Deze drooggevallen poel langs de IJssel in Gelderland (Baak) siert de omslag van het nieuwe Deltaprogramma. De droogte is dan ook een van de hoofdthema’s (foto: Deltaprogramma 2020 / Henri Cormont).

‘Klimaatadaptief en waterrobuust bouwen en ontwikkelen zou het ‘nieuwe normaal’ moeten zijn.’ Dat schrijft deltacommissaris Peter Glas in het eerste Deltaprogramma dat onder zijn verantwoordelijkheid tot stand is gekomen. In het programma is er daarnaast aandacht voor de droogte en de zoetwatervoorraad, en voor de waterveiligheid. Tot 2050 houdt Nederland de voeten droog. Maar daarna?

Het tiende Deltaprogramma is op Prinsjesdag namens het kabinet door de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer aangeboden. In de begeleidende brief schrijft minister Cora van Nieuwenhuizen dat het kabinet het met de deltacommissaris eens is dat water door alle overheden als ordenend principe gehanteerd dient te worden in het omgevingsbeleid. De deltacommissaris legt daarbij een, logische, relatie met de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). De minister neemt het advies van de deltacommissaris over om de doelen en de gezamenlijke opgaven van het Deltaprogramma – voor waterveiligheid, zoetwaterbeschikbaarheid en ruimtelijke adaptatie – integraal door te laten werken en deze, samen met de andere overheden, ook gebiedsgericht uit te werken in de beoogde Omgevingsagenda’s. ‘Deze doelen en gezamenlijke opgaven zijn dan ook een integraal onderdeel van de Ontwerp-NOVI’, schrijft de minister.

De vloggende deltacommissaris
De nieuwe deltacommissaris had op Prinsjesdag overigens ook nog de tijd om zijn licht te laten schijnen over de Troonrede:

‘Nederland gaat steeds beter om met droogte’
Volgens het Deltaprogramma bleek het afgelopen jaar dat Nederland steeds beter in staat is om met langdurige droogte om te gaan, mede door de maatregelen die de afgelopen jaren zijn gerealiseerd. De eerste aanbevelingen van de tijdelijke Beleidstafel Droogte zijn inmiddels binnen het Deltaprogramma opgepakt. Bovendien is er 7 miljoen euro beschikbaar gesteld uit het Deltafonds voor het nemen van maatregelen in de meest getroffen gebieden en voor het uitvoeren van extra monitoring en onderzoek ten behoeve van de aanpak van zoutproblematiek en grondwaterbeheer. De deltacommissaris stelt dat er een grote inspanning nodig is van alle betrokken partijen om water vast te houden in natte tijden, zodat dit beschikbaar is in tijden van droogte.

Er is 7 miljoen euro beschikbaar gesteld uit het Deltafonds voor het nemen van maatregelen in de meest door de droogte getroffen gebieden (bron: Deltaprogramma 2020).

Begonnen door Wim Kuijken
Duidelijk is dat de deltacommissaris ook hier het werk voortzet dat zijn voorganger Wim Kuijken is begonnen. Die had namelijk kort voor zijn afscheid in 2018 het Bestuurlijk Platform Zoetwater (BPZ) gevraagd hem te adviseren over hoe de lessen van de droogte in 2018 vertaald konden worden naar voorstellen voor het Deltaprogramma 2020 en verder. De resultaten zouden ook worden benut bij de zesjaarlijkse herijking van het Deltaprogramma. Kuijken vond het belangrijk hierbij een relatie te leggen met het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie en met de risicodialogen, die ruimtelijke maatregelen in beeld zullen brengen en die schade ten gevolge van droogte kunnen beperken.

Dijkversterking: wekelijks een kilometer
Wat betreft de waterveiligheid staat in het Deltaprogramma te lezen dat op basis van de huidige inzichten tot 2050 wekelijks gemiddeld één kilometer dijk versterkt moet worden. In 2019 is onder andere de voorbereiding van de versterking van de Markermeerdijken gestart en zijn de Prins Hendrikzanddijk en de innovatieve dijkversterking van de Ringdijk Watergraafsmeer opgeleverd. De gemiddelde snelheid van de dijkversterkingen is in lijn met de benodigde voortgang om de primaire keringen in 2050 te laten voldoen aan de nieuwe normen.

Hoogwaterbeschermingsprogramma
‘Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) komt op stoom’, aldus het Deltaprogramma. ‘Veel dijkversterkingen uit het programma zijn de afgelopen jaren opgestart en komen nu in uitvoering. Een aantal projecten heeft een grotere veiligheidsopgave dan verwacht toen deze versterkingsprojecten in het programma kwamen. De alliantie houdt in de gaten hoe zich dat verder ontwikkelt.’ In dit verband zal mogelijk met extra aandacht worden gekeken naar de ‘Feitenanalyse veranderende kostenramingen Hoogwaterbeschermingsprogramma’ die minister Van Nieuwenhuizen op 13 september naar de Kamer stuurde. Meer daarover leest u hier.

Een ‘winstwaarschuwing’ voor na 2050
‘De beoordelingsronde van de dijktrajecten volgens de nieuwe normen loopt tot 2023’, schrijft de deltacommissaris in het Deltaprogramma. ‘Daarmee ontstaat de komende jaren steeds beter zicht op de omvang van het totale programma tot 2050.’ Een tussentijds inzicht van de lopende herijking is dat de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën uit 2014 robuust zijn, stelt het Deltaprogramma. Tot 2050 zijn ze het goede uitgangspunt om Nederland veilig, klimaatbestendig en waterrobuust te maken. Het lijkt er volgens de deltacommissaris op dat de herijking in 2021 tot beperkte aanpassingen zal leiden. Na 2050 kunnen de opgaven echter ingrijpend wijzigen, doordat de zeespiegelstijging vanaf dan mogelijk sneller gaat dan het tempo waarmee in het Deltaprogramma 2015 rekening werd gehouden. ‘De koersaanpassing die na 2050 mogelijk nodig is, vraagt de komende jaren een proces van ‘joint fact finding’ om te komen tot gedeelde kennis, maatschappelijke betrokkenheid en gezamenlijke keuzes’, aldus het Deltaprogramma.

Kennisprogramma Zeespiegelstijging
Het afgelopen jaar zijn er volgens de deltacommissaris wel belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van een Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Daarin werken de partners van het Deltaprogramma samen met de kennisinstellingen en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. De doelen van het kennisprogramma zijn onder meer om de onzekerheden over de ontwikkelingen op Antarctica en de daarmee samenhangende zeespiegelstijging te verkleinen. Maar ook om in beeld te brengen in hoeverre de huidige deltabeslissingen en voorkeursstrategieën houdbaar en oprekbaar zijn en te verkennen wat de verschillende handelingsperspectieven voor de verre toekomst kunnen zijn. Het kennisprogramma loopt tot 2026. De uitkomsten worden gebruikt bij de tweede zesjaarlijkse herijking van het Deltaprogramma. Hiermee is het mogelijk adaptief in te spelen op een eventuele versnelling van de zeespiegelstijging na 2050.

Budgetten Deltafonds
In de periode 2020-2033 is in het Deltafonds circa 17,9 miljard euro beschikbaar, waarmee het jaarlijkse budget gemiddeld op een kleine 1,3 miljard euro uitkomt (in de eerste jaren is dat nog circa 1,1 miljard, maar vanaf 2023 stijgt dat). Bij enkele projecten uit het Deltaplan Waterveiligheid zijn begrotingsaanpassingen verwerkt in de ontwerpbegroting van het Deltafonds 2020. Middelen die zijn vrijgevallen bij Ruimte voor de Rivier, Maaswerken en bij project Varik-Heesselt zijn toegevoegd aan de beschikbare investeringsruimte tot en met 2032. Er zijn ook nieuwe reserveringen opgenomen/verhoogd ten laste van de vrije investeringsruimte tot en met 2032, waaronder 257 miljoen euro voor de Programmatische Aanpak Grote Wateren en 80 miljoen euro voor Integraal Rivier Management. Verder is de uitvoering van het Deltaplan Zoetwater in volle gang. De eerste tranche zoetwatermaatregelen wordt uitgevoerd en voor een tweede tranche van maatregelen is 150 miljoen euro gereserveerd op het Deltafonds.

De budgetten van Deltafonds, per artikel en in totaal op basis van de Ontwerpbegroting 2020 (bron: Deltaprogramma 2020).