Het monumentale hoofdkantoor van het Hoogheemraadschap van Delfland, in het centrum van Delft (foto: Creative Commons).

De onlangs vertrokken dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Delfland, Michiel van Haersma Buma, schreef op zijn laatste werkdag aan de fractievoorzitters van de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap, dat de verhoudingen binnen het dagelijks bestuur van Delfland zeer slecht zijn. De hoogheemraden zelf nemen echter nadrukkelijk afstand van die kritiek.

In een korte schriftelijke reactie aan Omroep West laten de bestuurders weten de uitlatingen van de voormalig dijkgraaf te zien “als een persoonlijke en eenzijdige opvatting”. Toch blijkt dat de kritiek van Van Haersma Buma geen gebakken lucht is. Er is, of minstens wás, wel degelijk iets aan de hand. In de reactie aan Omroep West schrijven de hoogheemraden namelijk dat er “de afgelopen periode de nodige stappen zijn gezet om de onderlinge samenwerking verder te verstevigen”.

Vuile was
Een jaar geleden verzocht Van Haersma Buma organisatiebureau Galan Groep om de organisatie door te lichten. De conclusies van dat onderzoek lieten niets aan duidelijkheid te wensen over. In een brief van 1 juni 2017 schrijft de onderzoeker over de samenwerking tussen de bestuurders: “De tegenstellingen escaleren regelmatig op zodanige wijze dat de organisatie hiermee wordt geconfronteerd. Men spreekt van gedrag van sommige bestuurders die de ‘vuile was regelmatig buiten hangen’. Slecht voorbeeldgedrag dat in de organisatie ook splitsend werkt.”

Overhoop
Zowel de Galan Groep als de dijkgraaf kwamen vorig jaar dus al tot de conclusie dat de bestuurders van Delfland dusdanig met elkaar overhoop liggen dat de ambtenaren er veel last van hebben. Van Haersma Buma noemt dit in de brief die hij op zijn laatste werkdag schreef “permanent armpje drukken van een paar collegeleden”. Iedereen moest volgens hem op zijn eigen terrein blijven, en van contact tussen de leden was volgens de voormalige dijkgraaf nauwelijks sprake. Met name de eerste loco, Marcel Houtzager, krijgt er in de brief van Van Haersma Buma flink van langs. Hij zou geen tegenspraak dulden: “De dijkgraaf en de verenigde vergadering moeten doen wat het college van dijkgraaf en hoogheemraden wil, lees: wat de eerste loco wil.” In de reactie van de hoogheemraden wordt deze opmerking uitgelegd als “persoonlijke en eenzijdige opvatting”.

Nieuwe dijkgraaf
De opvolger van Michiel Van Haersma Buma, Piet-Hein Daverveldt, kon na zijn installatie op 4 juni dus meteen aan de bak. Gezien zijn CV is hij wel opgewassen tegen deze taak. Daverveldt was voorheen werkzaam als vice-president Technical Management bij de International Organisation for Standardisation ISO. Daarvoor heeft hij gewerkt als algemeen directeur van het Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut NEN, als vice-president Finance van het European Committee for Standardisation CEN en in diverse senior managementfuncties bij Shell. Het hoogheemraadschap noemde in een persbericht de nieuwe dijkgraaf “een innovatieve verbinder met gevoel voor bestuurlijke processen”.