Het Expertise Netwerk Waterveiligheid adviseert minister Van Nieuwenhuizen met maatregelen op kwetsbare kustlocaties niet te wachten tot de nieuwe voorkeursstrategie van de deltacommissaris. “We kunnen de zeespiegelstijging met de huidige strategie aan tot 2050, maar dat betekent niet dat tot de herijking niets nodig is”, zei ENW-voorzitter Gerhard van der Top op het tiende Deltacongres.
De deltacommissaris komt met een nieuwe strategie in 2027, maar daarop kunnen we niet wachten volgens Van der Top: “We moeten nu beginnen met het maken van schetsen, als een antwoord op ‘wat als’-scenario’s.” Hij doelde daarbij op de halfopen kustlocaties waar de zee in open verbinding staat met het achterland, zoals bij Rotterdam en in de Zuidwestelijke Delta. In 2027 moeten de uitkomsten bekend zijn van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging en op basis daarvan zal de deltacommissaris de voorkeursstrategie herijken. Dan zal ook de IPCC klimaatcommissie van de Verenigde Naties een nieuw assessmentrapport hebben uitgebracht, waarin de prognoses van het smelten van het ijs op Antarctica nog beter onderbouwd zullen zijn. Het KNMI zal dan inmiddels ook de vertaling van dat zesde IPCC-rapport naar de Nederlandse situatie hebben gemaakt.

Wel of geen versnelling
KNMI senior adviseur Rob van Dorland wees er in zijn presentatie tijdens het Deltacongres op dat mondiaal de zeespiegelstijging al een versnelling laat zien. In de vorige eeuw ging het om een gemiddelde stijgsnelheid van 2 mm per jaar, maar inzoomend op de laatste 25 jaar dan is die stijging 3 mm per jaar, en de laatste tien jaar is het volgens Dorland al opgelopen tot 4 mm. Hij wees erop dat die versnelling zich voor de Nederlandse kust nog niet heeft gemanifesteerd, maar dat zit volgens hem vooral in de ‘ruis van de data’. De jaarlijkse metingen liggen ver uiteen en dat maakt het lastig daar de conclusie uit te trekken of er al wel of niet sprake is van een versnelling. “Maar als er mondiaal sprake is van een versnelling, dan gaan we dat langs de Nederlandse kust ook een keer merken. Daarbij gaat het smelten van ijskappen een steeds grotere rol spelen in verhouding tot de thermische expansie door opwarming van de oceaan”, voorspelde Dorland.
Wetenschappelijke consensus
Volgens Annemiek Roeling van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is het nu eerst de bedoeling om de komende vijf jaar meer inzicht te krijgen in de internationale wetenschappelijke kennis van de processen die aan die zeespiegelstijging bijdragen. Ze gaf een toelichting op de werkzaamheden van het eerder dit jaar gestarte Kennisprogramma Zeespiegelstijging: “We willen de onzekerheden verkleinen en een vertaling maken naar de Nederlandse kust. We gaan ook nader kijken naar de ‘tipping points’ om te weten wanneer maatregelen niet meer mogelijk zijn.”

Signaleringsmethodiek en langetermijnopties
Volgens Jos van Alphen, adviseur bij de staf van de deltacommissaris, zal er ook een signaleringsmethodiek worden ontwikkeld om beter in de gaten te krijgen wanneer maatregelen genomen moeten worden. “Het is net als het lampje van de brandstofmeter in uw auto. Dan weet je dat je echt op zoek moet naar een tankstation.” Ook zullen de langetermijnopties nader worden verkend, vertelde Van Alphen. “Blijven we de kustlijn en waterkering handhaven zoals we dat nu doen? Maken we de rivieren open? Gaan we meebewegen met de stijgende zeespiegel door terug te trekken? Of volgen we een offensieve tactiek en gaan we zeewaarts bewegen met de bouw van een nieuwe kustlijn? Ideeën zijn er genoeg, maar we gaan nu verkennen in hoeverre er synergie mogelijk is met de grote maatschappelijke transities die gaan spelen, zoals met de veranderingen in de landbouw, de energietransitie en de bouw van een miljoen woningen.”
Evacuatieroutes
Het tiende Deltacongres vond plaats in Goes en werd geopend door Ria Geluk, een van de drijvende krachten achter het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk. Ze vertelde hoe ze als zesjarig meisje tijdens de ramp van 1953 in Capelle naar het dak van haar ouderlijke boerderij moest vluchten. “Ik heb geleerd dat een waarschuwing alléén onvoldoende is”, zei Geluk. “Mensen moeten kennis hebben van de kracht van het water. Ze moeten weten hoe hoog het water kan komen. Wat de veilige vluchtplekken zijn en hoe er te komen. Wij wisten het toen niet en ik betwijfel of Nederlanders in laag-Nederland het nu wel weten.” Volgens Geluk is die bewustwording nodig om slachtoffers te voorkomen als het onverhoopt misgaat, zoals in 1953 toen een watermuur van zes meter op de mensen af kwam. Ze pleitte ervoor de tweede en de derde laag van de meerlaagsveiligheid – de ruimtelijke inrichting en rampenbestrijding – onderdeel te maken van de lesstof op de basisschool.
