De markt dwingt bedrijven steeds sneller te innoveren om de strijd aan te kunnen gaan met de concurrentie. Bedrijven innoveren sneller als de bedrijfsstructuur op orde is en medewerkers de ruimte hebben om innovaties uit te voeren. Sociale innovatie speelt hierin een belangrijke rol. Driekwart van het succes in innovatie wordt bepaald door sociale innovatie. Daarbij gaat het om het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden (dynamisch managen), het hanteren van innovatieve organisatievormen (flexibel organiseren), her realiseren van hoogwaardige arbeidsrelaties (slimmer werken) en samenwerken met externe partijen (co-creatie)

Lage score
Volgens een van de medeauteurs van het rapport, professor Henk Volberda van Rotterdam School of Management, scoort de watersector niet hoog op het gebied van sociale innovatie in vergelijking met andere topsectoren. “Het zien van nieuwe kansen en risico’s nemen, kortom ondernemend managen, scoort niet hoog in vergelijking met andere topsectoren. Begrijpelijk, want in de watersector komen nu eenmaal veel (semi)-overheidsbedrijven voor. Daar is nu eenmaal weinig ruimte voor ondernemerschap.”
Co-creatie
Uit het onderzoek blijkt verder dat bedrijven in de watersector relatief laag scoren op het gebied van co-creatie. Daarbij gaat het om samenwerking met externe partijen, zoals leveranciers, kennisinstellingen en concurrenten, om de productiviteit te verhogen of sneller te innoveren. De watersector scoort overigens wel goed op het gebied van slimmer werken en flexibel organiseren. Volberda: “De bedrijven investeren relatief veel in de opleiding en ontwikkeling van hun personeel, zodat ze hun talenten optimaal kunnen inzetten.”
Investeringen R&D
Volberda signaleert verder dat de watersector erg laag scoort op het gebied van investeringen in R&D en ICT. “Zo heeft de watersector de afgelopen drie jaar slechts 5 procent van de omzet geïnvesteerd in R&D. De topsectoren Energie (15 procent), Hightech systemen en materialen (15 procent), Life sciences & health (13 procent) en Chemie (10 procent) scoren beduidend hoger.” Ook de investeringen in ICT (4 procent) zijn laag in vergelijking met andere topsectoren.
Hij benadrukt dat het om een sectorgemiddelde gaat en dat er in de watersector een aantal bedrijven is dat wel degelijk hoog scoort. “Denk bijvoorbeeld aan de grote advies- en ingenieursbureaus die innovatieve oplossingen bedenken voor uiteenlopende watervraagstukken en die vooral in het buitenland hoog staan aangeschreven.”

Koplopers
De watersector telt verder weinig koplopers op innovatiegebied (8 procent) in vergelijking met andere topsectoren. Zo ontwikkelt 66 procent van de bedrijven in de chemische sector product-of procesinnovaties, terwijl dat in de watersector slechts 35 procent is. Vijftien procent van de bedrijven in de watersector zijn volgens het rapport helemaal niet innovatief. “Wanneer je echt gefundeerde uitspraken wil doen over het innovatieve vermogen van de Nederlandse watersector zou je eigenlijk een vergelijking moeten maken met de watersector in andere landen. Voor zover ik weet is dergelijk onderzoek niet beschikbaar.”