Het verkennend onderzoek naar een zo duurzaam mogelijke slibkoekoverslag bij rwzi Garmerwolde heeft geleid tot een voorlopig systeemontwerp. Bij de voorkeursvariant wordt het zuiveringsslib op de rwzi overgezet met bandtransporteurs in torensilo’s, om vervolgens met trailervrachtwagens te worden afgevoerd naar eindverwerker EEW Delfzijl.
Garmerwolde rwzi is de centrale verwerkingslocatie voor al het huishoudelijk en industrieel slib uit het verzorgingsgebied van Waterschap Noorderzijlvest. Het waterschap heeft in 2021 laten onderzoeken hoe de overslag en het vervoer van het slib duurzaam, betrouwbare en efficiënt kan worden uitgevoerd. Ook is onderzocht hoe de verouderde installatie op de rwzi Garmerwolde kan worden vervangen. Uit het verkennend onderzoek blijkt dat een slibkoekoverslag met bandtransporteurs, opslag in torensilo’s en trailer-vrachtwagentransport de voorkeur heeft en voor het waterschap de best uitvoerbare en meest toekomstbestendige oplossing is. Deze variant onderscheidde zich ten opzichte van de andere varianten op de criteria energiegebruik, ruimtegebruik en kwaliteit, welzijn en robuustheid.
Contract SNON
Ook verwerkt de locatie Garmerwolde extern slib vanuit Waterschap Hunze en Aa’s. Deze waterschappen hebben, samen met Drents Overijsselse Delta, in 2019 gekozen voor een zo duurzaam mogelijke oplossing voor slibeindverwerking. Dat leidde vervolgens tot een 20-jarig contract met Slibverwerking Noord Oost Nederland (SNON), een samenwerkingsverband van GMB BioEnergie Zutphen en Energy from Waste Delfzijl (EEW). De eindverwerking omvat het drogen en verbranden van het slib. Hiervoor wordt nog een verbrandingsinstallatie in Delfzijl gebouwd.
Bandtransporteurs en torensilo
In het verkennend onderzoek is het traject vanaf de filterpersen tot aan het storten in de verbrandingsinstallatie van EEW-Delfzijl beschouwd. Daarbij zijn de koekoverslag, -opslag en -transporttechnieken beoordeeld en gewogen. Een gebruiksduur tot 2051 is meegenomen voor de nieuwe installaties. Drie varianten zijn onderzocht, waarbij variant 3 de voorkeur had. Deze variant, met bandtransporteurs voor de slibverlading en opslag in torensilo’s, bespaarde circa 30% op energiegebruik doordat een verdeler voor het verladen van de transportbanden in de trailers niet nodig is. Ook neemt de torensilo minder ruimte in beslag dan de trailers bij de andere twee varianten. Op personele belasting en welzijn scoorde variant 3 ook het beste, omdat medewerkers minder snel met het slib in aanraking komen door het gesloten systeem. Ook kan de vrachtwagen gemakkelijk onder de torensilo gereden worden.
Realisatieplan
Het Algemeen Bestuur van het waterschap besloot in november 2021 om de voorgestelde voorkeursvariant verder te laten uitwerken tot een realisatieplan. De besluitvorming over de planrealisatie door het Bestuur vindt naar verwachting plaats in het 3e kwartaal van 2022. Begin 2024 moet de nieuwe slibkoekoverslag operationeel zijn.
In de overgangsperiode 2021-2023 zal gefaseerd worden overgegaan van de oude slibkoekoverslag en -verwerkingssituatie naar de nieuwe situatie. In de nieuwe situatie wordt de slibkoek afgevoerd naar de nog te bouwen verwerkingsinstallatie van in Delfzijl.
Om de exploitatierisico’s op een voor het waterschap acceptabel niveau te houden, dient in de overbruggingsperiode rekening te worden gehouden met een bedrag tot 300.000 euro voor herstel- en onderhoudsmaatregelen. Bij storing aan een filterpers wordt dit bedrag verhoogd met 10.000 tot 20.000 euro per week voor extra slibafzetkosten.
Verwerkingscapaciteit onder druk
De Noord-Nederlandse waterschappen zochten de samenwerking door de huidige problemen met de verwerkingscapaciteit van zuiveringsslib in Nederland. De afzetproblemen zijn ook ontstaan door veranderingen in de Duitse wet dat verwerking alleen mag met terugwinning van fosfaat. Daarom hebben de drie waterschappen er voor gekozen de totale hoeveelheid gezamenlijk voor een lange periode op de markt te brengen. Het bedrijfsleven kan zo investeren in nieuwe verwerkingscapaciteit.
Vanaf 2026 zal hierbij ook fosfaat uit het zuiveringsslib worden teruggewonnen. Met deze ‘dubbele’ verwerkingsmethode zal er volgens SNON zo 3,5 miljoen m³ aardgas per jaar worden uitgespaard.