving. De bal ligt dus bij de minister. Het standpunt van drinkwaterbrancheorganisatie Vewin is duidelijk: waarom zou je allerlei risico’s nemen (denk bijvoorbeeld aan legionella) als je een prima waterinfrastructuur hebt met tien zeer capabele bedrijven die het tegen een zeer betaalbare prijs overal kunnen leveren?
Vewin: ‘Herziening is een verbetering’
Vewin vindt de wijziging van de Europese Drinkwaterrichtlijn overigens een verbetering ten opzichte van de oude richtlijn uit 1998, maar benadrukt dat het succes van de richtlijn zal afhangen van de invulling van de verschillende uitvoeringsbesluiten, van de omzetting in nationale wetgeving en de uiteindelijke implementatie van de nieuwe richtlijn in de praktijk. Grote winstpunten zijn volgens Vewin de verbeterde afstemming met de Kaderrichtlijn Water en het vastleggen van minimumvereisten voor materialen, producten en chemicaliën die in contact komen met drinkwater.
Samenhang in het Europese waterbeleid
“Om de doelen uit de Drinkwaterrichtlijn te kunnen halen, zijn schone drinkwaterbronnen noodzakelijk”, stelt Vewin in een officiële reactie. “Het is daarom van belang dat de verantwoordelijkheid die lidstaten hebben voor de bescherming van drinkwaterbronnen behalve in de Kaderrichtlijn Water nu ook in de Drinkwaterrichtlijn is opgenomen. Deze verbinding tussen de Drinkwaterrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water is een belangrijke stap in het verder verbeteren van de samenhang in het Europese waterbeleid.”
Proces van bijna drie jaar
Met de goedkeuring van de herziening door het Europees Parlement komt een einde aan de wetgevingsprocedure die van start ging op 1 februari 2018, met het voorstel van de Europese Commissie. Belangrijke onderwerpen in de onderhandelingen waren onder andere het updaten van de kwaliteitsparameters waaraan drinkwater moet voldoen, het invoeren van een risicogebaseerde aanpak van bron tot kraan, het opstellen van minimum hygiënevereisten voor materialen en producten in contact met drinkwater, het verbeteren van de toegang tot drinkwater, het voorzien van informatie aan consumenten, en het verminderen van lekkage.