Jac van Tuijn: “Tijd voor meer aandacht voor watertechnologie en waterbouw”

Het is 17 maart 2000 als toenmalig prins Willem-Alexander het 2e Wereld Water Forum in Den Haag toespreekt. Gespannen wachten we op de redactie op de foto van de prins. Als de foto binnen is, gaat direct de knop om. Waterforum is voor het eerst online. Dezelfde week verschijnt ook de eerste nieuwsbrief. Eerst nog als faxbericht! Enkele weken later, toen we inmiddels al meer dan 1.000 emailadressen hadden verzameld, ging alles digitaal. Waterforum Online had als eerste watervlakblad in Nederland de stap naar het digitale tijdperk met succes gezet.

Met veel plezier kijk ik terug op die zeven jaar als hoofdredacteur. Hard werkend met een zeer betrokken team van freelance journalisten. De watersector was niet gewend aan journalisten die wekelijks achter het nieuws aan joegen. Het was nog de tijd dat gezaghebbende waterexperts hun artikelen publiceerden in vakbladen en een kritische blik van niet-experts lacherig werd afgedaan. Er is veel veranderd de afgelopen vijftien jaar.

Terugkijkend zie ik vooral dat die expertise plaats heeft gemaakt voor management. Gezaghebbende instituten van Rijkswaterstaat, zoals RIZA op het afvalwater en DWW op het gebied van waterbouw en RIKZ  op het gebied van kusten, zijn opgegaan in Deltares. Nieuwe instituten verschenen, zoals Wetsus en het Netherlands Water Partnership. Den Haag kon zich helemaal richten op de net verschenen vierde Nota waterhuishouding met heel scherpe kwaliteitsnormen voor oppervlaktewater. Niemand wist zich echter raad met de uitvoering. In Brussel werd gewerkt aan de Kaderrichtlijn Water en die zou een gelijk spelveld brengen voor alle Europese lidstaten, inclusief Nederland.

In de tijd dat de eerste Waterforum nieuwsbrief verscheen, was Nederland nog de grote gangmaker van het Rijnactieplan 2020 en de Kaderrichtlijn Water. Maar tien jaar later – in 2011 toen er fors moest worden bezuinigd – schrapte Nederland het Kierbesluit voor het Haringvliet. Voor mij een absoluut dieptepunt. Als waternatie hadden we het besef moeten hebben dat het Kierbesluit cruciaal is voor de visstand – en daarmee ook voor de waterkwaliteit – van de hele Rijn. Gelukkig staat het Kierbesluit inmiddels weer op de agenda en groeit de aandacht voor de oppervlaktewaterkwaliteit.

De waterveiligheid was al die jaren beter af. Het beleidsplan Waterbeheer 21ste eeuw kwam met een 1:100 norm voor alle regionale wateren. Acht zwakke schakels aan de kust werden aangepakt. In 2005 startte het programma Ruimte voor de Rivier en in 2015 was dat al grotendeels gerealiseerd. Er kwam een Deltaprogramma met een budget van maar liefst 20 miljard euro.

Ook de watertechnologie gedijde goed. Ingenieuze microbiologie lag ten grondslag aan het succes van Nereda en Anammox voor het behandelen van afvalwater. Membraanfiltratie drong helemaal door in de drinkwaterbereiding. De laatste drinkwater stations stopten met het doseren van chloor. Nu biedt nanofiltratie zich aan.

Het was een mooie tijd om als vakjournalist te berichten over al die plannenmakerij en de latere realisatie. Maar meer nog dan over de maatregelen zelf, ging het vooral over het bestuur. Het ministerie, toen nog Verkeer & Waterstaat, en Rijkswaterstaat ondergingen talloze reorganisaties. Het aantal waterschappen en drinkwaterbedrijven halveerde. De waterschappen overleefden diverse Haagse discussies over hun voortbestaan. Integratie, integratie, integratie. De nieuwbakken watermanagers hadden er de mond van vol. Ik vraag me af of we er als watersector niet in zijn doorgeslagen.

Neem het Deltaprogramma. Onmiskenbaar een bestuurlijk huzarenstukje maar het beperkt zich tot het bestuurlijke proces terwijl de concrete maatregelen zijn vooruitgeschoven. Op zich wel logisch want je neemt de maatregelen pas als ze nodig zijn en in samenspraak met de lokale belanghebbenden. Toch ontbreekt het aan een uitgewerkte toekomstvisie op het hoofdwatersysteem. Dat bleek duidelijk toen adviseurs Wil Borm en Cor Huijgens geheel buiten de reguliere bestuurlijke kanalen om met een eigen visie kwamen. Later ging Frank Spaargaren daarop door. Ze ontpopten zich als het nationale waterstaatkundige geweten. De managers denken in bestuurlijke processen en de waterbouwers in watersystemen. De stem van de waterbouwers is verloren geraakt.

Nog even terug naar de vakjournalistiek. Die is er door krimpende redactiebudgetten niet makkelijker op geworden. Veel tijd voor een doorwrocht nieuwsbericht is er niet meer. Maar ook niet omdat er een leger aan voorlichters is opgestaan die alles als een roze wolk doen voorkomen. Het voorleggen van kritische vragen aan waterexperts is een complexe en tijdrovende zaak geworden. De vakbladjournalistiek in zijn huidige vorm, staat er slecht voor. Het zal mij benieuwen hoe de 1000ste nieuwsbrief – in 2023 – eruit zal zien en hoe die zal berichten over het Deltaprogramma, de Kaderrichtlijn Water en het Bestuursakkoord Water. Hopelijk met iets meer aandacht voor watertechnologie en waterbouw.

Jac van Tuijn was hoofdredacteur van Waterforum van 2000 tot 2007 en is nog altijd als freelance journalist betrokken bij Waterforum.