Ministeries zetten programma voor internationale samenwerking watersector voort

De ministeries van IenW, Buza, EZK en LNV hebben besloten om het programma Partners voor Water ook de komende jaren voort te zetten. De inmiddels vijfde editie loopt van 2022 tot 2027 en krijgt een budget van 67 miljoen euro voor wereldwijde activiteiten die bijdragen aan waterveiligheid en waterzekerheid. Demissionair minister Visser maakte het besluit bekend tijdens het evenement Waterproof op 7 oktober.

De invulling van het 5e Partners voor Water-programma staat nog niet helemaal vast. Maar centrale thema’s zijn water, biodiversiteit, voedsel, en nature-based solutions. Daarnaast zal het programma zich, nog meer dan de vorige edities, gaan richten op het opschalen van buitenlandse activiteiten met een integrale Nederlandse aanpak in acht landen met vergelijkbare rivierdelta’s als Nederland.

De opschaling sluit aan bij de groeiende internationale vraag naar een grotere impact van waterprojecten. Het gaat daarbij vooral om de tijd te verkorten tussen studies, pilots en grootschalige implementatie. Dit moet de mondiale watergemeenschap helpen de realisatie van het Sustainable Development Goal #6 van de Verenigde Naties in een versnelling te krijgen.

Grotere druk op waterbronnen

Voor het kunnen halen van het einddoel in 2030 met veilig drinkwater en sanitatie voor iedereen, is een verviervoudig nodig van het huidige tempo. De toenemende vraag naar water betekent ook dat waterbronnen steeds meer onder druk komen te staan en er minder schoon water beschikbaar zal zijn voor mens en natuur. En dus ook voor voedselproductie. Nederland kan via Partners voor Water een bijdrage leveren een verlaging van de wereldwijde watervraag in de landbouw en daarbij de biodiversiteit vergroten onder meer door de inzet van nature-based solutions.

Terugblik

Tijdens het Waterproof evenement waar betrokken van het Partners voor Water programma bij elkaar kwamen, blikte Tjerk Opmeer, directeur internationale programma’s bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) terug op de vorige edities. De eerste editie ging van gestart in 1999. Uitvoerders RVO en het Netherlands Water Partnership ronden dit jaar de vierde editie af.

Opmeer refereerde de aan succesformule van het programma waarbij projecten starten met studies naar de brede onderliggende waterproblemen, de financiële haalbaarheid van de uitvoering en de samenwerking in speciale partnerschappen met internationale en lokale organisaties en bedrijven.

Als voorbeeld haalde Opmeer de havenstad Beira in Mozambique aan. De stad is in 2019 getroffen door een extreem zware orkaan. ‘Via Partners voor Water zijn we daar betrokken bij de wederopbouw. Samen met lokale partijen en de internationale gemeenschap van donoren, wordt er gewerkt aan een brede versterking van de havenstad.’

Ruimere financieringsmogelijkheden

In PvW4 zijn in totaal 69 buitenlandse subsidieprojecten gestart waarvan 47 in de vorm van een pilot. Daarbij is 12,4 miljoen euro subsidie versterkt aan deelnemende organisaties en bedrijven. Naast de subsidie hebben betrokkenen ook eigen geld ingebracht en is gebruik gemaakt van internationale financieringsmogelijkheden.

Projecten binnen PvW5 zullen extra financieringsmogelijkheden krijgen via Invest International, een joint venture van de Nederlandse Staat (51%) en Ontwikkelingsbank FMO (49%) dat op 1 oktober is gelanceerd met een eigen aandelenkapitaal van 833 miljoen euro.

Invest International kan ook financiering aanbieden vanuit publieke programma’s zoals Drive en Develop2Build. De ondersteuning is gericht op Nederlandse ondernemingen met innovatieve oplossingen die een bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van de Sustainable Development Goals.

Lees hier meer nieuws uit de watersector