Defensie-medewerkers testen de grondradar om zwakke plekken op de IJsseldijk op te sporen (foto: Waterschap Drentse Overijsselse Delta).

De grondradar van Defensie is niet geschikt om kwelwater dat onder een dijk doorstroomt eerder te kunnen waarnemen. De grondradar ziet wel kleine verstoringen in de ondergrond, maar het is niet echt duidelijk wat die verstoring veroorzaakt. Dat blijkt uit een recente proef van Defensie en Waterschap Drentse Overijsselse Delta.

Defensie en Waterschap Drentse Overijsselse Delta voerden vrijdag 12 januari een test uit met een grondradar. Doel was om te kijken of een grondradar bij hoogwater kwetsbare plekken in de dijk in kaart kon brengen. De proef vond plaats op de IJsseldijk bij Olst, Wijhe en Herxen. Uit de resultaten blijkt dat de inzet van een grondradar om kwelwater dat onder de dijk doorstroomt (‘piping’) eerder te kunnen waarnemen niet echt goed werkt.

Achtergrondruis
Volgens woordvoerder Herald van Gerner van Waterschap Drentse Overijsselse Delta kan het bijvoorbeeld ook puin zijn, een mollengang of een drainagebuis. “Tijdens de proef op 12 januari liet de radar dus wel een verstoring zien op locaties waarvan wij al wisten dat er ‘piping’ is, maar doordat de verstoring vaak even groot was als de achtergrondruis zijn nieuwe locaties op deze manier niet op te sporen”, zegt Van Gerner. Hij benadrukt dat het om een proef ging. “Dan kan de ervaring positief of negatief zijn. We zijn er in ieder geval samen met Defensie weer wijzer door geworden. De proef heeft ons overigens wel een duidelijke conclusie gegeven. Daarom beschouwen we het wel als een geslaagd experiment.”

Warmtebeelden
Het waterschap voerde in de tweede van januari ook een proef uit met een drone om warmtebeelden van de IJsseldijk bij Olst en Herxen te maken. De thermische beelden geven aan waar zogeheten wellen zitten. Dit kunnen voorbodes zijn van zandmeevoerende tunneltjes onder een dijk door, waardoor de dijk instabiel kan worden. Van de gefilmde locaties is bekend dat er wellen zitten. Ter controle zijn daarom in deze proef ook beelden gemaakt op locaties waar geen wellen zijn.

Visuele inspecties
Deze test werkte volgens Van Gerner wel erg goed. Zo is het temperatuurverschil van het kwelwater onder of in de dijk en het water in de sloot goed waarneembaar op de beelden. “Dat kan een welkome aanvulling zijn op de visuele inspecties door onze dijkinspecteurs en vrijwillige dijkwachters”, zegt Van Gelder. “Deze visuele inspecties blijven wel nodig overigens is onze verwachting. Een dijk moet je voelen, proeven en ruiken. Met de visuele inspecties zien we weer andere schades of aandachtspunten dan de drone kan met de warmtecamera. Daarom denken wij dat drone inspecties met warmtebeelden een prima aanvulling zijn.”

Lees hier het persbericht