Water Alliance directeur Hein Molenkamp (rechts) op de nieuwjaarsbijeenkomst in gesprek met FME-voorzitter Theo Henrar. (foto: Water Alliance/Jelmer Hobma)

Brancheorganisaties Water Alliance en Envaqua zijn samengegaan. Het komend jaar zetten ze vooral in op waterhergebruik en de versterking van de export van watertechnologie naar o.a. Spanje, Italië, Engeland en Noord-Amerika. Dat maakte directeur Hein Molenkamp bekend tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst op 19 januari. De beschikbaarheid van water, onder meer voor de stedelijke bebouwing en de industrie, is wereldwijd een grote uitdaging.  Nederlandse mkb-bedrijven in de watertechsector kunnen daar flexibel op inspelen.

De vereniging Envaqua en de stichting Water Alliance zijn vanaf 1 januari dit jaar officieel samen verdergegaan onder de naam Water Alliance. Tijdens eerste gezamenlijke nieuwjaarsbijeenkomst gaf directeur Hein Molenkamp tekst en uitleg over de samenvoeging en over de plannen voor dit jaar.

“We hebben al jaren samen activiteiten ontplooid voor de Nederlandse watertechnologiesector en dit is een logische vervolgstap. We hebben nu een organisatie met zo’n 200 leden en daarmee hebben we ons netwerk versterkt”, zo lichtte Molenkamp toe.

Hij gaf toe dat de samenvoeging niet makkelijk was omdat Envaqua een vereniging is binnen het grotere geheel van de FME voor de hele technologische industrie. Daarnaast waren er bij Envaqua ook leden actief in de milieutechnologie, m.n. afvalverwerking. De stichting Water Alliance had alleen maar deelnemende bedrijven in de watertechsector. De samenvoeging maakt de nieuwe Water Alliance sterker.

Flexibele mkb-bedrijven

Volgens Molenkamp is het gelukt om de sterke kanten van beide organisaties te koppelen. “De vereniging Water Alliance blijft als brancheorganisatie voor watertechnologie en milieutechnologie binnen de FME bestaan en dat geeft toegang tot de andere brancheorganisaties binnen de FME. Wij kunnen een rol spelen bij de ontwikkeling van nieuwe innovatieve toepassingen in vele sectoren waar wateruitdagingen spelen”, aldus Molenkamp.

Nederland heeft volgens hem geen grote watertechnologiebedrijven maar heeft in het buitenland wel de naam erg innovatief te zijn. De Nederlandse innovaties zijn vaak ook erg geschikt voor export en biedt daarmee een grote kans op groei van de sector. Denk hoe Nederlandse innovaties als anaerobe, Annamox en Nereda de wereld veroveren. “Doordat we vooral bestaan uit mkb-bedrijven zijn we ook veel wendbaarder en kunnen ze elkaar makkelijk opzoeken bij nieuwe projecten. Dat is het mooie in onze sector: dat je technologie kunt ontwikkelen samen met de toeleverende bedrijven.”

Expertgroepen

De expertgroepen van de vereniging Water Alliance op het gebied van zwemwater, legionella, biociden en koelwater blijven bestaan en worden nu uitgebreid. Onder aanvoering van de recent benoemde branchemanager zullen de leden van Water Alliance hun expertise nu ook gaan bundelen op het terrein van Circulair Water. Daarnaast is er ook een expertgroep milieutechnologie voor het verwerken van vaste afvalstromen. “Je ziet aankomen dat het recirculeren van water steeds belangrijker gaat worden. In de praktijk kan dat niet altijd omdat regelgeving de toepassing in de weg staat. Die regels zijn wel belangrijk en daarom willen we binnen die expertgroepen daar veel aandacht aan gaan besteden.”

Projecten Circinwater

Op de nieuwjaarsbijeenkomst presenteerde Water Alliance twee projecten die in 2023 veel aandacht zullen krijgen. Binnen het Europese project CircinWater gaf Stefan Bergsma van Water Alliance aan dat binnenkort de eerste vouchers beschikbaar zullen komen voor watertechbedrijven die leveren aan de agrofood en energie-intensieve sectoren (papier, staal, mijnbouw en chemie). Deze vouchers zijn bedoeld om financiële steun te geven aan pilot en demoprojecten met innovatieve technieken bij eindgebruikers.

WTEX10-project

Op de bijeenkomst was ook aandacht voor de activiteiten van het WTEX10-project. Dat gaat zich in 2023 vooral richten op het stimuleren van Nederlandse watertechnologie export naar o.a. Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Noord Amerika. Door handelsmissies, aanwezigheid op beurzen en congressen en het organiseren van matchmaking bijeenkomsten, kunnen Nederlandse bedrijven hun netwerken in die landen uitbouwen.

Meer in het vat

Volgens Molenkamp zit er nog meer in het vat. “We wachten in spanning af of een door een groot consortium ingediende Groeifonds aanvraag ‘Groeiplan Watertechnologie’ goedgekeurd gaat worden”, zo hield hij de aanwezigen voor. “Dat zou voor de watertechnologiesector een mooie opsteker zijn. Er kan dan op langere termijn veel structureler worden gewerkt aan innovaties en export”.