
`Er zal een tandje bij moeten`, zo liet minister Van Nieuwenhuizen 20 juni de Tweede Kamer weten bij de halfjaarlijkse bespreking van alle waterdossiers. Volgens de minister wordt momenteel gewerkt aan een nationale analyse van de Nederlandse waterkwaliteit. Na de zomer kondigt ze aan welke maatregelen nodig zijn om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen.
De Kamer reageerde verheugd op de toezegging. Zeker ook bij Suzanne Kröger (Groen Links) die opmerkte dat nog maar heel weinig waterlichamen voldoen aan de KRW-kwalificatie ‘goed ecologisch potentieel’.
“Met 0,4 procent van alle waterlichamen is dat dramatisch slecht”, stelde ze. Ze bekritiseerde de recente uitspraken van de minister dat de kwaliteit steeds beter wordt en dat de wateren al voor veel gebruiksfuncties geschikt zijn, zoals voor de recreatie, landbouw en drinkwater. “Voor de natuur is dat niet genoeg”, reageerde ze naar de minister.
Van Nieuwenhuizen ontkende het lage cijfer niet maar waarschuwde ervoor dat het niet representatief is voor de werkelijke waterkwaliteit. “Er wordt op meer dan honderd paramaters gemeten en in veel gevallen wordt aan heel veel van deze parameters al voldaan”. Volgens het principe van ‘one-out-all-out’, hoeft er maar één vinkje te ontbreken en loopt een waterlichaam de kwalificatie mis.
Modernisering
Femke-Merel Kooten (Partij van de Dieren) vroeg om een reactie op een artikel in The Guardian waarin stond dat Nederland samen met enkele andere lidstaten de richtlijn wilde afzwakken. “Wij willen de richtlijn zeker niet verslappen of meer vervuiling toestaan””, aldus Van Nieuwenhuizen. Ze is wel voorstander van modernisering van de richtlijn die momenteel in Brussel aan de orde is. De minister liet weten dat Nederland hierin samen optrekt met Duitsland, Frankrijk en Finland. Wat dat gezamenlijke standpunt inhoudt, vertelde ze niet.
Kleine wateren
Tjeerd de Groot (D66) vestigde de aandacht op de slechte kwaliteit van de kleine wateren, de sloten, de boezems en kanalen die buiten de in Brussel aangemelde waterlichamen vallen. Volgens De Groot zijn die vaak sterk vervuild met meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Hij stelde voor om de gegevens van de metingen die volgens de Nitraatrichtlijn worden gedaan, ook te betrekken bij de Kaderrichtlijn Water. De minister stond hier wel voor open en zei benieuwd te zijn wat deze combinatie zou kunnen opleveren.
Droogte
Tijdens het overleg kwam vaak de droogte van afgelopen zomer ter sprake. De minister kon nog steeds geen eindoordeel geven omdat aan de Beleidstafel Droogte nog steeds wordt gesproken over structurele maatregelen die Nederland beter bestand moeten maken tegen extreme lange perioden van droogte. De minister verwacht eind dit jaar het definitieve evaluatierapport klaar te hebben. Ze liet weten dat een verdere detaillering van de Verdringingsreeks al wel klaar is en dat daar deze zomer al mee wordt proefgedraaid. In reactie liet de Kamer weten bezorgd te zijn over het grondwaterbeheer. In veel gebieden zijn de grondwaterstanden nog steeds laag. Met het vooruitzicht dat extreme zomers vaker gaan voorkomen, kan de minister zich volgens de Kamer niet veroorloven te lang te wachten met structurele maatregelen op het grondwaterpeil weer op orde te krijgen.