Lars Koreman, Natuurmonumenten: “Zolang het grondwaterpeil niet in balans is, holt de natuur in Brabant achteruit” (foto: Yvette Janssen/Pixabay).

De Noord-Brabantse natuur heeft jaarlijks 60 miljoen kuub grondwater nodig, bijvoorbeeld in de vorm van kwel, om te overleven. Er is daarom zo’n 350 miljoen m3 extra grondwater nodig om de grondwaterstanden structureel omhoog te krijgen. Maar maatwerk is vereist: in West-Brabant zijn minder ingrepen nodig dan op de zandgronden in het oosten van Brabant.

Voor het eerst in Nederland is onderzocht hoeveel grondwater de natuur nodig heeft. Onderzoek door Deltares, uitgevoerd in opdracht van Brabants Landschap, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de Brabantse Milieufederatie, heeft specifiek gekeken naar de hoeveelheid grondwater die nodig is om verdroging van grondwaterafhankelijke natuur op te heffen. Om het grondwater evenwichtig te kunnen verdelen, is het belangrijk om een volledig beeld te krijgen van de behoefte aan grondwater van alle partijen. Voor drinkwaterbedrijven, industrie en landbouw was dat al eerder bekend, het onderzoek van Deltares doet dat nu ook voor de natuur. De conclusie: de natuur in Brabant heeft jaarlijks 60 miljoen kuub grondwater nodig om te overleven.

Evenwichtige waterverdeling
De onderzoekers hebben vastgesteld dat de verdroging van de natuur vooral een waterverdelingsvraagstuk is. Er valt meer dan genoeg neerslag in Brabant (minus verdamping zo’n 1700 miljoen m3 per jaar) maar circa 80 procent wordt min of meer direct naar zee afgevoerd, via sloten, kanalen, beken en uiteindelijk via de Maas. Het overige water zakt in de bodem en vult het grondwater aan. Een even groot volume grondwater als wat jaarlijks in de bodem infiltreert, wordt echter gebruikt voor beregening door de landbouw, als drink- en industriewater en voor het sproeien van tuinen, sportvelden en ander stedelijk groen. Dat leidt tot een tekort aan grondwater voor de natuur.

‘Watersysteem anders inrichten’
Het is dan ook essentieel dat er meer water wordt vastgehouden en dat er water bespaard wordt, stellen de opdrachtgevers van het onderzoek. Lars Koreman, provinciaal ambassadeur Natuurmonumenten: “Net als de landbouw en industrie heeft ook de natuur grondwater nodig. Waar agrariërs en drinkwaterbedrijven de pomp aan kunnen zetten, kan de natuur dat niet. Om te waarborgen dat de natuur ook bij het grondwater kan, moeten we ons watersysteem anders gaan inrichten. Zolang het grondwaterpeil niet in balans is, holt de natuur in Brabant achteruit.”

Grondwateronttrekking verminderen
De ‘motor’ achter het functioneren van de grondwaterafhankelijke natuur is volgens Deltares vooral de aanwezigheid van voldoende kwel aan of dichtbij het maaiveld. ‘Dit zorgt vervolgens voor de benodigde (hoge) grondwaterstand en voldoende stroming in de beken’, schrijven de onderzoekers in hun rapport. ‘Kwel wordt geleverd vanuit het grondwater, uit dezelfde watervoerende pakketten waaruit ook grondwater voor beregening en drinkwatervoorziening wordt onttrokken.’ Deltares schat in dat om de natuur van voldoende kwel te voorzien en tegelijkertijd de natte regenwaterafhankelijke natuur (natte heide, hoogveen) te vernatten, circa 350 miljoen m3 per jaar extra grondwater beschikbaar moet komen. Door zo’n 250 miljoen m3 water per jaar extra vast te houden in de bodem en de grondwateronttrekking voor beregening, drink- en industriewater en overige kleine onttrekkingen met tenminste 100 miljoen kuub per jaar te verminderen, is dat haalbaar, stelt het rapport.
Tekst loopt door onder de illustratie

Visualisatie van de (grond)watervraag van de natuur. Deze beperkt zich niet alleen tot het natuurgebied, maar ook in de wijde omgeving (illustratie uit rapport Deltares).

Maatregelen binnen de natuurgrenzen
In een zestal scenario’s stellen de onderzoekers maatregelen voor die samen voor een herstel van het watersysteem moeten zorgen. Een deel van die maatregelen kan worden gerealiseerd binnen de natuurgrenzen. Zo kan door vernatting van de natuur en door het iets verhogen van het waterpeil in de directe omgeving van die natuur extra water worden geconserveerd. Hierdoor zal de grondwaterstand in de natuur iets stijgen. Het verhogen van beekpeilen in de natuurgebieden draagt ook bij aan de waterconservering en aan een hogere grondwaterstand. Maatregelen t.a.v. vernatting en ontwatering zorgen volgens de onderzoekers weliswaar voor het meer vasthouden van water, waaronder reeds aanwezig grondwater, maar leiden niet tot toename van de kwelstroom. Vernatting is echter wel nodig om een herstel van kwel in de wortelzone te realiseren. Bovendien begrenst het landgebruik buiten de natuur de mate waarin deze maatregelen kunnen worden genomen. Met behulp van de maatregelen binnen de natuurgrenzen kan volgens het rapport 3 miljoen m3 in de zomer worden vastgehouden. In de winter groeit die hoeveelheid aan tot 10 miljoen m3 en krimpt dan weer tot 3 in de volgende zomer.

Grote regionale verschillen
Verder stelt Deltares maatregelen voor die neerkomen op het verminderen van onttrekking en het ‘uitzetten’ van detailontwatering Brabantbreed, dus ook buiten de natuurgebieden. Zowel vermindering van drainage als vermindering van de grondwaterwinning voor beregening en drink- en industriewater, helpt volgens het rapport bij het herstel van de grondwatersituatie in natuurgebieden. Wel geven de onderzoekers aan dat er grote regionale verschillen zijn:
• In West-Brabant kan kwel vooral worden hersteld door vermindering van grondwaterwinning voor beregening en voor drink- en industriewater (afname circa 42 miljoen m3/jaar), waardoor de stijghoogte (waterdruk) herstelt. Als ook voldoende water wordt vastgehouden, kan deze afname van de grondwateronttrekking worden verminderd naar 25-30 miljoen m3/jaar.
• Op het Kempisch Plateau, de Centrale Slenk en de Peelhorst moet voor dit herstel de oplossing grotendeels worden gezocht in aanpassing van het oppervlaktewaterstelsel, in combinatie met een afname van de beregening. Daarbij moet 250 miljoen m3/jaar extra worden vastgehouden. Aanvullend moet, zowel in een gemiddeld als in een droog jaar, aanzienlijk minder grondwater worden beregend. Deze hoeveelheid ligt nu in de orde van 30 miljoen m3/jaar in een gemiddeld jaar en 80 miljoen m3/jaar in een droog jaar.
• In de Centrale Slenk vindt de grondwaterwinning voor drink- en industriewater grotendeels plaats onder het slecht doorlatende kleipakket (de Waalre-kleilaag). Deze diepe grondwaterwinningen hebben daardoor een verlaging van enkele meters stijghoogte onder de Waalre-klei veroorzaakt. Hierdoor kan tegenwoordig nauwelijks grondwater vanuit dit pakket opstijgen. Om deze opwaartse flux in de Centrale Slenk minimaal te herstellen, moet de grondwateronttrekking minstens met circa 58 miljoen m3/jaar worden verlaagd. Vermindering van deze diepe grondwateronttrekking heeft, op basis van de huidige modelaannames, kwantitatief een geringe invloed op de grondwatersituatie in het bovenliggende watervoerende pakket waarmee de natuurgebieden in contact staan, maar is volgens de Deltares-onderzoekers wel relevant (ook voor de waterkwaliteit).

‘Samen nadenken’
Het is duidelijk dat de Brabantse natuurbeheerders het watersysteem niet in hun eentje kunnen herstellen. De opdrachtgevers van het onderzoek stellen daarom nadrukkelijk dat watersysteemherstel óók goed is voor andere functies, zoals landbouw en bebouwing, om opbrengstderving en schade door droogte tegen te gaan. Hoe meer neerslag er wordt vastgehouden, hoe minder grondwater er hoeft te worden opgepompt voor bijvoorbeeld beregening. Koreman: “We willen met alle partijen samen nadenken over oplossingen om de onbalans te herstellen. De natuur is van iedereen, we moeten er dan ook met z’n allen goed voor zorgen zodat we kunnen blijven genieten van onze prachtige natuurgebieden.”

Waterpartners
De waterpartners in Brabant zijn zich inmiddels bewust van de noodzaak van watersysteemherstel en een evenwichtige waterverdeling. De provincie Noord-Brabant onderschrijft de noodzaak voor voldoende water voor natuur in haar bestuursopdracht ‘Stoppen van de verdroging met een waterrobuuste inrichting van Brabant’.