Voorman Algemene Waterschapspartij pleit voor depolitisering van de waterschappen

“De verkiezingen voor de besturen van de Nederlandse waterschappen hebben weinig zin en zijn hopeloos achterhaald.” Dat zegt AWP-voorzitter Ron van Megen aan de vooravond van de verkiezingen voor de Provinciale Staten en de waterschappen. De AWP-voorman pleit voor depolitisering van de waterschappen. “Waterbeheer vraagt om deskundige bestuurders met een stevig mandaat en een visie die vele decennia vooruit reikt.”

De waterdeskundige en AWP-voorzitter vindt het een goede zaak dat burgers hun stem kunnen laten horen over waterbeleid, maar vind de waterschappen niet de beste plaats voor politiek gekrakeel. “De kiezer weet nog steeds niet wat een waterschap doet en wat er valt te kiezen. De waterschapsverkiezingen staan in de schaduw van de strijd om de Eerste Kamer. In die strijd gaat het om landelijke thema’s als pensioen, onderwijs en de energienota. De campagnes gaan niet over zaken die relevantie hebben voor het waterbeheer.” Alleen om die reden al vindt Van Megen het in 2008 ingevoerde lijstenstelsel voor de waterschappen mislukt.

Consolidatie en professionalisering

“We bewegen sinds 2008 de verkeerde kant op.” Van Megen verwijst daarmee naar de lange traditie van de waterschappen. De waterschappen zijn de oudste democratisch gekozen besturen van ons land. Het kiezen van de bestuurders stamt nog uit de tijd dat ons land honderden afzonderlijke waterschappen telde. “Sinds die tijd zijn ze enorm geprofessionaliseerd en geconsolideerd tot de 21 organisaties die ons land nu rijk is. Het beleid van die organisaties is tegenwoordig echter sterk verweven geraakt met andere, regio-overstijgende beleidsterreinen zoals natuur- en landschapsbeheer en ruimtelijke ordening.  Dit wordt nationaal en vaak zelfs Europees bepaald. Het waterschap is daardoor veeleer een uitvoeringsorganisatie waar deskundigheid zwaarder telt dan politieke achtergrond.

Deskundigheid

Hij krijgt daarin bijval van AWP-vicevoorzitter en visbioloog Hans Middendorp. “Waterschappen beslissen bijvoorbeeld over het verwijderen van medicijnresten uit het oppervlaktewater. Maar om over dat soort zaken te beslissen, heb je geen politiek besluitvormingsproces nodig. Kijk naar de drinkwaterbedrijven. Die functioneren ook goed zonder politieke besluitvorming. Er is eigenlijk nooit veel controverse of twist over de besluiten van een drinkwaterbedrijf. Bij het gros van de waterschapstaken is de inspraak en het bezwaar en beroep bovendien al verzekerd via het wettelijk kader en alle aanvragen van vergunningen. Ook dat rechtvaardigt dus geen politieke besluitvormingsprocedures.”

Uiteindelijk draait het werk van de waterschappen om het garanderen van schoon water en droge voeten tegen lage kosten, vindt Middendorp. “Daar is weinig politiek debat over mogelijk. Je doet het goed of je doet het slecht. Niet politieke kleur, maar deskundigheid geeft daarin de doorslag.”

En daar wringt de schoen, volgens de AWP-bestuurders. Van Megen ziet dat de invoering van het lijstenstelsel bij de waterschappen niet heeft bijgedragen aan de professionalisering. “Vaak zijn bestuurskandidaten voor de waterschappen oud-wethouders of andere prominente partijleden. Die mogen van hun partij bij de waterschappen het staartje van hun politieke carrière beleven”, zegt de AWP-voorman over zijn tegenkandidaten in de komende waterschapsverkiezingen. “Het zijn doorgaans goede bestuurders, maar lang niet altijd goede waterbeheerders.” Tijdens de laatste verkiezingen hoorde ik een bestuurskandidaat zelfs verkondigen dat de waterschappen schoon drinkwater leveren. Tja, dan heb je nog een hele weg te gaan voor je echt inhoudelijk iets kunt bijdragen.”

Politiek debat

De AWP-voorzitter heeft ook niet de indruk dat de burger zijn stem wil laten horen over de waterstanden in diens leefomgeving. Hij ziet wel dat burgers op een andere manier erg betrokken zijn bij waterbeheer. “Ze maken zich bijvoorbeeld zorgen over klimaatverandering en de kwaliteit van de natuur gaat ze aan het hart of de inrichting van het landschap. Daar kun je echte keuzes in maken. Daar is ook politiek debat voor nodig. Maar dat debat speelt zich nauwelijks af in de bestuurskamers van de waterschappen. Dat gebeurt in Den Haag, op het provinciehuis en in gemeenteraden.”

De AWP-voorman constateert bovendien dat waterschapsbestuurders het doorgaans roerend met elkaar eens zijn. “Je ziet bij de waterschappen een ontwikkeling richting een steeds meer doelmatige en bedrijfsmatige aanpak.” De verhoudingen tussen het algemeen bestuur en het dagelijkse bestuur van een waterschap zijn, volgens hem, dan ook niet te vergelijken met de politieke verhoudingen in bijvoorbeeld het parlement of een gemeenteraad. “Je hebt in een waterschap geen besturende coalitie die tegengas krijgt van een politieke oppositie. Waterschappen volgen nog steeds het oude monistische systeem, niet het huidige dualisme zoals in de gemeenteraad waar de wethouders geen lid meer zijn van de gemeenteraad. Er wordt vooral heel veel samengewerkt in een waterschap. Daarom is het huidige kiesstelsel voor de waterschap ook op geen enkele manier functioneel.”

Professionalisering waterbeheer

Van Megen en Middendorp pleiten voor depolitisering en verdere professionalisering van het waterschapsbestuur. Van Megen vindt dat het bij de tijd past en bij de uitdagingen waarvoor de waterschappen zich nu gesteld zien om de beleidsbeslissingen en de uitvoerende taken verder te scheiden. “De tijd van de gekozen waterschapsbestuurders en de geborgde zetels voor boeren, bedrijven en natuurbeheerders moet voorbij zijn. Waterschapsbestuurders moeten aangesteld worden op grond van hun expertise, niet op grond van politieke kleur of hun persoonlijk belang bij waterbeheer.”

De Algemene Waterschapspartij doet op 20 maart 2019 onder de naam ‘AWP, niet politiek wel deskundig’ mee aan de verkiezingen in 19 van de 21 Nederlandse waterschappen. Meer informatie is te vinden op: AWP.nu