
Onderzoeksschip Navicula is begonnen aan een ‘monsterklus’ (letterlijk en figuurlijk) van ruim zeven weken, waarin het verspreid over de hele Waddenzee stukjes wadbodem hapt. Vanaf het schip worden onder water hapmonsters, ook wel ‘boxcores’, genomen en een 3D-scanner maakt ondertussen een scan van de bodem. Aan de wal worden alle bodemmonsters en de scan geanalyseerd.
Het hele project, dat ‘Waddenmozaïek’ is gedoopt, moet uiteindelijk leiden tot een overzicht van het onderwaterlandschap, de bodemsamenstelling en de organismen die in en op de bodem leven. Inititatiefnemers zijn de Vereniging Natuurmonumenten, Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en NIOZ, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee. Dezelfde drie organisaties voerden eerder het project Waddensleutels uit, gericht op het droogvallende wad.
Wie eet wie?
Waddenmozaïek brengt met de bodemmetingen en aanvullende bemonsteringen ook de ‘wie-eet-wie’-relaties tussen de planten en dieren in kaart. Prof. dr. ir. Tjisse van der Heide, verbonden aan RUG en NIOZ, legt uit: “Die samenhang tussen de relaties noemen we het voedselweb. Om dat te bepalen doen we isotopenonderzoek aan de organismen uit de bodemmonsters. Daarvoor gebruiken we de verhouding tussen lichte en zware versies van koolstof en stikstof, die als bouwstoffen in de organismen voorkomen. Aan de verhoudingen kunnen we afmeten welke organismen een dier heeft gegeten.”
Voedselweb en bodemstructuur Waddenzee herstellen
Het is de eerste keer dat de natuurkwaliteit van de bodem onder water in één keer systematisch in kaart gebracht wordt. Over het ondergedoken deel van de Waddenzee zijn tot op heden weinig gegevens beschikbaar. De natuurkaart die ontstaat, helpt bij de opgave van de overheid om het voedselweb en de bodemstructuur van de Waddenzee te herstellen. De Waddenzee is het enige natuurlijke Werelderfgoed van Nederland, maar de kwaliteit van die natuur baart zorgen, vooral onder water. Die hoort rijker en meer divers te zijn.
Ook herstelmaatregelen worden getoetst
In de andere deelprojecten van Waddenmozaïek worden herstelmaatregelen in de Waddenzee getoetst, om te leren wat wel of niet werkt. Die veldexperimenten worden gekoppeld aan wetenschappelijk onderzoek. Zo bestudeert Waddenmozaïek hoe de natuur herstelt, nadat een gebied wordt gesloten voor bodemvisserij. In een ander experiment toetst het project hoe de natuur reageert op het herstel van harde structuren, zoals stenen en schelpengruisbanken en doet experimenten met het herstel van schelpdierbanken en zeegrasvelden. Vroeger lagen overal in de Waddenzee banken met platte oesters en mosselen en uitgestrekte velden groot zeegras. Het areaal zeegras besloeg ooit circa 150 vierkante kilometer. De levende structuren onder water bieden een plek voor andere planten en dieren. Met experimenten worden herstelmogelijkheden in de praktijk getoetst en wordt bepaald wat de sleutelfactoren zijn voor herstel.