De Eerste Kamer buigt zich momenteel over het wetsvoorstel De Groot-Bromet. Dat beoogt de geborgde zetels voor de bedrijven te schrappen en die voor de landbouw en natuurbeheerders te behouden. Volgens emeritus-hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga gaat het hier om een politiek compromis en ontbreekt een duidelijke omlijning van de groepen die hierdoor in het waterschapsbestuur apart gerepresenteerd blijven. Elzinga vindt dat de Eerste Kamer het aangepaste wetsvoorstel moet verwerpen of om aanpassing moet vragen.
Oorspronkelijk was het de bedoeling van Tweede Kamerleden De Groot en Bromet om met een initiatiefwetsvoorstel alle geborgde zetels in het Algemene Bestuur van waterschappen te schrappen. In de Tweede Kamer kregen ze daar op 31 mei de handen niet voor op elkaar. Het schrappen van de geborgde zetels voor de landbouw lag politiek te gevoelig.
Daarop kwam een compromis tot stand waarbij de geborgde zetels voor de landbouw en natuurbeheerders gehandhaafd blijven, maar die voor de bedrijven wordt geschrapt. Volgens emeritus-hoogleraar Elzinga was het oorspronkelijke doel van het wetsvoorstel helder. Namelijk het bestaande stelsel van belangenrepresentatie vervangen door een stelsel van politieke representatie. Zonder geborgde zetels en enkel politieke partijen. Maar dat heeft het in de Tweede Kamer niet gehaald en nu blijft het waterschapsbestuur toch een belangenrepresentatie, zo constateert Elzinga.
“De oorspronkelijk grondslag van het initiatiefwetsvoorstel is geheel verdwenen en dat betekent dat de Tweede Kamer over een heel ander voorstel heeft gediscussieerd dan nu voorligt aan de Eerst Kamer. En dat leidt tot ondeugdelijke wetgeving”, zo concludeert de ex-hoogleraar staatsrecht. Daarom moet wat hem betreft de Eerste Kamer dit wetsvoorstel verwerpen of verzoeken dat het in aangepaste vorm opnieuw bij de Tweede Kamer wordt ingediend.
Wangedrocht
“Dit voorstel draagt alle kenmerken van een slecht politiek compromis”, stelt emeritus-hoogleraar Douwe Jan Elzinga. In een artikel op LinkedIn trok hij onlangs de aandacht omdat hij het aangepaste wetsvoorstel betitelde als een ‘wangedrocht’. Elzinga stelt vast dat het waterschapsbestuur zich kenmerkt door een vorm van belangenrepresentatie. Dat past volgens hem heel goed bij een functioneel bestuur met specifieke watertaken. “Dan rijst vervolgens de vraag wat zijn de kenmerken van de bijzondere groepen die worden vertegenwoordigd. Nu zijn dat de ingezetenen, de agrarische sector, de natuurbedrijven en de bedrijven. Als je die verhouding tussen de verschillende belangen wilt veranderen dan hoort daar een grondige argumentatie bij. Hier is in de Tweede Kamer nauwelijks over gesproken. Het wetsvoorstel is op het laatst flink van kleur verschoten en dat leidt tot ondeugdelijke wetgeving”, zo stelt Elzinga. “Het schrappen van de geborgde zetels voor bedrijven is een politiek besluit geweest waarvoor geen goede argumenten zijn gegeven. Deze aanpassing in de aard en omvang van de geborgde zetels heeft het willekeurige karakter versterkt”.
Benoemingssystematiek
Elzinga bepleit een duidelijk benoemingssystematiek. “De borging van zetels roept de veronderstelling op dat deze worden weggehouden van het democratische proces. Dat wordt versterkt door de wijze van benoeming. Maar waar het echt om gaat, is de vraag of er naast het belang van de ingezetenen, er separate belangen zijn die in het bestuur tot uitdrukking zouden moeten komen”, zo redeneert Elzinga. Dat doet hij vanuit de gedachte dat waterschappen nu geen politiek bestuursorgaan zijn zoals gemeenten en provincies, maar een functionele democratie blijven met toegewezen zetels. ”Als het op veranderingen aankomt, gaat het om een zorgvuldige afweging. Om de rationele en overtuigende gronden die kunnen worden aangevoerd”, zo stelt de ex-hoogleraar.
Polderoplossing
Het Tweede Kamerlid en initiatiefneemster Laura Bromet laat in een reactie op de analyse van Elzinga weten het om een compromis gaat. Hierbij is gekozen om de geborgde zetels voor landbouw en natuur te handhaven vanwege hun grondposities. “Hiermee zijn de geborgde belangen voor landbouw en natuur in evenwicht. Sectoren met het grootste belang houden zo een stem”, aldus Bromet. “Onze intentie was om de waterschappen te democratisch te maken. Na een goed en spannend debat in de Tweede Kamer, kan ik leven met deze polderoplossing die hopelijk kan rekenen op een brede steun in beide Kamers. Met de aanpassing maken we de waterschappen een stukje democratischer”, zo laat Bromet weten.
Eerste Kamer
Op dit moment bezint de Eerste Kamer zich op de vraag of er, voorafgaande aan de behandeling, eerst behoefte is aan een deskundigenbijeenkomst. De senaat gaat 12 juli met zomerreces en pakt 13 september de draad weer op. IenW-minister Mark Harbers heeft tijdens de behandeling in de Tweede Kamer desgevraagd laten weten dat het wetsvoorstel uiterlijk in september moet zijn aangenomen om effect te hebben voor de eerstvolgende waterschapsverkiezingen in maart 2023.
Lees hier het hele artikel van emeritus-hoogleraar Douwe Jan Elzinga.