Minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat debatteerde 28 juni met de Tweede Kamer over diverse wateronderwerpen (foto: Tweede Kamer).

Drie onderwerpen domineerden het halfjaarlijkse Kameroverleg over water met minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat op 28 juni: de verdere inperking van de FRD-903-lozing door Chemours, de nevengeul in de Waal bij Varik-Heesselt en de financiering van de maatregelen die nodig zijn om wateroverlast te voorkomen.

In de Tweede Kamer blijkt grote eensgezindheid te bestaan over het uitbannen van milieugevaarlijke stoffen in het water en het beperken van de lozing ervan. Het Kameroverleg maakte wel duidelijk dat de de politieke partijen in hun mening verschillen of Nederland in de vergunningverlening daarbij op Brussel vooruit kan lopen of niet. Het gaat dan met name om de Reach-verordening waarop stoffen staan waarvoor een nullozing geldt. Het door Chemours geloosde FRD-903 staat daar nog niet. Van Nieuwenhuizen vroeg de Kamer om geduld. ‘Experts onderzoeken nog risico’s van de stof en we moeten hun oordeel afwachten’, aldus de minister.

Tweede aanscherping jaarvracht
Volgens de minister is de provincie Zuid-Holland bezig om de lozingsvergunning voor Chemours opnieuw aan te scherpen. Door het vaststellen van een drinkwaternorm van 150 nanogram/liter, is een norm afgeleid van 118 nanogram/liter voor oppervlaktewater. Experts van Rijkswaterstaat rekenden op grond daarvan door dat Chemours op jaarbasis slechts 150 kilo FRD-903 mag lozen, zo liet de minister de Kamer weten. Chemours heeft momenteel een vergunning voor 2034 kilo. Deze toegestane jaarvracht is onlangs door de rechter akkoord bevonden omdat er bij de afgifte van die vergunning destijds nog geen drinkwaternorm was voor FRD-903. Van Nieuwenhuizen wees erop dat de rechter de eerste aanscherping van 6300 kilo naar 2035 kilo overeind liet en daarmee impliciet het Nederlandse aanvullende milieubeleid voor zeer zorgwekkende stoffen (ZSS) heeft erkend.

Reservering voor nevengeul blijft
Minister Van Nieuwenhuizen had vooraf aan het Kameroverleg al laten weten dat ze het advies van de regionale bestuurscommissie – geen nevengeul maar dijkversterking – wilde overnemen. De Kamer vroeg haar wat ze nu gaat doen met ruimtelijke reservering – het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) – van het gebied nu de nevengeul van de baan is. De minister pleitte ervoor de reservering te handhaving. ‘We moeten strategisch vooruitzien’, zo legde ze uit. ‘We kunnen voorlopig de veiligheid voldoende borgen met het versterken van dijken maar over 20 tot 30 jaar kunnen er nieuwe inzichten ontstaan in de klimaatverandering’. Volgens de minister is het daarom goed om het gebied tot 2050 te vrijwaren van grootschalige ontwikkelingen.

Realisatie ruimtelijke adaptatie
De Kamer stond geruime tijd stil bij het voorkomen van wateroverlast en de realisatie van het Deltaplan Ruimtelijk adaptatie van de Deltacommissaris. Van Nieuwenhuizen kondigde aan hierover in overleg te zullen treden met haar collega minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken. ‘We moeten voorkomen dat bij het verdichten van steden de problemen met de wateroverlast verergeren.’ Van Nieuwenhuizen wil eerst de uitkomsten afwachten van de stresstesten om dan te kijken hoe omvangrijk het probleem van de wateroverlast echt is. ‘Maar we gaan niet wachten op de laatste stresstest. We zouden al met pilots aan de slag kunnen’, zo kondigde ze aan.

Overbrugging met 20 miljoen
Een rijksfinancering van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie is lastig zo bleek uit het Kameroverleg. Vanuit het klimaatbeleid – met de klimaatenveloppe van 300 miljoen euro – wordt alleen geld vrijgemaakt voor het voorkomen van CO2-uitstoot. Volgens Van Nieuwenhuizen kan daarvan overigens wel gebruik worden gemaakt bij de aanpak van de inklinking van veenweide omdat door veenoxidatie veel broeikasgassen vrijkomen.
De minister liet weten dat het Deltafonds geen mogelijkheden voor de financiering van wateroverlast omdat het om lokale projecten gaat waaraan het Rijk in de vorm van subsidie zou kunnen meebetalen. Daarvoor moet eerst de Deltawet worden aangepast.
Van Nieuwenhuizen liet de Kamer weten te overwegen om in 2019 en 2020 ieder jaar voor ruimtelijke adaptatie projecten 10 miljoen euro op haar begroting te willen opnemen als een vorm van overbrugging. Ze verwachtte dat IPO, VNG en Unie van Waterschappen dan ook ‘de buidel trekken’.
Deze overbrugging loopt vooruit op een eventuele financiering vanuit het Deltafonds. Van Nieuwenhuizen liet de Kamer weten dat het fonds niet groter wordt en uitgaven voor de wateroverlast, ten kosten zullen gaan van de waterveiligheid. De minister nodigde de Kamer uit de komende jaren te debatteren over een goede financiële balans in het Deltafonds.

Bekijk hier het AO Water