Alle rwzi's worden bemonsterd op erfelijk materiaal van het coronavirus. (foto: waterschap De Dommel).

Sinds september worden 318 rioolwaterzuiveringen in opdracht van het RIVM wekelijks bemonsterd op erfelijk materiaal van het coronavirus. Tot dusver was het lastig om de resultaten van deze metingen goed te interpreteren en konden de resultaten van de verschillende zuiveringen niet met elkaar worden vergeleken. Dankzij het koppelen van extra informatie is de herkomst van rioolwater op een zuivering nu in beeld en zijn de metingen nu beter te interpreteren.

STOWA, het kenniscentrum voor de waterschappen, heeft samen met het CBS, het RIVM en de waterschappen de kaarten van het CBS en die van de riolering aan elkaar gekoppeld. Ook is beter in beeld gebracht welk deel van het rioolwater afkomstig is van huishoudens, en welk deel van bijvoorbeeld industriewater of regenwater. Dat maakte de Unie van Waterschappen gisteren in een nieuwsbericht bekend.

Andere maatstaf

Per regio wordt nu gemeld hoeveel virusdeeltjes zijn aangetroffen, omgerekend naar 100.000 inwoners in plaats van per milliliter rioolwater. Hierdoor zijn de cijfers te vergelijken met andere indicatoren, zoals het aantal positief geteste personen, omdat ook die per 100.000 worden weergegeven. Op het coronadashboard is te zien dat alleen Flevoland en Groningen nu  minder dan 200 virusdeeltjes per 100.000 inwoners hebben.

Bevestiging in plaats van vroegsignalering

De resultaten van de rioolwatermetingen op het coronadashboard lopen overigens nog steeds achter op het aantal testen. Dat komt doordat de meetfrequentie op de rioolwaterzuiveringen nog beperkt is. De resultaten van de PCR-tests op mensen worden op het coronadashboard dagelijks bijgewerkt, terwijl de resultaten van de rioolwatermetingen de metingen van afgelopen week laten zien. De afvlakking van het aantal besmettingen is nu ook nog niet te zien. De rioolwatermetingen staan op het coronadashboard nog steeds onder het kopje vroegsignalering, maar vooralsnog bevestigen de rioolwatermetingen een bepaalde trend pas later.

24-uurs monsternames

In een later stadium zullen de metingen wellicht vaker plaatsvinden, maar voorlopig is het voor de waterschappen een hele prestatie om de metingen wekelijks uit te voeren. Zo moeten de monsters vanuit alle hoeken van het land naar het RIVM voor analyse. Het gaat ook niet om zomaar een monster. Er wordt gebruik gemaakt van 24-uurs monsternames. Met speciale apparatuur wordt er 24 uur lang elk uur een monster genomen. Van al deze monsters wordt vervolgens een analyse gemaakt. Met deze methode wordt voorkomen dat de meting slechts een momentopname is.