Financiering waterbeheer verdient aanscherping

Financiële prikkels om te investeren in preventie en bronmaatregelen tegen de verontreiniging van water door nieuwe stoffen. Het belasten van nutriënten, mest en gewasbeschermingsmiddelen. Dit zijn enkele van van de richtingen in een verbeterde bekostiging van het waterbeheer die minister Schultz van Haegen wil onderzoeken. Dit laat zij de kamer weten in een reactie op een rapport van de OESO. De vervuiler betaalt, lijkt hiermee als principe aan kracht te winnen in de financiering van het waterbeheer.

Volgens Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu is een grote systeemwijziging van de financiering van het waterbeheer niet aan de orde. De basis is op orde. Gezien de toekomstige ontwikkelingen is er echter wel aanleiding om naar verbeteringen te kijken. Schultz gaf aan met de partners van het Bestuursakkoord Water (VEWIN, VNG, UVW, IPO) een discussie te willen voorbereiden over de financiering van het Nederlandse waterbeheer op lange termijn. Doel is vast te stellen waar de uitdagingen liggen en waar eventueel aanvullend onderzoek nodig is.

Huidige bekostiging
Ondersteunend hierbij is een rapport van Twijnstra-Gudde en Tauw met een beschrijving van de huidige bekostiging in het Nederlandse waterbeheer en van relevante toekomstige ontwikkelingen die invloed op deze bekostiging kunnen hebben.
Eerder gaf de OESO in haar rapport “Watergovernance in the Netherlands: fit for the future” aan dat de bekostiging van het waterbeheer verbeterd kan worden. Dit kan vooral door het versterkt toepassen van principes van de ‘gebruiker, vervuiler, veroorzaker, belanghebbende’ betaalt.

Vervuiler
Hierbij dient breed te worden gekeken naar wie de vervuiler is. Zo vormen bijvoorbeeld nutrienten, mest, gewasbeschermingsmiddelen) een aanzienlijke belasting voor de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater terwijl dit nu niet is belas. Drinkwaterbedrijven en communale zuiveringen moeten hun zuiveringsinspanningen verhogen of eerder in de keten bronmaatregelen bekostigen, waardoor de drinkwaterprijs stijgt en de kosten voor zuivering hoger worden.
Ook nieuwe bronnen van verontreiniging, denk aan medicijnresten, hormonen en microplastics vormen een knelpunt voor de kwaliteit van het drinkwater. Tegelijkertijd bestaan er nu nauwelijks financiële prikkels om te investeren in preventie en bronmaatregelen. Terwijl drinkwaterbedrijven en waterschappen veel inspanning moeten leveren om de stoffen uit het water te halen.

Zoet water
Het vasthouden van en voorkomen van het afvoeren van relatief schoon hemelwater, wordt met de klimaatverandering belangrijker . In het onderzoek naar mogelijke lokale aanvullende maatregelen betrekt Schultz de initiatieven uit de beleidsimpuls waterkwaliteit en zoetwater, inclusief ketenaanpak medicijnen, naar aanleiding van de motie van het lid Jacobi (PvdA). “Voorts ben ik voornemens om het reeds lopende onderzoek naar de modernisering en verduurzaming van de zuiveringsheffing ook binnen dit bredere kader op te pakken en zal onderzocht worden of er nut en noodzaak is om hierbij ook de watersysteemheffing te betrekken”, zo schrijft Schultz aan de Kamer.

Nationaal Waterplan
De onderzoeksrichting neemt Schultz op hoofdlijnen op in het Nationaal Waterplan 2015-2021. De Kamer informeert zij medio 2016 over de voortgang van de onderzoeken.


Bron: rapport Toekomstbestendige en duurzame financiering van het Nederlandse waterbeheer. Twijnstra Gudde en Tauw