Abt Dom Bernardus van abdij Koningshoeven in Berkel-Enschot, gemeente Tilburg, gaf in januari 2018 het startschot voor de bouw van de Biomakerij (foto: Waterschap De Dommel).

Wat is er allemaal voor nodig om circulaire waterinnovaties op te schalen? Deze vraag staat centraal in het Europese project NextGen dat in juli van start gaat. Op tien locaties in acht landen, waarvan twee in Nederland, vindt de komende vier jaar onderzoek plaats. Dat moet uiteindelijk tot een routekaart voor de transitie van waterdiensten in de circulaire economie leiden.

De Europese Unie heeft de afgelopen week tien miljoen euro voor het project beschikbaar gesteld vanuit het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020. Dertig partijen uit de EU werken in het project samen, waaronder waterbedrijven, industrie, mkb en kennisinstituten. Senior onderzoeker Jos Frijns van KWR, dat het project coördineert, benadrukt het belangrijkste doel van het project: de voorwaarden in kaart brengen die nodig zijn om circulaire waterinnovaties op te schalen.

Technologieën demonstreren
Daarom willen de betrokken partijen willen op tien locaties in acht landen onder meer aantonen dat circulaire waterinnovaties in de praktijk werken. Ook kijken ze of innovaties wel echt duurzaam zijn, bijvoorbeeld door levenscyclusanalyses uit te voeren. In Nederland vindt het onderzoek op twee locaties plaats: de Brabantse abdij Koningshoeven en het Westland.
De abdij gaat vanaf het najaar het afval- en proceswater dat bij de productie van trappistenbier vrijkomt, zuiveren met planten. Hierdoor kan het worden hergebruikt als spoel- en proceswater voor de brouwerij of irrigatiewater voor de plantenkwekerij.
Het Nederlandse technologietransferbedrijf IPStar en waterschap De Dommel denken bij de abdij mee over waterhergebruik en de productie van eiwitten voor de biobierbrouwerij. IPStar breng kennis in die is opgedaan in het circulaire onderzoeksprogramma van het European Space Agency.

Circulaire water- en energiesystemen
Frijns wijst erop dat de provincie Zuid-Holland, een van de partners in het project, wil bevorderen dat het Westland zich ontwikkelt tot een water- en energie-efficiënte regio. KWR is al bij verschillende projecten betrokken, zoals de ondergrondse opslag van hemelwater, om tuinders van water te kunnen voorzien. Daarnaast zijn er projecten om restwarmte van de industrie uit de regio Rijnmond aan de tuinders beschikbaar te stellen. KWR gaat proberen om al deze initiatieven te verbinden.

Samenwerking partijen
Verder is er in het project veel aandacht voor de manier waarop verschillende partijen in de praktijk het beste kunnen samenwerken om de circulaire waterinnovaties ook daadwerkelijk van de grond te krijgen. Wet- en regelgeving is hiervoor nog niet altijd goed ingericht, stelt Frijns. “Daarom is AquaMinerals, dat reststoffen uit de drinkwatersector probeert te verwaarden, een van de Nederlandse deelnemers aan het project. Zij hebben veel ervaring met marktgerichte introductie van nieuwe toepassingen van hoogwaardige reststoffen.” Ook de verdeling van de risico’s komt aan de orde. “Wanneer twee bedrijven afspreken om restwarmte met elkaar uitwisselen, moet wel duidelijk zijn wat er gebeurt als de restwarmte niet beschikbaar is.” KWR gaat bijeenkomsten organiseren met vertegenwoordigers van verschillende sectoren om de samenwerking nog beter van de grond te krijgen.

Lees hier het KWR-persbericht