
Het kabinet heeft een maatregelenpakket gepresenteerd om projecten die door PFAS hinder ondervinden, zo snel mogelijk weer vlot te trekken. Zo worden rijksbaggerdepots opengesteld voor PFAS-houdende baggerspecie en is er een versnelling van de waterbodemonderzoeken ingezet om te zorgen dat stagnerende baggerwerkzaamheden worden losgetrokken. Brancheorganisatie Cumela vindt echter dat het kabinet te weinig lef toont.
De voorgestelde maatregelen staan in een brief die de ministers Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) en Van Veldhoven (Milieu en Wonen) aan de Tweede Kamer hebben gestuurd. Volgens de drie ministers vinden op veel plekken werkzaamheden al plaats. In de brief sommen zij een aantal voorbeelden op: ‘In diverse gemeenten, zoals Helmond, de Twentse gemeenten en Amersfoort, is er ruimte voor veilig grondverzet omdat gemeenten een lokale achtergrondwaarde hebben vastgesteld. De provincie Noord-Holland heeft al een beleidsregel voor PFOA en PFOS. In Zuid-Holland zijn er op veel plekken al lokaal beleidsregels voor PFAS vastgesteld, zoals in de omgeving van Dordrecht. De provincie Noord-Brabant werkt samen met de omgevingsdiensten en gemeenten aan een gecoördineerde actualisatie van bodemkwaliteitskaarten. Ook bieden sommige grondbanken opslagmogelijkheden aan, waar ook grond zonder PFAS-onderzoek terecht kan. Ook in de waterbouw zijn er baggerprojecten weer op gang gekomen. Zo wordt er bijvoorbeeld in Delfland, IJsselmonde, Hoeksche Waard en Drenthe weer gebaggerd.’
Beschikbare ruimte bepaald door achtergrondwaarde
‘Dit zijn goede voorbeelden, maar we zijn er nog niet’, schrijven de ministers. ‘Zo is het een hardnekkig misverstand dat voor de klasse-indeling landbouw en natuur alleen de norm van 0,1 μg/kg ds geldt. Dat lijkt onnodig voor vertraging te zorgen. Daarom benadrukken we ook in deze brief graag nogmaals dat beschikbare ruimte voor toepassing van grond en bagger niet wordt bepaald door de bepalingsgrens van 0,1 μg/kg ds, maar door de feitelijke gemeten achtergrondwaarde (met een maximum van 3,7,3). Daar waar lokaal nog geen achtergrondwaarde bekend is, zal de tijdelijk landelijke achtergrondwaarde die binnenkort wordt vastgesteld, perspectief bieden.’
Tijdelijke landelijke achtergrondwaarde als vangnet
Het kabinet heeft het RIVM opdracht gegeven om zo spoedig mogelijk een advies te geven over de hoogte van zo’n tijdelijke landelijke achtergrondwaarde van PFAS. Het instituut heeft aangegeven dat zijn advies uiterlijk per 1 december zal worden opgeleverd. De achtergrondwaarde geeft het beeld van de bestaande kwaliteit van de bodem van natuur en landbouw. Dit zal ruimte bieden voor grond- en baggerverzet, omdat dan tot deze waarde grond en bagger mag worden toegepast zonder te meten op de toepassingslocatie. De tijdelijke landelijke achtergrondwaarde dient als vangnet. Voor lokaal maatwerk is het belangrijk dat regionaal bodemkwaliteitskaarten worden vastgesteld. Als lokale achtergrondconcentraties hoger zijn dan de landelijke waarden, blijft het immers mogelijk om met lokaal beleid hogere waarden aan te houden, mits goed onderbouwd. De gegevens die voor de landelijke waarden gebruikt zijn, zullen rond 1 december op een kaart openbaar gemaakt worden. Dit geeft inzicht in de meetgegevens, maar is geen wettelijk bewijsmiddel. De bodemkwaliteitskaarten met de daarin aangegeven waarden dienen wel als wettelijk bewijsmiddel. Andere partijen kunnen gebruikmaken van deze gegevens, waar deze openbaar zijn. Zo wordt de noodzaak van dubbele metingen voorkomen.
Versnelling analyse waterbodem
Voor de waterbodem heeft het kabinet ook een versnelling van de onderzoeken ingezet. Rijkswaterstaat zal in samenwerking met het RIVM en Deltares voor 1 december een beeld presenteren van de huidige kwaliteit van het watersysteem. Dit biedt voor toepassing van baggerspecie op de waterbodem een vergelijkbaar perspectief als bij de tijdelijke landelijke achtergrondwaarde voor de landbodem.
Risico’s voor het grondwater
Het RIVM heeft gewezen op indirecte risico’s van doorvergiftiging en verspreiding van PFAS naar het grondwater. Daarom heeft Rijkswaterstaat als vergunningverlener de initiatiefnemers van een drietal diepe plassen gevraagd te onderzoeken of deze voldoende geïsoleerd zijn om licht verontreinigde grond of bagger toe te laten. In december worden de eerste resultaten verwacht van het onderzoek van een van de plassen. Daarnaast vragen grondwaterbeschermingsgebieden bijzondere aandacht. Hierover is het kabinet in gesprek met de lagere overheden. Begin december zal de Kamer worden geïnformeerd over deze vervolgstappen.
Openstellen rijksbaggerdepots
Rijkswaterstaat stelt de rijksbaggerdepots de Slufter, Hollandsch Diep en IJsseloog open voor baggerspecie die dusdanig vervuild is met zowel PFAS als andere verontreinigingen dat het nergens kan worden toegepast. Dit geeft op korte termijn een oplossing voor stagnerende baggerprojecten, zowel van Rijkswaterstaat als van de waterschappen, stelt het kabinet. Het gaat hier om zeer vervuilde baggerspecie, waarvoor deze baggerdepots in de ogen van de overheid de meest veilige locatie zijn om deze bagger op te slaan.
Brancheorganisatie niet tevreden
Cumela Nederland, de brancheorganisatie voor ondernemers in groen, grond en infra, vindt de oplossingen die het kabinet presenteert ontoereikend om bedrijven weer snel aan de slag te laten gaan. Algemeen directeur Janneke Wijnia: “Vooral het uitblijven van concrete maatregelen in het PFAS-dossier betekent dat bij bedrijven steeds meer machines stil komen te staan en er geen werk meer is voor het personeel. Het is duidelijk dat er straks een hogere norm komt, dus hadden we verwacht dat het kabinet het lef zou hebben om de huidige norm tijdelijk buiten werking te stellen of deze op voorhand te verhogen. Voor veel bedrijven is wachten tot 1 december te lang en is het ook nog onzeker of die norm een werkbare wordt.” Positief vindt Cumela het dat er gewerkt wordt aan een norm voor onderwatertoepassingen. “Echter weten we ook hier niet of dit een toereikende norm wordt en duurt het allemaal te lang”, aldus een bezorgde Wijnia.