
Voor de legionella-uitbraak op de industriële waterzuivering in Boxtel in 2016-2017 is nog steeds geen eenduidige verklaring. Installatiebeheerder HydroBusiness heeft de zuivering nog altijd afgedekt om verspreiding van legionellabacteriën te voorkomen, maar de groei van de bacteriën is nog niet onder controle. Op een speciaal symposium deelde HydroBusiness de meest actuele kennis met de watersector. Afdekken is goed, maar groei beheersen is beter, luidde de conclusie op het symposium. Hoe dat beheersen het beste kan, is (nog) niet duidelijk.
Legionellabacteriën zitten in het water dat bedrijven innemen en in het rioolwater dat bij rwzi’s aankomt. In meer of mindere mate is er dus altijd sprake van legionella voordat het zuiveringsproces van afvalwater begint. Bij het beluchten van afvalwater op een aerobe zuivering, vormen zich aerosolen en die kunnen een legionellabesmetting via de lucht verspreiden. Zo is het in Boxtel gebeurd. Maar in andere gevallen komen legionellabacteriën via een waterzuivering terecht in het oppervlaktewater dat stroomafwaarts als koelwater wordt gebruikt zodat de legionellabacteriën alsnog in de lucht terecht komen. De groei van de bacteriën zit in de waterfase, de verspreiding in de luchtfase.
Openbarsten
Onduidelijk is de rol van de amoebe, een eencellig dierlijk organisme dat zich in een leiding kan nestelen. Bekend is dat legionellabacteriën zich daar graag nestelen en dat zo’n amoebe op enig moment kan openbarsten en alle legionellabacteriën in een keer vrijkomen. Onderzoek wijst uit dat dergelijke amoeben op industriële zuiveringen aanwezig zijn. Communale zuiveringen zijn daarentegen nog nooit op amoeben onderzocht, zo bleek op het symposium. Van de industriële zuivering Boxtel is geleerd dat membraanfilters in de membraanbioreactor (MBR) de legionellabacteriën tegenhouden en dat de bacteriën dus niet via het effluent in het oppervlaktewater terecht kunnen komen. HydroBusiness heeft een alarm ingebouwd dat reageert op een eventuele doorslag van de membranen.
Afdekken
HydroBusiness is naarstig op zoek geweest naar een manier om de legionellagroei in de waterfase tegen te gaan, maar heeft de oplossing tot op heden niet kunnen vinden. Direct nadat duidelijk werd dat de zuivering de bron van legionellabesmettingen was, heeft HydroBusiness een tent over de aerobe zuivering gezet. De lucht wordt met een UV-filter behandeld. Inmiddels is de zuivering afgedekt met drijvende Candock-elementen die in de watersport worden gebruikt. Volgens HydroBusiness hebben de elementen geen negatieve invloed op het zuiveringsproces. De afdekking van de MBR-reactor was lastiger omdat die van de bovenkant toegankelijk moest blijven om de membraanmodules te kunnen vervangen. Later dit jaar krijgt ook de MBR een definitieve overkapping met een schuif die kan worden opgezet. Account-manager Joost Smetsers van HydroBusiness liet op de bijeenkomst weten dat zijn bedrijf nu alleen nog aerobe zuiveringen met een overkapping bouwt.
Vergunningsvoorschriften
Op de bijeenkomst lichtte Alvin Bartels van het RIVM het recent gepubliceerde onderzoek van RIVM toe. Daaruit blijkt dat 69 industriële en 12 communale afvalwaterzuiveringen een verhoogd legionellarisico lopen. Bartels voegde toe dat van 142 industriële zuiveringen onvoldoende gegevens bekend zijn om een risico-inschatting te kunnen maken. Deze groep wordt momenteel nader onderzocht. Diany Stoel van de Omgevingsdienst Brabant Noord ging in op de mogelijkheden voor Bevoegd Gezag om eisen te stellen aan legionellapreventie op zuiveringen. De huidige wetgeving geeft geen eenduidige handvaten en er is alleen individueel maatwerk mogelijk die per vergunningverlener zal verschillen, zo vertelde Stoel. Voor een meer methodische werkwijze haalde ze het advies aan uit het RIVM-rapport dat drie scenario’s schetst. Als uit bemonstering blijkt dat er legionella aanwezig is, dan zijn er twee opties: er zijn geen mensen besmet (1), of er zijn wel mensen besmet (2). Zonder besmetting zou afdekking de oplossing zijn. Als er wel sprake is van besmetting zou aanvullend ook een UV-luchtbehandeling nodig zijn. Maar bij welke concentratie dergelijke voorzieningen getroffen zouden moeten worden. Bij 1 miljoen kolonievormende eenheden of bij 100 miljoen? Hierbij speelt – net als bij koeltorens – ook de afstand tot de dichtstbijzijnde bebouwing een rol. Daarvoor wordt nu een afstand van 600 meter gehanteerd. Een lastige bijkomstigheid voor het meten van legionella op zuiveringen is de grote hoeveelheid andere bacteriën. Uit de praktijk blijkt dat metingen per keer sterk verschillen. De resultaten zijn sterk afhankelijk van omstandigheden, zoals het wel of niet aanstaan van de beluchting.
Focus op vernevelingen
De bijeenkomst gaf duidelijk aan dat er op het gebied van koeltorens al veel regelgeving bestaat voor legionellapreventie. Voor afvalwaterzuiveringen staat regelgeving in de kinderschoenen. Iemand van de stichting Veteranenziekte opperde om alle vernevelingen breder te gaan bekijken, zoals op sportvelden en het besproeien van akkers. Waarom alleen legionellapreventie bij koeltorens en daar nu afvalwaterzuiveringsinstallaties aan toevoegen, als er zoveel andere activiteiten zijn waar sprake is van aerosolvorming die met de wind verspreid worden, zo luidde de vraag.