Minister Mark Harbers van IenW en directeur Annemieke Nijhof van Deltares openden 8 juni een nieuwe onderzoeksfaciliteit van het kennisinstituut: de GeoCentrifuge. Hiermee kunnen onderzoekers bodemprocessen op schaal testen door de zwaartekracht op te voeren. Wat in de grond jaren kan duren, brengt het apparaat terug naar uren.
Dijken moeten veilig zijn, zeker gezien het veranderende klimaat en extremer weer. Zo test Deltares in de GeoCentrifuge op schaal nagebouwde waterkeringconstructies op extreme condities die zelden voorkomen. En onderzoekers kunnen nog niet eerder gebouwde constructies zoals grotere windmolens op zee testen op geschiktheid: zijn de funderingen van de turbines bestand tegen extreme krachten?
Extreme condities
Ook infrastructuur zoals wegen, tunnels, leidingen of spoorbanen kunnen in de GeoCentrifuge worden nagebootst om de effecten van bijvoorbeeld veroudering, toenemend gebruik, of bodemdaling en klimaatverandering na te gaan. Harm Aantjes, afdelingshoofd Deltares: “Door de afmeting en het bereik van deze centrifuge kunnen we infrastructuurconstructies onder extreme condities testen voordat ze worden gebouwd. Dit draagt bij aan het veilig en leefbaar houden van onze Delta onder veranderende omstandigheden.”

Ontwikkeling
De ontwikkeling van deze GeoCentrifuge duurde in totaal zo’n 10 jaar (van planvorming naar realisatie). Het apparaat is gebouwd in Frankrijk. De centrifuge heeft een maximum snelheid van 347 km/u en komt dan 3 keer per seconde langs bij 150 keer de zwaartekracht (150 g).
Grote opgaven
Mark Harbers: “Prachtig dat ik de nieuwe GeoCentrifuge onderzoeksfaciliteit mag openen. Deze maakt het immers mogelijk om de noodzakelijk kennis en data te verzamelen voor de grote opgaven waarvoor wij staan, zoals waterveiligheid, de energietransitie en klimaatbestendig bouwen. Hier gaan overheden, bedrijfsleven, kennisinstituten en Deltares, niet alleen nationaal, maar ook internationaal, profijt van hebben. Hiermee investeren we tevens in de internationaal vooraanstaande positie van Nederland op het terrein van water en bodem.”