Onderwaterdrainage beïnvloedt de grondwaterstand in het veen, maar het leidt niet tot minder CO2-uitstoot. Die conclusie trekken de Radboud Universiteit en Wageningen Environmental Research (WENR) na onderzoek bij acht Friese boeren. Het vier jaar durende onderzoek vond plaats in opdracht van het Friese Veenweideprogramma. De International Mire Conservation Group (IMCG), een internationaal netwerk van veenspecialisten, kwam in 2018 tot een vergelijkbare conclusie.
Kunnen onderwaterdrainage en infiltratie aan een emissiereductie van CO2 bijdragen? Deze vraag stond centraal in het onderzoek bij acht Friese boeren van 2017 tot 2021 in opdracht van het Friese Veenweideprogramma. Vanuit het klimaatakkoord is immers de doelstelling uitgesproken om in 2030 minimaal 1Mt CO2 emissie per jaar of 25 procent van de totale emissie in de Nederlandse veenweide gebieden te reduceren. Friesland heeft een oppervlakte van 85.000 hectare met veen. Daarom staat de provincie voor de belangrijke opgave om maatregelen te nemen die tot de nodige emissiereductie gaan leiden.
Vernatten van veen lijkt een goede methode om de zuurstof in de bodem terug te dringen en daarmee de veenafbraak te remmen. Een nadeel van vernatten is dat landbouw bij een te hoge vernatting aangepast moet worden omdat de draagkracht van het veld afneemt en het gras minder goed groeit of minder smakelijk is.
Effect onderwaterdrainage
Onderwaterdrainage lijkt hierdoor een goede maatregel om zowel de productiviteit van het grasland te behouden en tegelijkertijd de veenafbraak in diepere veenlagen te remmen. Maar hoeveel onderwaterdrainage daadwerkelijk bijdraagt aan het reduceren aan CO2 emissies is nooit direct gemeten.
Van 2017 – 2021 is er onderzoek gedaan de effectiviteit van onderwaterdrainage. Voor het onderzoek werd in percelen van acht Friese boeren drainagebuizen op een diepte onder het slootpeil geplaatst met een onderlinge afstand van 4-8 meter. De buizen hebben in de winter een drainerende functie, terwijl ze in droge periodes ook water kunnen infiltreren.
Natschade beperken
Uit het onderzoek blijkt dat onderwaterdrainage in de zomer de grondwaterstand tot 40 cm onder het maaiveld verhoogt en de grondwaterstanden in de wintermaanden verlaagt. Het blijkt volgens de onderzoekers een goede methode om bij hogere slootpeilen natschade te beperken. Natschade ontstaat als de grond bij veel regen te nat wordt om te bewerken of voor koeien om op te beweiden.
Toch lieten alle percelen (kleidek en puur veen) in de onderzoeksperiode hoge CO2-emissies zien ongeacht de aanleg van onderwaterdrainage. Er is geen CO2-reductie gemeten ondanks het gewenste grondwaterstand effect.
De emissie factor voor de Friese veenweide komt uit op 26 ton CO2 per hectare per jaar en 29 ton CO2-e per hectare per jaar op moment dat methaan en lachgas bij geteld worden. Afhankelijk van de interpolatie methode loopt de gemiddelde CO2 emissie op tot 43 ton CO2 per hectare per jaar.
Landelijk onderzoek naar onderwaterdrainage
Waarom er geen vermindering van CO2-uitstoot optreedt in het nattere veen, is nog onvoldoende bekend. Mogelijk wordt het veen niet nat genoeg of worden via het slootwater voedingsstoffen en zuurstof aangevoerd die het oxidatieproces juist activeren.
Ook landelijk vindt in veenweidegebieden onderzoek plaats naar drainage en het effect op veenoxidatie. De Radboud Universiteit en Wageningen Research adviseren de uitkomsten van het landelijk onderzoek af te wachten. Andere afstanden tussen de buizen, pompen die het water onder druk in de buizen pompen, hogere slootpeilen dan de 60 cm onder maaiveld die in Fryslân is toegepast en andere samenstelling van het veen, kunnen van invloed zijn op het oxidatieproces. Dan zou onderwaterdrainage wel een bruikbare maatregel kunnen zijn.
Teleurstellend
Gedeputeerde DouweHoogland van de provincie Friesland vindt de uitkomsten in eerste instantie teleurstellend. “Maar het is nog onvoldoende bekend waarom er geen verminderde CO2-uitstoot optreedt bij het nattere veen. Mogelijk wordt het veen niet nat genoeg. Wellicht geven bijvoorbeeld andere afstanden tussen de buizen een ander beeld. Het is daarom van belang om ook de landelijke onderzoeken af te wachten”.
International Mire Conservation Group
De International Mire Conservation Group (IMCG), een internationaal netwerk van veenspecialisten, stelde in 2018 al dat het niet onomstotelijk vaststaat dat onderwaterdrainage bodemdaling en CO2-uitstoot tegengaat. De experts twijfelden aan de analyse van de beschikbare data en merken op dat er weinig kritisch gekeken is naar de uitkomsten van de Nederlandse pilots.
IMCG-wetenschapper John Couwenberg betrok tientallen studies in zijn kritische analyse. Ook tijdens een bijeenkomst van de IMCG in Nederland eind augustus 2018 was onderwaterdrainage onderwerp van discussie. Uit nadere analyse van de data blijkt, volgens IMCG, dat de verwachte CO2 reductie en bodemdaling naar alle waarschijnlijkheid nauwelijks zal optreden. De IMCG nam daarom een resolutie met de oproep om de effectiviteit van de maatregelen nader te onderzoeken en om bestaande alternatieven zoals paludicultuur in de mogelijke oplossingsrichting te betrekken.
Meer nieuws uit de watersector