Boskalis heeft in drie maanden tijd 1,4 miljoen kuub zand op de Roggenplaat aangebracht (foto: Natuurmonumenten).

De zandsuppletie op de Roggenplaat in de Oosterschelde, waaraan Boskalis op 1 oktober 2019 was begonnen, is begin januari afgerond. Op 3 februari markeerde minister Cora van Nieuwenhuizen dat officieel door het onthullen van een plaquette. Dankzij de zandsuppletie is de zogeheten ‘zandhonger’ voor tenminste 25 jaar gestild en kunnen trekvogels en zeehonden er foerageren.

De zandhonger ontstaat doordat er sinds de bouw van de stormvloedkering minder stroming is in de Oosterschelde. Daardoor is er niet langer een natuurlijke opbouw van zandplaten. Met name tijdens stormen verdwijnt er zand in de naastgelegen geulen. Zodoende werd de Roggenplaat steeds lager en kleiner. Door de ophoging blijft de zandplaat ook de komende 25 jaar in stand en kunnen vogels er terecht om voedsel te vinden en zeehonden om er te rusten.

Smartsediment
Het suppletieproject is een samenwerking van verschillende landelijke en regionale partijen, die ook hebben bijgedragen in de financiering: het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Natuurmonumenten, LNV, provincie Zeeland, Het Zeeuwse Landschap, zeven Oosterscheldegemeenten en burgers (via crowdfunding). De ophoging van de Roggenplaat is onderdeel van het in 2016 gestarte project Smartsediment, in het kader van het Europese subsidieprogramma Interreg V Vlaanderen-Nederland. In het kader van Smartsediment wordt op een achttal locaties in Nederland en België gewerkt aan zandplaten, overdieptes en oevers. In het Nederlandse deel van de Schelde is behalve de Roggenplaat in de Oosterschelde, ook de Suikerplaat in de Westerschelde aangepakt. In het Belgische deel van de rivier gaat het om een zestal projecten. Al die projecten worden de komende jaren nauwkeurig gemonitord.

Protest tegen ophoging Roggenplaat
Tegen het ophogen van de Roggenplaat is overigens veel verzet geweest. Mosselkwekers hebben tot aan de Rand van State geprobeerd om te voorkomen dat er zand werd gestort. De kwekers zijn bang dat er zand op hun mosselpercelen terechtkomt. Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten brengen daar tegenin dat de Roggenplaat van groot belang is voor de natuur in de Oosterschelde en de veiligheid van de dijken in de omgeving. “Met het suppleren van 1,4 miljoen m3 zand is de Roggenplaat nu weer toegerust voor de toekomst en behoudt zij haar functie als wegrestaurant voor trekvogels en rustplaats voor zeehonden”, stelt Rijkswaterstaat.

Versneld herstel door voedselrijk zand
De ontwikkeling van de Roggenplaat wordt de komende jaren nauwgezet gevolgd. De zandplaat heeft een zeer rijk bodemleven met kreeftjes, nonnetjes, wormen, schelp- en schaaldieren. Er wordt gemonitord op dit bodemleven en op mossels, vogels en zeehonden tijdens en na de uitvoering van de zandsuppletie. Bij het storten van een laag nieuw zand sterft een groot deel van het bodemleven af, daarom zijn vooral minder rijke delen van de zandplaat opgehoogd. Om versneld herstel hier te stimuleren, zijn er proefvakken opgehoogd met een laagje bestaand voedselrijk zand van de Roggenplaat. Op een aantal locaties zijn in totaal 16,4 ton kokkels uitgestort. De methode bleek succesvol. Zo’n 95 tot 98 procent van de kokkels groef zich vrijwel meteen in in het nieuwe zand. Daarmee bleef het bodemleven gegarandeerd. “Belangrijk voor vogels die nu hun buikjes rond moeten eten en een goede les voor mogelijke toekomstige zandsuppleties”, aldus Rijkswaterstaat.