(foto: E. Dronkert/CC).

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) wordt niet versoepeld, als het aan de Europese Commissie ligt. Een aantal EU-lidstaten, waaronder Nederland, pleit voor versoepeling, maar volgens de Commissie is de KRW een essentieel onderdeel van de Europese milieuwetgeving en blijft ze daarom in de huidige vorm overeind. Voor Nederland blijft er dientengevolge een grote opgave bestaan.

Het besluit van de Commissie betekent dat alle EU-lidstaten ervoor moeten zorgen dat de kwaliteit van de Europese zoete wateren in 2027 op het gewenste peil is. Momenteel verkeert circa 40 procent van alle zoetwatersystemen in Europa in goede gezondheid, maar dat moet over zeven jaar 100 procent zijn. Dat geldt ook voor grondwater.

Niet echt een verrassing
Dat Brussel de KRW in de huidige vorm overeind wil houden, zal voor velen niet echt als een verrassing komen. Zowel EU-milieucommissaris Virginijus Sinkevičius als zijn ‘rechterhand’, Europa’s hoogste waterambtenaar Veronica Manfredi, hebben de voorbije maanden al regelmatig aangegeven niets te zien in een versoepeling of uitstel. Zij worden daarin nu dus gesteund door de gehele Commissie. Dat betekent dat alle lidstaten gehouden worden aan de verplichting om uiterlijk eind 2021 hun nationale stroomgebiedbeheerplannen voor de derde en laatste periode van de KRW-operatie (2022-2027) bij de Europese Commissie in te leveren.

Milieuministers nemen het finale besluit
Ofschoon de Europese Commissie een machtig orgaan is, zijn het uiteindelijk de milieuministers van de Europese lidstaten die het finale besluit nemen. Opvallend genoeg ging het in de verklaringen na afloop van de laatste Milieuministerraad, op 23 juni, vrijwel niet over waterkwaliteit of de KRW. Wel was er volop aandacht voor de Europese Green Deal van Frans Timmermans en voor circulaire economie. Dit zou erop kunnen wijzen dat de Europese milieuministers het nog niet eens zijn over de KRW-voortgang.

Niet alle doelen worden gehaald
Voor Nederland ligt er met de huidige KRW een forse opgave. Een onhaalbare opgave zelfs, zo lijkt de consensus in Den Haag. In de Nationale analyse waterkwaliteit, die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op 30 april uitbracht, is vastgesteld dat met de huidige en voorgenomen maatregelen van de waterbeheerders, aangevuld met vrijwillige landbouwmaatregelen vanuit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW), de waterkwaliteit weliswaar zal verbeteren, maar dat niet alle doelen worden gehaald. Het aandeel regionale wateren dat voldoet aan de normen voor de biologische kwaliteit ligt volgens het PBL in 2027 tussen de 30 en 60 procent; voor de zoete rijkswateren is dit bijna 100 procent.

Vertraging door de coronacrisis
Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) is zich bewust van het moeilijk parket waarin Nederland zit als het gaat om waterkwaliteit en de Europese richtlijnen. ‘De opgaven om de waterkwaliteit te verbeteren, zijn divers en alleen samen kunnen we de doelen realiseren’, schrijft zij in een brief die ze op 15 juni aan de Tweede Kamer stuurde, in de aanloop naar het Algemeen Overleg Water van 22 juni. ‘De Nationale analyse waterkwaliteit is een bouwsteen voor het opstellen van de maatregelpakketten voor de KRW-stroomgebiedbeheerplannen (2022-2027). Deze stroomgebiedbeheerplannen zullen als bijlage van het Nationaal Waterprogramma 2022-2027 de inspraak in gaan. Ik verken momenteel de mogelijkheden om het vaststellen van de ontwerpplannen met enkele maanden uit te stellen, als gevolg van vertraging door de coronacrisis. Ik ben hierover in overleg met regionale partijen en de Europese Commissie. Ik streef ernaar om eind 2021 de plannen af te ronden. En ik heb opdracht gegeven aan Rijkswaterstaat voor de planuitwerking en realisatie van de KRW-maatregelen in het hoofdwatersysteem voor de periode 2022-2027.’

Delta-aanpak Waterkwaliteit
In het Algemeen Overleg Water van 22 juni drongen diverse fracties er bij de minister op aan om meer werk te maken van de KRW-maatregelen. Zij wil echter niets overhaasten. “Goede waterkwaliteit in Nederland is en blijft hard werken”, stelt de minister. “Met de Delta-aanpak Waterkwaliteit is de afgelopen jaren een impuls gegeven aan het verbeteren van de waterkwaliteit. De versnellingstafels werken toe naar het maken van bestuurlijke afspraken om de waterkwaliteit verder te verbeteren. Eind dit jaar zal de Delta-aanpak worden geëvalueerd, op basis waarvan het vervolg bepaald wordt.”