vaargeul
Een baggerschip in de vaargeul op de Waddenzee tussen Holwerd en Ameland (foto: Rijkswaterstaat).

Rijkswaterstaat gaat drones inzetten om de invloed van stormen op de vaargeul Holwerd-Ameland te meten. De drone-opnamen zijn een aanvulling op de reguliere dieptemetingen van het meetschip in de Waddenzee.

Elk jaar doet Rijkswaterstaat aanvullende metingen om de invloed van stormen op de vaargeul te onderzoeken. Het meetschip dat daarvoor wordt gebruikt, kan echter alleen onderwater meten. De drone brengt nu ook de wadplaten in kaart. De directe aanleiding om deze nieuwe manier van onderzoek uit te voeren, waren de stormen in het begin van dit jaar. Het stormtrio Dudley, Eunice en Franklin dat half februari over West-Europa trok – nadat storm Corrie op 31 januari al als ‘voorprogramma’ had huisgehouden – zorgde voor veel zandverplaatsingen. Een tijd lang was het daardoor voor Rijkswaterstaat erg lastig om goed onderhoud uit te voeren aan de vaargeul Holwerd-Ameland.

Opnamen tijdens komend stormseizoen

Naast meer kennis over de geulen, wil Rijkswaterstaat ook inzicht krijgen in de vorm en hoogte van de hoger gelegen wadplaten die door de drones in beeld worden gebracht: “Mogelijk kunnen we dan een beter beeld krijgen van het samenspel tussen het verplaatsen van zand en slib en tussen de platen in het Wad en de vaargeul tijdens het stormseizoen. Ons plan is om minstens vier drone-opnamen te maken tijdens het komende stormseizoen. Op 14 november hebben we de eerste opname gemaakt vanaf de pier van Holwerd. Deze zogenaamde nulmeting is belangrijk. Dat helpt ons om te kijken naar veranderingen die plaatsvinden in het stormseizoen.”

Ook extra sedimentmonsters

Er worden ook extra sedimentmonsters uit de vaargeul genomen. Zo hoopt Rijkswaterstaat erachter te komen of het systeem ook zandiger wordt, of dat er juist meer slib in komt. Of de drone-opnamen het vaargeulbeheer helpen te optimaliseren, durft Rijkswaterstaat nog niet te voorspellen: “We evalueren de uitkomsten in het voorjaar van 2023.”