Aldeboarn De Deelen is een van de gebieden in het ‘eerste spoor’ van de driesporenaanpak. Hier wordt het gebiedsproces geïntensiveerd om een verandering in gang te zetten. (foto: Drewes/Wikimedia Commons).

Provinciale Staten van Friesland en het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân hebben op 8 januari gezamenlijk vergaderd over de aanpak van het Friese veenweidegebied. Op basis van een maatschappelijke kosten-batenanalyse van Witteveen+Bos stellen beide bestuursorganen een aanpak over drie sporen voor. Later deze maand nemen ze in hun eigen vergadering een besluit over de vervolgaanpak.

In de maatschappelijke kosten-batenanalyse van ingenieursbureau Witteveen+Bos zijn vijf scenario’s voor het veenweidegebied doorgerekend. Onderzocht is welke investering in het veenweidegebied de meeste baten oplevert. Bij kosten gaat het bijvoorbeeld om investeringen in de waterhuishouding, zoals gemalen, stuwen en drainage. Bij baten gaat het om verdienmodellen voor de landbouw en om maatschappelijke baten door vermindering van bodemdaling. Zoals de afname van zakkingsschades aan wegen, riolering en funderingen en vermindering van de CO2-uitstoot.

Voorkeur gaat uit naar mix van twee scenario’s
Een hoger waterpeil met technische maatregelen, zoals drainage, biedt de meeste kansen voor boeren om met een hoger waterpeil met hetzelfde verdienmodel door te kunnen gaan. Verdergaand vernatten met een ander grondgebruik, zoals natuurinclusieve landbouw, remt de bodemdaling en CO2-uitstoot het meest. Een mix van deze twee scenario’s is volgens Gedeputeerde Staten en het waterschap effectiever dan generieke maatregelen voor het hele veenweidegebied.

Aanpak over drie sporen
Op basis van de maatschappelijke kosten-batenanalyse stellen de twee bestuursorganen een aanpak over drie sporen voor. In het eerste spoor wordt in de kansrijke gebieden Hege Warren en Aldeboarn De Deelen het gebiedsproces geïntensiveerd om een verandering in gang te zetten. In het tweede spoor wordt in de kansrijke gebieden Groote Veenpolder, Idzegea, Brekkenpolder en Grouster Leechlân het gebiedsproces voortgezet en aangevuld met enkele ‘no-regretmaatregelen’, zoals proeven op het gebied van bodemvruchtbaarheid, grondwatergestuurd peilbeheer en natuurinclusieve landbouw. Het derde spoor ten slotte richt zich op het verkleinen van de onzekerheden die er nog zijn over de berekende CO2-uitstoot, de effectiviteit van onderwaterdrainage en alternatieve verdienmodellen. Dit moet helpen om goede keuzes te maken in het veenweidegebied.

Vervolgaanpak
De vergadering van woensdag was bedoeld om de statenleden en de algemeen-bestuursleden van het waterschap een eenduidig beeld te geven van de aanpak in het veenweidegebied. Later deze maand nemen beide bestuursorganen in hun eigen vergadering een besluit over de vervolgaanpak.

De gezamenlijke vergadering over de aanpak van de veenweiden (foto: Wetterskip Fryslân).