Het gebouw van Wetsus op de watercampus in Leeuwarden (foto: Gouwenaar/Wikimedia Commons).

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat waarborgt het voortbestaan van watertechnologisch instituut Wetsus in Leeuwarden. Met een financiële injectie van 3,8 miljoen euro, verdeeld over 2020 en 2021, wordt de ergste nood gelenigd. Voor de langere termijn zou er geld uit Brussel moeten komen. Ook de erkenning als wetenschappelijk instituut kan financiële armslag geven.

Sinds de oprichting in 2003 ontvangt Wetsus onderzoeksfinanciering van samenwerkende bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen. Daarnaast ontvangt het instituut subsidies van de gemeente Leeuwarden, de provincie Friesland, het Rijk en de EU. Over de periode 2016 tot en met 2020 was het totale budget van Wetsus gemiddeld 13,8 miljoen euro per jaar. Een aanzienlijk deel van de overheidsbijdrage, een kleine vijf miljoen euro per jaar, is afkomstig uit de middelen die voor de Zuiderzeelijn waren bedoeld. Maar die subsidie loopt begin 2021 af, waardoor zonder aanvullende financiering bij Wetsus een financieel gat ontstaat. Een expertcommissie stelde daarom in opdracht van het ministerie een rapport op over het belang van het Friese instituut. Het ministerie neemt de conclusies uit dat rapport één op één over. Staatssecretaris Mona Keijzer heeft de Tweede Kamer daarvan per brief op de hoogte gebracht.

Wetenschappelijk instituut
Behalve de rijksbijdrage van jaarlijks 1,9 miljoen euro ontvangt Wetsus in 2020 en 2021 ook 2 miljoen euro van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Tot nu toe bedroeg de bijdrage van NWO een half miljoen euro per jaar. En drie universiteiten (Wageningen, Groningen en Twente) leveren gezamenlijk een financiële bijdrage van 750 duizend euro per jaar (250 duizend per universiteit) voor de periode 2021-2024. Doordat Wetsus nu officieel als wetenschappelijk instituut wordt erkend, kan het zich bovendien kwalificeren voor financiering uit de meerjarige programmering van NWO.

Gesprek met de staatssecretaris
Staatssecretaris Keijzer heeft Wetsus al uitgenodigd om binnenkort met elkaar in gesprek te gaan over de overbruggingsfinanciering vanuit het Rijk. Zij wil de adviezen van de expertgroep een belangrijk onderdeel laten zijn van de uiteindelijke afspraken. In het bijzonder hecht zij aan de genoemde financiering uit de meerjarige programmering van NWO en indien mogelijk uit het toekomstige EFRO-programma Noord-Nederland. Ook het aantrekken van nieuwe financiering vanuit de Europese Unie, het bedrijfsleven of andere betrokken departementen zal wat haar betreft op de agenda staan, alsmede een blijvende inzet op een efficiënte bedrijfsvoering en een eventuele bijstelling van het bedrijfs- en financieringsmodel, indien er op termijn geen structurele financiering kan worden aangetrokken.

Huidige financiële model niet duurzaam
Vorig jaar stelde een evaluatiecommissie onder voorzitterschap van Huib de Vriend, emeritus-hoogleraar aan TU-Delft, al vast dat het financiële model van Wetsus niet duurzaam is, dus het is niet vreemd dat de staatssecretaris de bedrijfsvoering en het financieringsmodel op de agenda zet. Volgens de evaluatiecommissie zou Wetsus op zoek moeten naar een benadering waardoor het financieel minder afhankelijk wordt van overheidsfinanciën om zijn kernkosten te dekken. In haar evaluatierapport gaf de commissie een aantal suggesties in die richting.