RIWA: ‘Rijn en Maas moeten en kunnen schoner’

De Vereniging van Rivierwaterbedrijven (RIWA) luidt de alarmbel over de waterkwaliteit in Rijn en Maas. In de afgelopen decennia is de kwaliteit van het rivierwater weliswaar zichtbaar verbeterd, maar steeds meer nieuwe, opkomende stoffen dienen zich aan, stelt de branchevereniging. Hiervoor zijn vaak nog geen normen vastgelegd en dat vinden de drinkwaterbedrijven een zorgelijke ontwikkeling.

De op 12 september verschenen jaarrapporten van RIWA brengen de verontreiniging van Rijn en Maas door industriële chemicaliën en afvalproducten, geneesmiddelresten en bestrijdingsmiddelen in kaart. RIWA toetst de meetwaarden in de jaarlijkse rapportages aan de hand van het Europees Rivieren Memorandum, waarin 170 drinkwaterbedrijven eisen hebben vastgelegd voor een minimale rivierwaterkwaliteit. De Rijn en de Maas zijn een belangrijke bron voor de productie van drinkwater voor miljoenen huishoudens in Nederland en België.

Meer innamebeperkingen van waterbedrijven
Sommige drinkwaterbedrijven ondervangen de verslechtering van de rivierkwaliteit door de inname van rivierwater te beperken of zelfs helemaal te staken. Over een periode van vijf jaar meldt RIWA in de Maas een toename van het aantal dagen dat geen rivierwater kan worden ingenomen, tot meer dan driehonderd dagen in 2016. In de Rijn ging het een stuk beter: na een piek in 2014 is er sprake van een afname van het aantal en de duur van de innamebeperkingen tot zes dagen.

Vergunningen moeten scherper
De actuele aandacht in de media – met name rond de lozing van GenX-stoffen door chemiebedrijf Chemours in Dordrecht – laat volgens de belangenvereniging zien hoe groot de belangstelling is bij de consument voor schoon en gezond drinkwater. RIWA noemt voor zowel de Rijn als de Maas de aanpak bij de bron het meest effectief. De vereniging pleit voor een robuuste vergunningverlening, met zorgvuldige normen op basis van het voorzorgsbeginsel. Bij de huidige lozingsvergunningen is volgens RIWA te weinig rekening gehouden met de effecten van de lozingen voor de drinkwatervoorziening. Ook nieuwe vergunningen houden niet genoeg rekening met de drinkwaterfunctie van de rivier waarop geloosd wordt, stelt de vereniging. Door klimaatverandering nemen perioden met een lage rivierafvoer toe. In die perioden lopen de concentraties van verontreinigingen op, waardoor de bron voor drinkwatervoorziening sterk onder druk komt te staan.

Ook Europese regelgeving schiet tekort
Bronnen voor drinkwater worden ook in de Europese wet- en regelgeving onvoldoende beschermd, vindt RIWA. De Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijft voor dat de waterkwaliteit van oppervlaktewater dient te verbeteren, zodat drinkwaterbedrijven op een natuurlijke wijze drinkwater kunnen produceren. Europese normen houden volgens RIWA echter geen rekening met deze eis. De oplossing ligt volgens RIWA voor de hand: het voorzorgsbeginsel. Dat komt erop neer dat we ervoor moeten zorgen dat nieuwe en opkomende stoffen niet in rivieren terechtkomen, zodat deze er ook niet uitgezuiverd hoeven te worden.

De volledige Rijn- en Maaswaterkwaliteitsrapporten zijn te raadplegen op de website van RIWA:
RIWA-Rijn: Jaarrapport 2016 De Rijn
RIWA-Maas: Jaarrapport 2016 De Maas