Bestrijding van insecten in pijnbomen met pesticiden in Frankrijk (fotoL Commons Wikimedia).

Er komen steeds meer nieuwe toxische bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht. De huidige meetmethoden van laboratoria brengen de aanwezigheid en concentratie echter maar beperkt in kaart. Aanvullende metingen zijn essentieel, stelt Aaldrik Tiktak, senior wetenschappelijk onderzoeker bodem en water van het Planbureau voor de Leefomgeving.

Aaldrik reageert op het vandaag verschenen PBL-onderzoek ‘Geïntegreerde gewasbescherming nader beschouwd’. Hierin evalueerden de onderzoekers het nationale gewasbeschermingsbeleid. Een van de conclusies is dat het doel van de overheid om het aantal overschrijdingen van bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater met 50% te verminderen niet is gehaald.

De normoverschrijdingen worden onder andere veroorzaakt doordat de Europese normen die bij de toelating van bestrijdingsmiddelen worden gebruikt soepeler zijn dan de normen van de Kaderrichtlijn Water. Bovendien zijn er onvolkomenheden in de Nederlandse toelatingsprocedure en gebruiken niet alle telers de middelen volgens het voorschrift.

Onbetrouwbaar beeld
Uit afzetcijfers en modelberekeningen weet Aaldrik dat er meer nieuwe toxische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Het komt echter vaak voor dat laboratoria niet met voldoende betrouwbaarheid kunnen vaststellen of een stof in een lage concentratie in oppervlaktewater aanwezig is. Hiervoor gebruiken ze  diverse meetmethoden die echter niet volstaan om een goed beeld te krijgen.

Grote invloed
Bij bestrijdingsmiddelen gaat het vaak om lage concentraties, die evengoed een grote invloed op de waterkwaliteit kunnen hebben. Sommige stoffen zijn op veel locaties in Nederland niet toetsbaar. De stof esfenvaleraat bijvoorbeeld was op 95 procent van de locaties niet toetsbaar. Op de locaties waar de stof wel betrouwbaar kon worden gerapporteerd, was de normoverschrijding aanzienlijk.

Aanvullende metingen
“Aanvullende metingen zijn nodig, maar deze zijn kostbaar. Daarom pleit het PBL in het rapport voor een heffing op bestrijdingsmiddelen om de dure monitoring gedeeltelijk te financieren”, zegt Tiktak.

De meeste agrariërs zijn volgens hem bereid om maatregelen te nemen om de emissies en het gebruik van bestrijdingsmiddelen te beperken. Dit is vooral het geval bij projecten die het bewustzijn van telers vergroten door intensieve begeleiding. Maar ook door de resultaten van monitoring met telers te bespreken. Daarnaast kan subsidie telers helpen om maatregelen te nemen.

Oplossingen
Om alle doelen uit de nota te halen, moeten er volgens Tiktak een aantal zaken tegelijkertijd worden uitgevoerd. Zo is het essentieel om de totale toxiciteit van alle bestrijdingsmiddelenpakket te reduceren, bijvoorbeeld door een maximum aan het gebruik vast te stellen. Daarnaast moeten de emissies van de middelen naar beneden.
Tiktak roept waterprofessionals op om verder dan hun vakgebied te kijken. “Maatregelen die de biodiversiteit verbeteren, zoals de aanleg van akkerranden, zijn ook goed voor het verbeteren van de waterkwaliteit. Hierdoor komen er meer natuurlijke plaagbestrijders en zijn er minder middelen nodig.”

Lees hier het rapport