In de dijken in het rivierengebied moet de komende jaren flink worden geïnvesteerd (foto: Waterschap Rivierenland).

Bij tien dijkversterkingsprojecten uit het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) zijn de geraamde kosten sinds 2015 gestegen van gemiddeld 6,4 miljoen naar 11,3 miljoen euro per kilometer. Een eenduidige verklaring voor de stijging van de kostenramingen is volgens de HWBP-directie niet te geven. Minister Van Nieuwenhuizen heeft de ‘Feitenanalyse veranderende kostenramingen Hoogwaterbeschermingsprogramma’ 13 september naar de Kamer gestuurd.

Voor een generieke conclusie naar het hele programma is het volgens de HWBP-directie nog te vroeg. Voor het hele programma, dat 900 km dijkversterking omvat en in 2050 klaar moet zijn, is 5,4 miljard euro gereserveerd. Dat komt neer op 6 miljoen euro per kilometer.

Kamervragen over kostenstijgingen
Na constatering van kostenstijgingen bij enkele dijkversterkingsprojecten, heeft de directie van het Hoogwaterbeschermingsprogramma veertien dijkversterkingsprojecten nader laten onderzoeken op de veranderde kostenramingen. De onderzochte projecten zijn representatief voor de zestig lopende projecten binnen het programma, met grote en kleine dijkvakken en in verschillende stadia van voorbereiding of uitvoering.

Meeste kostenramingen gestegen
De prijs per kilometer dijkversterking is bij de onderzochte projecten (op basis van de laatste raming ten opzichte van de initiële raming) in 2015 gestegen van gemiddeld 6,4 euro naar gemiddeld 11,3 miljoen euro. Slechts twee projecten blijven fors beneden de 6 miljoen per kilometer – bij de twaalf resterende projecten variëren de kosten van 6,7 tot 21,5 miljoen euro per kilometer. De geconstateerde toename sluit aan bij de geluiden vanuit de waterschappen, die aangeven dat hun kostenramingen stijgen. Dit geldt met name voor Waterschap Limburg, Waterschap Rivierenland, Waterschap Aa en Maas, Waterschap Drents Overijsselse Delta en Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden.

Bijna vier keer zo hoog
Twee stijgingen die eruit springen zijn de kostenramingen van het dijkversterkingsproject in de haven van Roermond en de versterking van de Waaldijk van Tiel tot aan Waardenburg. Vooral deze laatste valt op, omdat het over 19,5 km gaat en de kostenraming sinds 2015 is toegenomen van 100 miljoen tot 370 miljoen euro. Bijna een verviervoudiging. Net zo opvallend is overigens de daling van de kostenraming voor de versterking van de dijk langs de IJssel aan de kant van de Krimpenerwaard. De kosten daar waren aanvankelijk geraamd op 23 miljoen euro per kilometer. Het project bevindt zich inmiddels in de aanbestedingsfase en de kosten zijn gedaald tot 21,5 miljoen euro.

Spindiagram van de factoren die geleid hebben tot de toename van de ramingskosten van de dijkversterking langs de Waal tussen Tiel en Waardenburg. In zwart de uitgangssituatie bij de ramingen in 2015, en in oranje de huidige kostenramingen. Vooral de veranderde regelgeving, de nieuwe risiconormering die in 2050 moet worden gehaald en de hantering van de beslisboom voor de risico’s op piping zorgen voor hogere kosten. Het toepassen van de nieuwe pipingregel Sellmeyer zal naar verwachting leiden tot minder conservatieve ontwerpaannames, waardoor de kostenramingen uiteindelijk weer zullen dalen, zo verwacht de HWBP-directie (bron: HWBP-rapport Feitenanalyse Veranderende kostenramingen).

Niet één op één te vertalen naar het hele programma
De HWBP-directie is terughoudend in het vertalen van de veertien gekozen projecten naar het hele programma, ook al is er sprake van een representatieve steekproef uit de zestig projecten die momenteel lopen. De ervaring leert volgens de directie dat als bij de uitwerking van projecten de algemene aannamen worden vertaald in specifieke details, de kosten in het algemeen afnemen. Daarvan getuigt ook het zeer complexe dijkproject bij de Krimpenerwaard.

Acht mogelijke oorzaken benoemd
In de feitenanalyse zijn acht redenen opgevoerd voor de kostenstijgingen. Een daarvan is de in 2017 ingevoerde landelijk risiconormering voor waterveiligheid, waarop alle primaire dijken nu worden gedimensioneerd. Gaandeweg de uitwerkingen van de veertien projecten bleek in de meeste gevallen de versterkingsopgave groter te zijn dan aanvankelijk was ingeschat. Ook nieuwe wettelijke regels en afspraken met de omgeving hebben invloed gehad op de kostenramingen. Zo is bij Marken afgesproken om het ‘leefgedeelte’ van het eiland niet kleiner te maken met een de binnendijkse versterking. Hierdoor is de buitendijkse versterking veel duurder geworden, aangezien op een maagdelijke onbelaste slappe bodem moet worden gebouwd. Bij de dijkversterking Tiel-Waardenburg langs de Waal, hebben aanvullende eisen vanuit Natura 2000 en de Beleidsregel grote rivieren een kostenverhogend effect gehad.

Kosten kunnen nog dalen
Bij de eerste berekening van het volledige HWBP om alle dijken in 2050 te laten voldoen aan de nationale norm voor de waterveiligheid, bedroegen de kosten per kilometer nog 9 miljoen euro. De programmadirectie had zich ten doel gesteld om dit middels innovatie en kostenbesparingen terug te brengen naar 7 miljoen euro per kilometer. Maar de analyse van de veertien projecten wijst dus eerder op een toename dan een afname. Toch wil de programmadirectie niet te vroeg conclusies trekken voor het hele programma. De eerste HWBP-projecten die nu zijn gestart, zijn het meest noodzakelijk vanuit het oogpunt van de waterveiligheid. De versterkingsopgave voor die dijkvakken zijn het grootste en daarom zijn de lopende projecten anders dan de dijkversterkingen die in de toekomst nog aan bod gaan komen. Op basis van de optimalisaties van het ontwerp die door de projecten nog als mogelijk worden gezien, is de verwachting dat de gemiddelde kosten per kilometer nog zullen dalen en het aantal kilometers te versterken dijk nog zal wijzigen, zo schrijft de directie in het rapport.

Lees het hele HWBP-rapport Feitenanalyse veranderende kostenramingen Hoogwaterbeschermingsprogramma.