Waterschap Noorderzijlvest maakt uitkomsten vernieuwend onderzoek op Paterswoldsemeer bekend

Het water in ondiepere delen van het Paterswoldemeer is troebeler bij een dikkere sliblaag en een ruwere bodem. Dat blijkt uit de resultaten van een vernieuwend onderzoek van waterschap Noorderzijlvest.

Het waterschap Noorderzijlvest heeft in 2017 onderwaterdrones met camera’s en sensoren, bodemsensoren en grondradar ingezet om de kwaliteit van het water en de bodem van het Paterswoldsemeer te onderzoeken. Uit de resultaten van het onderzoek in Paterswolde blijkt nu dat er een verband is tussen de dikte van de sliblaag in ondiepe delen van het Paterswoldemeer en de troebelheid van het water. Een dikke sliblaag in diepere delen van het meer heeft minder tot geen invloed op het doorzicht.

Wisselende weersomstandigheden
De waterkwaliteit lijkt vooral te worden bepaald door wisselende weersomstandigheden. Hierbij speelt volgens het waterschap de wind waarschijnlijk een voorname rol bij de vertroebeling door slibdeeltjes die opwervelen. Ook is in ondiepe delen van het Paterswoldsemeer de watertemperatuur het hoogst. Er is volgens het waterschap geen verband te zien tussen de waterkwaliteit en de onderliggende waterbodem (veen, zand). Alle metingen naar verontreinigingen tonen aan dat deze binnen de norm voor achtergrondwaarden vallen.

Nieuwe methode
Het waterschap sprak eerder in een bericht op WaterForum over een revolutionaire, nieuwe onderzoeksmethode waarbij meerdere meettechnieken met elkaar worden gecombineerd. Hierdoor ontstaat volgens het waterschap een gedetailleerder, samenhangender totaalbeeld van de waterkwaliteit van de twee plassen. Deze vorm van onderzoek is daardoor beter, sneller, efficiënter en kosteneffectiever in vergelijking met het nemen van losse monsters, aldus het waterschap. Voor het onderzoek werkte het waterschap nauw samen met Medusa Explorations BV, INDYMO en de Hanzehogeschool Groningen.

Lees hier het persbericht