Minister Cora van Nieuwenhuizen tijdens het Algemeen Overleg Water in de Tweede Kamer. (Beeld: Tweede Kamer).

Het had iets van een openingsdans. Het eerste Algemeen Overleg Water van de Vaste Commissie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) met minister Cora van Nieuwenhuizen van maandag 27 november. De kersverse minister vertelde de Kamerleden direct dat zij geen Brabantse is, maar dat zij opgroeide in Harderwijk in de periode dat Zuidelijk Flevoland werd drooggelegd. Haar wortels liggen dus bij waterbouw en landaanwinning en de bijzondere ligging van Nederland zit dus in haar systeem.

De minister positioneerde zich direct en zij maakte ook meteen duidelijk dat zij het als een van haar grootste uitdagingen ziet om de waterkeringen te laten voldoen aan de nieuwe normen. Verder pleitte ze voor heldere spelregels als het gaat om het ‘meekoppelen’ van natuurprojecten. “Wij staan aan de lat voor waterveiligheid dus alleen voor projecten die er hoe dan ook moeten komen is ‘meekoppelen’ een optie”, verklaarde Van Nieuwenhuizen. “We zullen de komende jaren vooral gaan investeren in de dijken in het rivierengebied en dan op plekken waar de risico’s op schade het grootst zijn.”

Onwennig
De minister bleef rustig en voelde zich duidelijk op haar gemak in de nieuwe commissie. Al was het natuurlijk wel wat onwennig. Ook voorzitter Foort Oosting (VVD) en de Kamerleden moesten aan elkaar wennen. ‘Ik ken u nog niet zo goed, dus ik weet niet wanneer u precies het woord wilt’ en ‘ik moet nog wennen aan uw handgebaren’ zetten de toon tijdens dit eerste debat onder de nieuwe minister. De Kamerleden die nu sinds maart dit jaar actief zijn, lieten goed merken dat zij inmiddels op de diverse dossiers zijn ingelezen. De hoogwatergeul in Varik-Heesselt, bodemdaling, opkomende stoffen zoals GenX, medicijnresten, sluizen in de Nieuwe Waterweg, afvalwaterinjecties in de gasvelden in Twente, de Kaderrichtlijn Water en het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie passeerden stuk voor stuk de revue.

Standpunten
De Kamerleden die al langer deel uitmaken van de Vaste Commissie van Infrastructuur en Waterstaat namen de rest van de Kamerleden en de minister aan de hand en gaven hier en daar extra informatie. Zo ook over de historische standpunten van de verschillende partijen. Bijvoorbeeld over welke partijen in het verleden niet waren voor het voortbestaan van de waterschappen. D66 Kamerlid Matthijs Sienot wil de waterschappen nu niet meer laten opgaan in het midden-bestuur, maar pragmatisch omgaan met het feit dat ze er zijn en hen zelfs meer taken gaan geven. Tevreden stelden de overige Kamerleden vast dat de discussie over de waterschappen in dit kabinet geen rol meer speelt.

Verantwoordelijkheden
Ook was er soms wat verwarring over wie in het nieuwe kabinet nu eigenlijk verantwoordelijk is over welk dossier. Zo zijn de Stuctuurvisie Ondergrond (STRONG) en de Omgevingswet verhuisd naar Binnenlandse Zaken en ligt de Delta-aanpak Agrarisch Waterbeheer voortaan bij IenW en het ministerie van Landbouw. Minister Cora van Nieuwenhuizen wist dat zelf soms ook nog niet precies. “Als ze u bij BiZA weer terugsturen, komt u weer terug bij mij”, antwoordde ze op een gegeven moment.

Minister van 2018
Liesbeth van Tongeren van GroenLinks noemde Van Nieuwenhuizen tijdens het overleg gekscherend de minister van 2018 omdat zij in haar huidige plannen nog niet verder kijkt dan dat jaar. Van Nieuwenhuizen beaamde dat zij tijd nodig heeft om het beleid op de langere termijn vast te stellen. Zo liet zij weten in een brief terug te komen op het tekort van 20 miljoen dat na 2020 zal ontstaan voor Beheer en Onderhoud van waterkeringen. Zij verwacht 50 procent van het tekort te kunnen financieren uit het Deltafonds en zal ook gaan kijken naar versoberingen. “Maar we moeten hoe dan ook voorkomen dat er achterstallig onderhoud ontstaat.”

Budget voor ruimtelijke adaptatie
Ook kon minister Van Nieuwenhuizen nog niet toezeggen of de 230 miljoen voor ruimtelijke adaptatie waar de provincies, waterschappen en gemeenten en de Deltacommissaris er ook gaan komen. “Ik moet eerst met alle partners aan tafel voordat ik daar meer over kan zeggen”, stelde de minister.

Moties
De Kamerleden dienden in totaal negen moties in en de minister beloofde twaalf brieven met extra uitleg te sturen aan de Kamer. Dinsdag 5 december stemt de Tweede Kamer plenair over de ingediende moties.