
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft 102 wetenschappers een zogeheten Vidi-beurs van maximaal 850.000 euro toegewezen. Vier daarvan betreft watergerelateerd onderzoek. Ondertussen heeft het kabinet-Schoof aangekondigd flink te gaan snijden in de subsidies, ook in die voor wetenschappelijk onderzoek.
De wetenschappers die een toewijzing hebben ontvangen, gaan onderzoek doen naar uiteenlopende onderwerpen. Vier van de wetenschappers hebben een project ingediend dat gerelateerd is aan water. Zo onderzoekt Jaap Nienhuis van Universiteit Utrecht de levensverwachting van rivierdelta’s, bodemgeograaf Annegret Larsen (WUR) gaat onderzoek doen naar de interactie tussen rivieren en levende wezens, Oriol Colomés Gené (TU Delft) werkt aan het eerste digitale model van de oceaan waarmee drijvende zonneparken onderzocht kunnen worden en Julian Koellermeier (Rijksuniversiteit Groningen) houdt zich bezig met de voorspelling van natuurrampen, zoals tsunami’s en overstromingen, met adaptieve hiërarchische golfmodellen.
Baanbrekende onderzoekers
De Vidi-beurzen maken deel uit van het NWO‐Talentprogramma. Het doel van dat programma is creatieve ruimte scheppen voor avontuurlijke, talentvolle, baanbrekende onderzoekers, waarin zij onderzoek naar hun keuze kunnen doen, een eigen onderzoekslijn kunnen ontwikkelen en hun talent verder kunnen ontplooien. Het Talentprogramma kent drie financieringsvormen, afgestemd op verschillende fasen in de wetenschappelijke carrière van onderzoekers:
• Veni, voor pas gepromoveerde onderzoekers;
• Vidi, voor ervaren onderzoekers;
• Vici, voor onderzoekers die hebben aangetoond een eigen onderzoekslijn te kunnen ontwikkelen.
Rivierdelta’s
Met de scenario’s voor zeespiegelstijging wil Jaap Nienhuis uitrekenen hoe lang we nog op delta’s kunnen leven. Hij is verbonden aan de faculteit Geowetenschappen van Universiteit Utrecht. Rivierdelta’s vormen wereldwijd centra voor bevolkingsgroei, landbouw en economische ontwikkeling. Natuurlijke deltagroei leidt echter tot een fysiek kantelpunt, zelfs zonder klimaatverandering, waarna onvermijdelijk landverlies volgt. Daarnaast worden delta’s ook nog bedreigd door zeespiegelstijging en sedimenttekort. In dit onderzoeksproject gaat Nienhuis met modelsimulaties in kaart brengen hoe riviersedimenten, zeespiegelstijging en menselijke activiteiten delta’s wereldwijd hebben gevormd, vanaf 12.000 jaar geleden tot aan het jaar 2300 in de toekomst. Hij zal ook inschatten wanneer we een fysiek kantelpunt kunnen verwachten, en wat eventuele maatregelen zijn om de veerkracht van delta’s te vergroten.
Oud DNA in de modder
Bodemgeograaf Annegret Larsen (WUR) gaat onderzoek doen naar de interactie tussen rivieren en levende wezens (buiten de mens) die de rivier beïnvloeden. Deze kennis moet bijdragen aan rivierherstel in Europa, met behoud van natuur en biodiversiteit. Om de interacties goed te kunnen inschatten, gaat ze onder meer oud DNA in riviermodder bestuderen, van vóórdat de mens veel invloed kreeg op het rivierlandschap.
Model voor drijvende zonneparken
Oriol Colomés Gené van TU Delft ontvangt een Vidi-beurs om te werken aan het eerste digitale model van de oceaan waarmee drijvende zonneparken onderzocht kunnen worden. Met het model kunnen onderzoekers de interacties tussen golven, wind en platforms bestuderen. Die inzichten openen deuren om de productie van energie efficiënter te maken. De drijvende platforms met zonnepanelen, die per stuk wel een vierkante kilometer groot kunnen zijn, liggen idealiter nabij de windparken op zee, omdat hier al aansluiting op het energienet gerealiseerd is. Maar hoe beïnvloeden de wind en platforms elkaar? En veranderen de golven door deze grote eilanden van zonnepanelen? Om hier antwoord op te geven, werkt Colomés aan een nieuw digitaal model waarin hij de interactie tussen de golven, wind en platforms kan simuleren. Daarin wordt de complexe fysica van de natuurlijke omgeving gemodelleerd.
Optimalisatie
Colomés: “Een model van het hele systeem, op de schaal van een volledig park, is nog niet beschikbaar. Met het model kunnen we de energieopwekking uiteindelijk optimaliseren.” Als voorbeeld noemt hij het plaatsen van meerdere eilanden met zonnepanelen bij elkaar. Als één zo’n platform de omgeving, zoals de golven, beïnvloedt, moet het ontwerp van een tweede dat daarachter ligt misschien wel anders.
Tsunami’s en overstromingen
Natuurrampen als tsunami’s, lawines en overstromingen zijn golven die we moeten simuleren voor een betere acute respons en risicobeoordeling en -preventie op de lange termijn, stelt Julian Koellermeier van Rijksuniversiteit Groningen. Hiervoor zijn wiskundige modellen nodig die, om efficiënt te zijn, een balans moeten vinden tussen nauwkeurigheid en rekentijd. Koellermeier ontwikkelde daarom HiWAVE, dat is gericht op het vervangen van beschikbare casusgerichte modellen door nieuwe modelhiërarchieën. Die maken het mogelijk om verschillende modellen tegelijkertijd te gebruiken, om simulaties af te stemmen op een efficiënte combinatie van snelheid en nauwkeurigheid. Dit verandert de manier waarop wiskundige modellen worden afgeleid en leidt tot uitermate efficiënte simulaties die toekomstige natuurrampen helpen voorspellen.
Bezuinigingen
Inmiddels is duidelijk dat de bezuinigingen die het nieuwe kabinet gaat doorvoeren op subsidies, ook de NWO zullen treffen. Afgelopen week, bij de begrotingsbehandeling, werd duidelijk hoe het ministerie van OCW die bezuinigingstaakstelling benadert. Met Prinsjesdag had de NWO al haar zorgen uitgesproken over de grote gevolgen van de bezuinigingen voor de hele sector en voor Nederland als kennisland. Nu is dus duidelijk geworden hoe het ministerie invulling geeft aan de subsidietaakstelling die er nog lag. “Het is zorgwekkend dat na alle bezuinigingen die er al in het veld zijn, nu opnieuw onderzoek en onderwijs geraakt worden”, reageert NWO-bestuursvoorzitter Marcel Levi op het nieuws.
NWO weet nog niet hoe zij de aanvullende korting op haar budget concreet zal invullen. Deze middelen gebruikt NWO op dit moment voor het financieren van haar negen onderzoeksinstituten, van ongebonden onderzoek in alle disciplines en van innovatieprogramma’s gericht op impact voor economie, mens en samenleving.