Nulmeting detecteert chemicaliën in bijna al het Nederlands grondwater

Medicijnresten, bestrijdingsmiddelen en overige chemicaliën zijn aangetroffen in vrijwel al het ondiep grondwater in Nederland. Dat blijkt uit een onderzoek dat onderzoeksinstituut KWR in 2015 en 2016 in opdracht van alle provincies uitvoerde. De aanwezigheid van chemicaliën in grondwater is voor het eerst landelijk in kaart gebracht, zowel binnen als buiten de grondwaterbeschermingsgebieden voor drinkwaterwinning.
‘De frequente aanwezigheid van onder meer pesticiden, geneesmiddelen en industriële componenten is zorgwekkend en maakt duidelijk dat er meer actie nodig is om het grondwater en de drinkwaterbronnen te beschermen’, stellen de rapporteurs in de inleiding van het rapport. In het onderzoek werden zo’n 1000 monsters van diep en ondiep grondwater onderzocht op de aanwezigheid van 280 bestrijdingsmiddelen en van circa 500 ondiepe grondwatermonsters op ruim 210 nieuwe stoffen, waaronder 100 geneesmiddelen.Vrijwel al het geanalyseerde ondiepe grondwater bevat chemicaliën. En dat geldt ook voor twee vijfde van de diepe grondwatermonsters. Voor individuele bestrijdingsmiddelen geeft de Grondwaterrichtlijn een Europese norm van 0,1 microgram per liter (0,1 µg/L). Het onderzoek toont aan dat 17% van het Nederlandse grondwater niet aan die norm voldoet. De hoogste concentraties bestrijdingsmiddelen komen voor in gebieden met bollenteelt en in de Noord-Brabantse zandgronden.

Meest aangetroffen
De meest aangetroffen chemicaliën in grondwater zijn de bestrijdingsmiddelen bentazon en mecoprop, en de metabolieten DMS en BAM. In grondwaterbeschermingsgebieden overschrijden drie bestrijdingsmiddelen – bentazon, dimethomorf, dicamba – de norm. Dit geeft aan dat de beperkende maatregelen voor het gebruik van deze toegelaten middelen nog onvoldoende tot het gewenste effect leiden.

Signaleringswaarde

Voor andere stoffen dan bestrijdingsmiddelen (‘overige antropogene stoffen’) geldt vanuit het Besluit Kwaliteitsdoelstellingen en Monitoring Water voor de drinkwaterbronnen een signaleringswaarde van 0,1 µg/L. Geneesmiddelen zijn in een kwart van de grondwatermonsters aangetoond, het gaat vooral om fenazon en carbamazepine. In 5% van de gevallen werd de signaleringswaarde voor deze stoffen overschreden.Overige chemicaliën overschrijden in de helft van alle monsters de signaleringswaarde. Stoffen die regelmatig zijn aangetroffen zijn EDTA, bisphenol A en PFOA, waarbij alleen PFOA soms ook voorkomt in concentraties waarbij een gezondheidskundig risico niet kan worden uitgesloten.