
Scheidende lagen in de ondergrond worden vaak onvoldoende afgedicht bij de aanleg van bodemenergiesystemen. Hierdoor kan verontreinigd of zouthoudend grondwater naar schone grondwaterlagen stromen. Ook gebruiken boorploegen slootwater als werkwater, waardoor het grondwater vervuilt. Dat constateert het RIVM in een risicoanalyse van alle bodemwerkzaamheden in Nederland die afgelopen donderdag werd gepubliceerd.
Bij de aanleg en het aansluiten van Warmte Koude Opslag systemen (WKO’s) gaat het vaak mis, zo liet de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in januari van dit jaar al weten. De ILT ontdekte tijdens inspecties bij de aanleg van bodemenergiesystemen meerdere misstanden. Deze misstanden kwamen vooral voor bij installateurs van gesloten bodemenergiesystemen. Tijdens het aanleggen van bodemenergiesystemen moet een bedrijf door bodemlagen boren. Tussen de dieper gelegen afscheidende lagen bevindt zich grondwater voor het winnen van drinkwater, maar bedrijven brengen de grondlagen niet altijd goed in beeld. Ook gaat het afdichten van de grondlagen niet altijd goed. Daarmee loopt de kwaliteit van het drinkwater gevaar, aldus de ILT.
Grootste risico’s in kaart
Om beter inzicht te krijgen in de risico’s van verschillende bodemwerkzaamheden in Nederland, heeft het RIVM de afgelopen maanden in opdracht van de ILT een lijst gemaakt met ongewenste gebeurtenissen in de ondergrond in 2018 en de impact hiervan op milieu, gezondheid en economie. Die longlist werd vervolgens ingekort tot een ranglijst met de twintig belangrijkste risico’s. Het aanleggen van bodemenergiesystemen komt daaruit naar voren als grootste punt van zorg, veelal omdat boorploegen onverantwoord te werk gaan, zegt de ILT.
Overtredingen
Woordvoerder Ernst Koelmans van de inspectie stel in een artikel op Energeia dat onverantwoord werken te vaak voorkomt. Bij een inventarisatie in januari werd geconstateerd dat elf van de dertien geïnspecteerde boorbedrijven niet volgens de milieuregels werken. “De analyse van het RIVM bevestigt het beeld dat wij al hadden. We houden dit jaar bij hoeveel bedrijven overtredingen begaan, later dit jaar komen die cijfers naar buiten, maar als ik nu naar het aantal overtredingen kijk dat binnen is gekomen dan blijft dit een groot punt van zorg”, aldus Koelman. Volgens Koelman blijft de inspectie in gesprek met brancheorganisaties zoals BodemenergieNL en GGBN, de vereniging voor grondboor- en bronmalingsbedrijven om de situatie te verbeteren.
Beter toezicht
Dankzij risicoranglijst kan de Inspectie Leefomgeving en Transport beter prioriteiten stellen voor efficiënter en effectiever toezicht. De ILT heeft het rapport aangeboden aan de staatssecretaris van Intrastructuur en Waterstaat die het op 5 september aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.