Wetenschappelijk directeur Jaap Kwadijk tijdens het 10-jarige jubileum van Deltares (foto: Deltares/Guus Schoonewille).

De zeespiegelstijging stond centraal bij de viering van het 10-jarig bestaan van Deltares, het nationale kennisinstituut voor water en ondergrond. Daarbij bracht wetenschappelijk directeur Jaap Kwadijk geen vrolijke boodschap: het smeltproces op Antarctica is verontrustend. Het onderzoek naar mogelijke versnelling van de zeespiegelstijging, dat Deltares op verzoek van de deltacommissaris deed, leverde alarmerende data op.

Kwadijk opende zijn presentatie met de constatering dat hij al 30 jaar meeloopt in het wetenschappelijk onderzoek naar klimaatverandering. “Ik heb er nooit wakker van gelegen, maar de recente onderzoeksresultaten over het afsmeltende ijs op Antarctica zijn alarmerend voor mij”, aldus Kwadijk. Het gaat volgens hem niet langer over de balans van afsmelten en aanvriezen, maar op bepaalde plekken vallen ijsschotsen weg die het smeltwater op land tegenhielden waardoor het in de winter opnieuw kon aanvriezen. Nu krijgt het smeltwater in de zomer steeds meer vrij baan om de oceaan in te stromen. Kwadijk sprak van een game changer.

Meer onderzoek nodig naar periode na 2050
Op verzoek van de deltacommissaris heeft Deltares al onderzoek gedaan naar de mogelijke versnelling van de zeespiegelstijging als er meer smeltwater vrijkomt op Antarctica. Het rapport is recent gepubliceerd en meldt voor Nederland een stijging die tot 3,2 m kan oplopen in 2100. En dan gaat het niet zozeer over de vraag óf die 3,2 m gehaald wordt, maar wannéér die 3,2 meter wordt bereikt. Volgens Kwadijk is daarvoor meer onderzoek nodig voor de periode na 2050. Vooral over het smeltproces op Antarctica. “Zelfs bij een succesvolle uitvoering van het Parijse klimaatakkoord, gaat de zeespiegel nog steeds 2 meter stijgen”, zo waarschuwde hij.

Na 2050 neemt de onzekerheid over de te verwachten zeespiegelstijging fors toe. In donkerbruin de zeespiegelstijging waarvan het huidige Deltaprogramma uit gaat. Daarboven twee gangbare klimaatscenario’s (representative concentration pathways – RCPs) die ook door het KNMI worden gebruikt, maar dan met de toenemende afsmelting van Antractica. Door de versnelde stijging zal de houdbaarheid afnemen van maatregelen die een stijging aankunnen van 50 cm (bron: Deltares).

Klassieke civieltechnische oplossingen voldoen niet meer
Wat doen we eraan om in Nederland gelijke tred te kunnen houden met de zeespiegelstijging? Volgens Kwadijk is het onvermijdelijk om het denken in klassieke civieltechnische oplossingen los te laten. “Bouwen met de natuur wordt vaak als alternatief genoemd”, vervolgde de wetenschappelijk directeur. “Maar het is geen tovermiddel. Dergelijke oplossingen zijn goedkoop en trekken snel de aandacht van investeerders. Maar we weten nog zo weinig over de mechanismen en de wetenschappelijke onderbouwing is gering. Vooral de kleinschaligheid van Bouwen met de natuur, maakt Kwadijk bezorgd: “We moeten meer ervaring opdoen met het grootschalig toepassen van natuurlijke processen.”

‘We zijn adaptiever dan we denken’
Nederland beschikt over veel zand om zich tegen de zeespiegelstijging te wapenen, zo stelde Kwadijk optimistisch. “We zijn veel adaptiever dan we denken, maar we moeten ons blikveld verruimen. Adaptief waterbeheer in een delta reikt verder dan het vasthouden van de basiskustlijn. Het kan zomaar zijn dat de plattegrond van Nederland gaat veranderen”, hield Kwadijk de aanwezige jubileumgasten voor. Hij zag het eerder als een uitdaging dan een dreiging.

Kwadijk riep op om het concept van Bouwen met de natuur verder op te schalen (foto: Deltares/Guus Schoonewille).

Noodzaak van open, internationale kennisontwikkeling
Directeur Maarten Smits van Deltares benadrukte de complexiteit van de deltavraagstukken en de noodzaak meer kennis te ontwikkelen. Hij nodigde alle aanwezigen uit om, samen met Deltares, te werken aan een open, internationale kennisontwikkeling. Daar hebben we de afgelopen tien jaar in geïnvesteerd en dat zullen we in de toekomst blijven doen, aldus Smits.