
Op 6 oktober is de Stuurgroep Aanpassing Belastingstelsel van de Unie van Waterschappen gekomen tot een definitief voorstel voor aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen. De ‘weeffout’ in de watersysteemheffing wordt in het voorstel van de stuurgroep aangepakt en voor alle waterschappen wordt het mogelijk een gelijkmatige tariefontwikkeling voor alle betalende categorieën te realiseren.
Het definitieve voorstel van de stuurgroep, bestaande uit bestuurders van alle 21 waterschappen onder leiding van voorzitter Menno Snel, wordt nu voorgelegd aan alle waterschapsbesturen. Op 11 december wordt erover besloten in de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen.
Weeffout watersysteemheffing
Het belangrijkste knelpunt bij de watersysteemheffing – waarmee de kosten van waterveiligheid, voldoende en schoon oppervlaktewater worden gedekt – is de onredelijke invloed die de hoge waarde van wegen en spoorwegen heeft op de tarieven van de eigenaren van onbebouwde grond. Vooral de agrarische sector wordt daardoor benadeeld. Bij het huidige model van het belastingstelsel worden de kosten namelijk voor een belangrijk deel verdeeld op basis van waarde: de waarde van grond, gebouwen etc. De stuurgroep komt nu met een model dat deze ‘weeffout’ moet herstellen. Het nieuwe model baseert zich bij de kostentoedeling meer op de inrichting van het gebied en geeft de waterschapsbesturen, veel meer dan nu het geval is, de ruimte om bij het verdelen van de kosten rekening te houden met andere, specifieke omstandigheden in het gebied en met de taakuitoefening.
Ook een ‘WOZ-weeffout’
Ook komt de stuurgroep met een voorstel dat het voor waterschappen mogelijk maakt om tot een gelijkmatige lastenonwikkeling te komen voor woningen en andere gebouwen. Het voorstel heeft tot gevolg dat de waterschappen een vergelijkbare mogelijkheid krijgen als de gemeenten, die dit nu al kunnen binnen de Onroerende Zaak Belasting. “Daarin lees ik dat de stuurgroep niet alleen voorstelt om de agrarische weeffout te repareren, maar om ook wat wij noemen de ‘WOZ-weeffout’ te herstellen”, zegt Hans Middendorp, vice-voorzitter van de Algemene Waterschapspartij. Het leek er volgens hem lang op dat dit niet zou worden aangepakt. “Wij zijn uiteraard zeer verheugd dat de stuurgroep op het laatste moment toch met een voorstel komt om tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen mogelijk te maken. Dat is een mooie eerste stap naar eerlijke tarieven voor de inwoners.”
Doorbraak
Middendorp vervolgt: “Dit is een doorbraak! Waterschapspartijen AWP en Water Natuurlijk hebben hier al heel lang op aangedrongen. De Vereniging Eigen Huis heeft onlangs helder laten zien dat woningen jaar-na-jaar steeds meer waterschapsbelasting zijn gaan betalen, zonder dat het risico op schade door wateroverlast toenam. Bedrijven zaten daardoor voor een dubbeltje op de eerste rang.”
Voorstel zuiverings- en verontreinigingsheffing
Het derde knelpunt waarvoor de stuurgroep een oplossing heeft bedacht, betreft de zuiveringsheffing. Deze dekt de kosten van de rioolwaterzuivering. Waterschappen moeten bij het bepalen van de hoogte van de belasting op het lozen van afvalwater door grote bedrijven nu gebruikmaken van een analysemethode met mens- en milieubelastende stoffen. Dat willen de waterschappen niet meer en daarom heeft de stuurgroep een andere meetmethode ontwikkeld. Hierdoor hoeft geen gebruik meer te worden gemaakt van mens- en milieubelastende stoffen.
‘Collectieve solidariteit’
Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, complimenteert de stuurgroep en haar voorzitter, voormalig staatssecretaris Menno Snel, met het stevige voorstel dat er nu ligt. “Het financiële fundament van een eigen belastingstelsel van de waterschappen is de beste garantie voor waterveiligheid en voldoende en schoon zoet oppervlaktewater. Als sommige waterschappen niet meer uit de voeten kunnen met dit belastingstelsel dan is dat een probleem van alle waterschappen”, stelt Van der Sande. “Dat de stuurgroep nu gekomen is tot een definitief voorstel vanuit de collectieve solidariteit, stemt mij hoopvol. Alle betrokkenen hebben een enorme inzet getoond en het gedeelde belang om te komen tot gezamenlijke en gedragen voorstellen heeft steeds voorop gestaan. Menno Snel heeft hier als onafhankelijk voorzitter een belangrijke, goede rol in gespeeld.”
Minister heeft het laatste woord
De waterschapsbesturen zullen het voorstel van de stuurgroep bespreken om hierover in de ledenvergadering op 11 december definitief te besluiten. Het resultaat wordt aangeboden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Het belastingstelsel van de waterschappen kan namelijk alleen worden aangepast door middel van een wetswijzigingstraject onder leiding van de minister.
In de toekomst eenvoudiger?
Parallel aan de opdracht van de stuurgroep onderzoekt het bestuur van de Unie van Waterschappen de mogelijkheden om belastingwijzigingen in de toekomst te vereenvoudigen. Daarbij komen ook enkele inhoudelijke onderwerpen aan bod die niet in het eerste voorstel voor de urgente knelpunten konden worden meegenomen. In dit traject trekt de Unie samen op met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Op de website van de Unie van Waterschappen kunt u alle delen van het voorstel van de stuurgroep downloaden.