Waterbeheerders beschikken nu over een compleet pakket aan neerslagproducten. De nieuwe neerslagstatistieken van de Stichting Toegepast Waterbeheer (STOWA) werden 10 oktober in Utrecht gepresenteerd tijdens een speciale dag over ‘last van wateroverlast.’ “Hiermee zijn waterbeheerders in staat om alle mogelijke neerslagsituaties door te rekenen”, stelt Michelle Talsma van STOWA.
STOWA presenteerde in 2015 en 2018 nieuwe neerslagstatistieken. Deze statistieken toonden aan dat de extreme neerslag de afgelopen decennia flink is toegenomen door klimaatverandering.
De neerstagstatistieken vormen belangrijke input voor modelberekeningen waarmee waterbeheerders, gemeenten en projectontwikkelaars kunnen zien in hoeverre de omgeving gevoelig is voor extreme neerslaghoeveelheden.
Volgens Michelle Talsma van STOWA zijn de neerslagextremen in vergelijking met de getallen die in 2015 en 2018 zijn geleverd niet echt toegenomen. “De winst is nu vooral dat een samenhangend pakket aan neerslagproducten is opgeleverd. Bovendien hebben we ook naar andere zaken gekeken, zoals regionale verschillen in neerslag. Daarnaast is het nu ook mogelijk om naar de toekomst te kijken. Wat zijn de extreme buien in 2030, 2050 en 2085?” De studie is, net als de vorige keren, in opdracht van STOWA, uitgevoerd door KNMI en HKV Lijn in Water.
Actuele basisstatistiek
STOWA presenteerde in Utrecht onder meer een actuele basisstatistiek voor neerslaggebeurtenissen. Die geven inzicht in de hoeveelheid neerslag van 10 minuten tot 10 dagen, bij een bepaalde herhalingstijd (bijvoorbeeld eens in de tien of honderd jaar). De basisstatistiek is afgeleid van neerslagreeksen waarbij er op een groot aantal weerstations (‘punten’) gedurende een reeks van jaren metingen zijn verricht. Volgens STOWA geven ze een betrouwbaar beeld van de huidige neerslaggebeurtenissen, waarin ook de effecten van al opgetreden klimaatverandering tot uiting komen.
Vernieuwde producten
De basisstatistiek is het startpunt voor andere vernieuwde producten ten opzichte van de vorige neerslagstatistieken, zoals de regionale statistiek. Ook is er een nieuwe toekomststatistiek. Deze is afgeleid door de basisstatistiek te combineren met de verwachte veranderingen in extreme neerslag volgens de KNMI’ 14 klimaatscenario’s.
Waterbeheerders kunnen met de toekomststatistiek doorrekenen in hoeverre hun watersystemen ook in de toekomst, bij uiteenlopende klimaatscenario’s bestendig zijn tegen extreme neerslag. Daarnaast heeft STOWA-gebiedsstatistieken, neerslagpatronen, actuele neerslagreeksen en een set extreme neerslaggebeurtenissen van korte duren opgeleverd.
Neerslag neemt toe
Uit de KNMI ’14-klimaatsscenario’s blijkt dat de gemiddelde jaarlijkse neerslag met 2,5 tot 5 procent toeneemt. Ondanks het uiterst droge jaar 2018 heeft het KNMI geen reden om deze verwachting bij te stellen, meldt Talsma. Zowel de gemiddelde neerslagsom als de neerslagextremen nemen dus toe. “In de KNMI-klimaatscenario’s voor 2050 en 2085 neemt de extreme neerslag verder toe. Over de gehele zomer valt er minder regen, regent het op minder dagen. Maar als het regent, kan het ook heel hard regenen. Tegenover een drogere zomer, staat een nattere winter.”
Waterbeheerders blij
De waterbeheerders zijn volgens haar blij met de nieuwe producten. “Het geeft duidelijkheid over de extremen die in hun gebied kunnen vallen. Zij zijn nu aan zet om de informatie toe te passen in hun watersysteemanalyses en deze te vertalen naar de effecten in hun gebied. De kennis is ook de basis voor de extremen voor de stresstest wateroverlast.” Alle Nederlandse gemeenten moeten deze door het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie ontwikkeld test hebben uitgevoerd. De test maakt inzichtelijk waar klimaatverandering kan leiden tot wateroverlast en andere problemen.
Lees hier de STOWA-brochure