Het aantal coronadeeltjes in het Nederlandse rioolwater blijft toenemen. Op 27 oktober gaf het coronadashboard van het ministerie van Volksgezondheid een waarde van ruim 1825 deeltjes per milliliter rioolwater (gegevens 25 oktober). Dat is meer dan in begin april, toen 1431 deeltjes per milliliter werden gemeten. Een ‘afvlakking van de curve’ laat op zich wachten.

Voor de berekening wordt uitgegaan van het totale aantal gemeten virusdeeltjes in één week, gedeeld door het aantal metingen. Bovendien gaat het om een gemiddelde van het hele land. Regionaal zijn er grote verschillen, zo blijkt als je op het coronadashboard verder inzoomt op de cijfers per veiligheidsregio of zelfs per gemeente. Op Schiermonnikoog bedraagt het aantal virusdeeltjes per milliliter slechts 190, maar in bijvoorbeeld Woerden worden bijna 30.500 deeltjes per milliliter rioolwater aangetroffen. Er is bovendien een verschil met de metingen in april. Destijds werden de monsters van 29 rioolwaterzuiveringen naar het laboratorium van het RIVM gestuurd, nu worden álle rwzi’s wekelijks bemonsterd voor het corona-onderzoek.

De huidige piek in de grafiek overstijgt de piek van begin april ruimschoots (bron: ministerie VWS).

Vroegsignalering
Op het coronadashboard zijn de rioolwatermetingen ondergebracht bij de rubriek ‘Vroegsignalering’ (samen met de mensen die zich met coronaklachten melden bij de huisarts). Dat is gebaseerd op het feit dat mensen die met covid-19 zijn besmet maar nog geen klachten hebben, toch al deeltjes uitscheiden via de ontlasting. In WaterForum Magazine 06 (november 2020) zegt Mark van der Werf, programmaleider duurzaamheid, innovatie en internationaal bij de Unie van Waterschappen, daar het volgende over: “Met de metingen van het rioolwater kunnen besmettingshaarden en trends in specifieke regio’s vroegtijdig worden gesignaleerd. Dit zijn waardevolle gegevens die voorlopen op data van bijvoorbeeld testuitslagen en ziekenhuisopnames.” Dat wordt in hetzelfde artikel bevestigd door Ana Maria de Roda Husman, afdelingshoofd van het Centrum voor Infectieziektebestrijding binnen het RIVM: “In aanvulling op andere surveillancemethoden kun je via het rioolwater ook signalen van het virus zien van mensen die (nog) geen klachten hebben. Van iedereen die besmet raakt, krijg je via rioolwater al heel vroeg een signaal. Je weet ook waar de mensen met besmettingen zich ophouden, omdat ze daar ter plekke naar de wc gaan.”

Moet het ergste nog komen?
Gezien die ‘vroegsignaleringsfunctie’ van de rioolwatermetingen is het opmerkelijk dat de grafiek in het coronadashboard nog steeds duidelijk een stijgende lijn vertoont. Immers, de invoering van de ‘gedeeltelijke lockdown’ half oktober zou volgens de deskundigen nu moeten leiden tot een afvlakking van de curve. Waar die afvlakking zich al wel voorzichtig lijkt af te tekenen in de stijging van het aantal positief geteste mensen, daar valt er bij de rioolwatermetingen geen enkel positief signaal te herkennen.

Verschillen van dag tot dag
Vooralsnog lijkt het erop dat het nog lastig is om de metingen van coronadeeltjes in rioolwater goed te duiden. KWR-onderzoeker Gertjan Medema geldt wereldwijd als een autoriteit op dit gebied. Hij schetst op de website van KWR wat er komt kijken bij de interpretatie van de cijfers: “Het aandeel menselijke ontlasting in het riool kan van dag tot dag verschillen. Als het regent, wordt het rioolwater verdund met regenwater en gaat het aandeel menselijke ontlasting omlaag, en daarmee ook de concentratie SARS-CoV-2. Om het verloop in de tijd goed te beoordelen, moet worden gecorrigeerd (genormaliseerd) voor dergelijke verdunning.” Het lijkt erop dat dat bij de RIVM-cijfers in het coronadashboard is gebeurd, want in de week van 18 tot 25 oktober viel er in Nederland behoorlijk veel regen (gemiddeld 12,15 mm per dag in De Bilt). Als er dus niet voor zo’n verdunning zou zijn gecorrigeerd, zou de stijgende lijn in de grafiek veel minder steil zijn.

Hoeveel huishoudens lozen op één meetpunt?
Een ander probleem bij de duiding van de monstergegevens is dat vaak niet geheel duidelijk is hoeveel huishoudens lozen op één meetpunt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft moeten uitzoeken welke postcodes lozen op bepaalde rwzi’s. Als het goed is, zijn binnen enkele dagen de ‘betere’ meetgegevens (dat wil zeggen: gecorrigeerd voor verdunning door neerslag én voor aantal huishoudens per rwzi) af te lezen uit het coronadashboard en wordt een gefundeerde vergelijking tussen verschillende Nederlandse gemeenten en regio’s mogelijk. Maar het blijft spannend hoe de grafiek van de werkelijk geconstateerde besmettingen zich de komende periode gaat verhouden tot de grafiek van de rioolwatermetingen. The proof of the pudding is in the eating…