In de ochtend van 10 januari kwam de piek van de hoogwatergolf bij Lobith ons land binnen (14,64 meter +NAP). Het betreft het eerste hoogwater sinds de afronding van de meeste Ruimte voor de Rivier-projecten. Veel van de nevengeulen en andere RvdR-maatregelen kunnen nu hun nut bewijzen, ofschoon ze eigenlijk voor véél hogere waterstanden zijn ontworpen.
De huidige hoogwatergolf kent een afvoer van iets meer dan 7500 m3/s. Dat is nog niet de helft van de maatgevende afvoer waarop de projecten in het programma Ruimte voor de Rivier zijn ontworpen: 16.000 m3/s. Het is daarom niet zo vreemd dat het effect van de nevengeulen, waterbergingen en andere maatregelen bij het huidige hoogwater gering is. Veel van die maatregelen treden pas in werking bij een afvoer van circa 5000 m3/s en het effect wordt steeds beter meetbaar naarmate de afvoer groeit. Een afvoer van 7500 m3/s is in dat spectrum slechts ‘klein bier’. Overigens zijn er ook maatregelen die al bij lagere waterstanden gaan werken, zoals de kribverlagingen en langsdammen in de Waal. Het effect van die maatregelen bij hoogwater is dan ook wat groter: ze kunnen bij de huidige afvoer zorgen voor een decimeter verlaging.
Hoogwatergolf biedt wel goede condities voor een praktijkproef
De gevolgen voor de waterstand mogen dan gering zijn, met de huidige hoogwatergolf kan wél in de praktijk worden bekeken of de getroffen maatregelen ook werkelijk doen wat ze moeten doen. “Het is geen officiële proef, maar we doen natuurlijk wel heel veel ervaring op”, zegt Johan de Boer, woordvoerder Ruimte voor de Rivier bij Rijkswaterstaat. “Er komen nu percelen en geulen onder water die nog nooit deze waterhoogte hebben gekend. Het is nu vooral kijken hoe een en ander verloopt, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de hoeveelheid water die nu binnenkomt bij Lobith nog niet de helft is van waarmee gerekend is.”
Regelwerken voor de juiste afvoerverdeling
Er is een aantal RvdR-maatregelen die cruciaal zijn voor een probleemloze afvoer van het extra water uit Duitsland. De hoogwatergolf komt na Lobith al snel terecht bij de splitsing tussen de Waal en het Pannerdensch Kanaal (zie onderstaande kaart). Begin november is het Regelwerk Pannerden opnieuw ingesteld door er een aantal betonnen schotbalken in te hijsen. Het regelwerk werd daarmee verder dichtgezet en dat was nodig omdat Kade Scherpekamp was verlaagd. Door die verlaging kan het water bij hoogwater nu makkelijker door de uiterwaarden stromen en met het regelwerk bij Pannerden houdt Rijkswaterstaat bij hoogwater de vaste verdeling van het water over het Pannerdensch Kanaal (een derde) en de Waal (twee derde) in stand. Die vaste afvoerverdeling is belangrijk: hier is de hoogte van de dijken in het rivierengebied op berekend. Om bij hoogwater de vaste afvoerverdeling intact te houden, is het gewenst dat er meer water naar het Pannerdensch Kanaal gaat. De kadeverlaging draagt hieraan bij. Nu het regelwerk meer schotbalken telt, kan bij extreem hoogwater preciezer worden bijgestuurd op het handhaven van de juiste verdeling van water over de rivieren, simpelweg door schotten weg te halen. Het huidige hoogwater is echter niet extreem.

Aan het einde van het Pannerdensch Kanaal ligt nóg een regelwerk, in de Hondsbroeksche Pleij. Dat was een van de eerste projecten die in het kader van Ruimte voor de Rivier zijn uitgevoerd. Bij hoogwater zorgt dit regelwerk voor de instandhouding van de afgesproken afvoerverdeling tussen Nederrijn (twee derde) en IJssel (een derde). Het Regelwerk Hondsbroeksche Pleij is bij het huidige hoogwater in werking en functioneert naar behoren.
Nevengeulen niet allemaal in werking
Behalve de regelwerken worden ook de in het kader van het programma Ruimte voor de Rivier aangelegde nevengeulen deze dagen nauwlettend in de gaten gehouden. In de IJssel werd afgelopen jaar de aanleg van de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld afgerond. Op 6 januari werden er voorbereidingen getroffen voor de mogelijke inzet van deze geul. De hoogwatergeul Veessen-Wapenveld is acht kilometer lang en loopt vol na het openen van een inlaat bij Veessen. Waterschap Vallei en Veluwe plaatste op 6 januari de cilinders waarmee de zestig kleppen van de 800 meter lange inlaat geopend worden, zodra dat nodig is. Waarschijnlijk was deze inspanning overbodig. “De verwachting is dat de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld niet vol zal lopen”, zegt Johan de Boer. “Het plaatsen van de cilinders is slechts de eerste stap van het protocol. Maar ook daarvoor geldt weer dat het goed is om het draaiboek af te werken en natuurlijk wordt dan gekeken of alles goed functioneert en tot nu toe gaat dat goed.”
De Spiegelwaal stroomt volop mee
De nevengeul bij Nijmegen stroomt al enkele dagen volop mee. Deze ‘Spiegelwaal’ geldt als het grootste RvdR-project en bij extreem hoogwater zorgt deze voor een waterstandsdaling van zo’n 35 centimeter. Met de huidige hoogwaterafvoer zal het effect van de Spiegelwaal op de waterstanden ongeveer 10 centimeter bedragen. Overigens is dat verlagende effect alleen bovenstrooms van de nevengeul merkbaar. Van de Spiegelwaal bij Nijmegen profiteren dus vooral de plaatsen stroomopwaarts van de stad. Nijmegen profiteert op haar beurt dan weer van de kribverlagingen die stroomafwaarts tot aan Tiel zijn uitgevoerd.
Noordwaard: wel berging, geen stroming
Op donderdag 11 januari bereikt de hoogwatergolf de voormalige Noordwaardpolder. Dit is een gebied van zo’n 4450 hectare, gelegen tussen de Brabantse Biesbosch en de rivier de Nieuwe Merwede. In het kader van Ruimte voor de Rivier werd in 2009 gestart met één van de grootste maatregelen binnen het programma: de ontpoldering van de Noordwaard. In vijf jaar tijd werd een deel van de Noordwaard opnieuw ingedeeld en gewijzigd van een binnendijks naar een buitendijks gebied. In het midden is zo een doorstroomgebied ontstaan om bij hoogwater de doorstroom van grote hoeveelheden rivierwater naar zee mogelijk te maken. Daartoe zijn in- en uitstroomopeningen gemaakt, door dijken gedeeltelijk af te graven.

Door zijn ligging kan de Noordwaard langs twee kanten volstromen: in het zuidwesten vanuit zee en in het noordoosten vanuit de Nieuwe Merwede. Op 3 januari liep de Noordwaard vol door de zuidwesterstorm die er mede voor zorgde dat alle Nederlandse stormvloedkeringen gelijktijdig gesloten waren. De vraag is of de hoogwatergolf uit Duitsland ervoor kan zorgen dat al dat water op 11 januari toch gaat stromen. Johan de Boer ziet dat nog niet zo snel gebeuren: “De Noordwaard staat weliswaar behoorlijk blank, maar dat is water dat via de zuidkant is binnengelopen. De dijk tussen de Nieuwe Merwede en de vier instroomopeningen is nog niet overgelopen. Dus het doorstroomgebied van de Noordwaard voert nog geen water af vanaf de Nieuwe Merwede.” De meeste deskundigen verwachten ook niet dat dit op 11 januari alsnog gaat gebeuren. De voormalige polder functioneert dus wel als bergingsgebied, maar nog niet als doorstroomgebied.