Studie planMER voor structuurvisie ondergrond van start

Naast het verplichte onderzoek naar milieueffecten worden de economische gevolgen van het gebruik van de ondergrond uitgediept. De maatschappelijke kosten- en batenanalyse, de zogenaamde ‘welvaartseffecten’, is wettelijk niet verplicht, maar wordt eveneens uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M). De Nederlandse bedrijvencombinatie zal in een kernteam van tien tot vijftien personen aan de ‘prestigieuze klus’ werken, volgens Matthijs Nijboer van advies- en ingenieursbureau Tauw.
Diverse onderwerpen
“In de planMER komen diverse thema’s aan bod zoals zoutwining, gaswinning, geothermie en bodemenergie, evenals de eventuele opslag van gas, olie en CO2. Het thema schaliegas wordt in een aparte studie uitgewerkt door Arcadis in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. De studie naar schaliegas zal uiteindelijk worden samengevoegd met andere onderdelen in de structuurvisie”, aldus Nijboer. Het buizen- en leidingenstelsel in de bodem vormt geen onderdeel van de onderzoeken.
Het ministerie van I&M gebruikt de resultaten als ingrediënten voor de Rijksstructuurvisie voor de ondergrond, die naar verwachting in het eerste kwartaal van 2015 gereed zal zijn. De Rijksstructuurvisie moet een ‘afwegingskader’ bieden voor de ondergrond dat overheid en bedrijfsleven helpt bij het maken van keuzes voor activiteiten in de ondergrond.  
Daarbij moeten overheid en bedrijfsleven belangrijke functies van de bodem beschermen en rekening houden met de kwaliteit van de bovengrondse leefomgeving. 
Zo zullen locaties die nodig zijn voor het veiligstellen van de drinkwatervoorziening, waaronder het op peil houden van onze strategische drinkwatervoorraad, naar verwachting worden gevrijwaard van andere economische activiteiten die hierop nadelige effecten kunnen hebben.  
Voor de Natura 2000 gebieden geldt dat in de bodem naar alle waarschijnlijkheid geen economische activiteiten mogen worden uitgevoerd, om negatieve effecten op het milieu en het landschap te voorkomen. Dat betekent dat er in deze gebieden naar alle waarschijnlijk geen grote drinkwateronttrekkingen mogen plaatsvinden, om onder meer verdroging te voorkomen.
Kengetallen
Voor de studie wordt naast eigen praktijkervaring geput uit talrijke geodata en andere kengetallen van kennisinstellingen als Deltares en TNO . “Het gaat erom deze data op een intelligente manier te combineren”, zegt Matthijs Nijboer. 
Daarnaast worden de reacties van stakeholders, waaronder de Unie van Waterschappen, natuurorganisaties en industriële partijen, betrokken in de analyses. Deze belanghebbenden zijn al eerder door het ministerie geconsulteerd. “Het is lastig om alle effecten in geld te vertalen. Zijn aan de winning van zout of water eenvoudig waarden toe te kennen, voor bijvoorbeeld ‘landschapsbeleving’  is dat aanmerkelijk ingewikkelder”, aldus Nijboer. 
Aanleiding voor het opstellen van de Rijksstructuurvisie is de brede maatschappelijke en politieke discussie over de ‘drukte in de Nederlandse ondergrond’ en de wens naar meer duidelijkheid op welke plaats welke (economische) activiteiten kunnen plaatsvinden. Met de Rijksstructuurvisie Ondergrond wil  het Rijk sturing geven aan een efficiënt en duurzaam gebruik van de ondergrond.